1 Petrus 3:8-12 – Ds S.J. van der Vlies
Samenvatting
Mensen die in het buitenland wonen en werken hebben het eerste jaar heel zwaar. Dat komt omdat alles vreemd is: taal, voedsel, wegen, cultuur. Op cruciale momenten blijkt dat je een buitenstaander bent. Dat geldt ook voor mensen in ons land die uit een ander land komen. Je hoort erbij en je hoort er niet bij.
Dit beeld neemt Petrus om het leven van een christen te beschrijven. Wij zijn vreemdelingen of beter wij zouden vreemdelingen moeten zijn!? We worden door God geroepen om het goede te doen en daarom te lijden. Past dat bij ons? Tekent dat je leven? Zijn er in onze gemeente die lijden omdat ze het goede doen op basis van hun geloof? Petrus gaat daarvan uit. De ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed. God hoort en ziet je, bid tot Hem, hij verlangt ernaar. Dat is niet alleen een troost, maar je mag ook het leven liefhebben en ervan genieten.
Ten slotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk. Petrus beschrijft het leven in zijn tijd, maar hetzelfde geldt vandaag. Ook nu hebben we elkaar nodig. De toekomst waarin we elkaar nog meer nodig hebben, is misschien dichterbij dan we denken. Eensgezindheid is nodig; ook al zijn we verschillend. Denk aan een orkest; verschillende instrumenten en musici spelen hetzelfde muziekstuk en laten het als een geheel klinken.
We mogen kwetsbaar zijn en fouten maken, maar we zijn een gemeente en mogen er voor elkaar zijn. We hebben elkaar nodig om het leven lief te hebben; laat de gemeente je basis zijn. Van daaruit nemen we onze plek in de samenleving weer in. Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven. Let op wat je zegt, doe het goede en jaag de vrede na. Je zal niet altijd gelijk krijgen, maar wat schiet je ermee op als je altijd je zin wil krijgen. Vraag jezelf af: wat dient de vrede? Het vraagt zelfverloochening en energie. Bedenk God ziet je lijden en hoort je gebed.
Waarom zouden we tot zegen willen zijn? Wie zegt dat? Vers 9: Wees een zegen met het doel dat je zelf gezegend wordt. Je hebt er dus baat bij als je tot zegen bent. Misschien zie je dat niet zo direct, maar Petrus zegt dat je het uiteindelijk zal merken, van het leven genieten en goede dagen zien.