18 februari 2018

Aan het verkeerde adres

Predikant:
Bijbeltekst: 2 Koningen 1:3
Dienstsoort:

Samenvatting

Thema: Aan het verkeerde adres

‘Kijk dit is een visitekaartje’, dat geef je aan andere mensen zodat zij langs kunnen komen. Je weet de ander te vinden. God geeft elke preek een visitekaartje.
Naam: De Heere God de Almachtige
Adres: Het Vaderhuis
Straat: Goudenstraat
Stad: Nieuwe Jeruzalem
Land: Hemels Vaderland.
Telefoon: 333 (Jeremia 33:3)

Ahazia is aan het verkeerde adres terwijl hij het juiste adres had gekregen. Twee gedachten:
1. De aardse koning zendt zijn boden
2. De hemelse Koning zendt zijn boden

Het gaat over het laatste optreden van Elia, hij moet een oordeelspreek houden. We hebben gelezen dat het over ziekte en oordeelsvuur gaat. De God van het Oude Testament is streng, maar je kan Hem niet uitspelen tegen de God van het Nieuwe Testament. In Lukas halen de discipelen deze geschiedenis aan en vragen of er vuur uit de hemel mag komen, maar dan zegt Jezus: de Zoon des mensen is niet gekomen om de zielen van mensen te vernietigen maar om ze te behouden.
Ahazia is de zoon van Achab en Izebel. Lubbers is overleden, een groot staatsman. De Bijbel spreekt over goed en kwaad in plaats van groot en klein. Ahazia dronk het gif van zijn ouders. Hizkia had ook een goddeloze vader, maar vreesde God. Ahazia betekent: de Heere houdt mij vast. Wat is nou zijn nood? Het woord vallen is een sleutelwoord.
1. Moab viel af van Israël, een economische strop voor Ahazia
2. Ahazia valt zelf van het platte dak van zijn paleis naar beneden, ziekbed
3. Ahazia valt de God van Ekron toe
4. Vuur valt uit de hemel
5. Ahazia valt in de handen van de dood

Er kan opeens een streep door je plannen zetten door een ongelukje. We denken daaraan als we gaan vliegen, maar in huis niet. Je bent maar op één plek veilig: in de Schuilplaats van de Allerhoogste God. De Heere spreekt niet alleen door woorden maar ook door daden! Welke weg gaat de koning? 333? Nee. Hij stuurt boden naar de duivelse god van Ekron, een Filistijnse afgod: Beëlzebul, de vliegengod. Ahazia was besneden, hij wist wat er gebeurd was op de Karmel, dat God antwoordde door vuur. Hij vraagt: word ik nog beter? Hij vraagt niet: kan ik nog bekeerd worden?
Spurgeon zegt: de afleidende vliegengod is ook in de kerk. In de kerk kan er iemand voor je zitten met krakende schoenen of rare kleren of een kindje gaat vaak naar de wc of je telefoon trilt in je zak. Je kan de vliegengod uit je leven bannen door het vuilnis weg te doen!

Daar gaan de boden, op naar Ekron. Maar God stuurt ook Zijn bode, de tweede gedachte. Elia krijgt zijn laatste opdracht: vraag of er geen God in Israël is en zeg dat hij dood gaat. Het peloton is hartstikke verbaasd en keert zonder verzet om. Ze geven Ahazia het doodsbericht van God. Hizkia zonderde zich af en ging huilen en bidden om een Borg voor zijn ziel in plaats van een pil voor zijn ziekte. Ahazia wist dat zijn vader om een theelepel berouw uitstel had gekregen. De kanttekeningen zeggen: is er geen God die zo wijs is dat hij de toekomende dingen kan voorzeggen? Een God die zo goed is dat Hij die toekomst aan de Zijnen openbaart? En een God die zo machtig is om jou in je nood te helpen?

Vanaf vers 9 begint het tweede gedeelte. ‘Ga Elia maar halen’, zegt Ahazia. Elia zit op een berg en luistert niet naar de hoofdman. Vuur komt uit de hemel en verteert de 51 mannen. Ahazia stuurt een tweede peloton, met een nog brutalere hoofdman: Kom heel snel naar beneden, heb geen uren de tijd! Ook het tweede peloton wordt verteerd. Dit is een beeld van de oordeelsdag. Over vers 10 is een waargebeurd verhaal. Nieuwe Tonge, 1860. De dominee houdt een kermispreek, waarin ze dit stuk overdenken en bidden of de kermis niet doorgaat. Er komt een wolkje ter grootte van een manshand en de bliksem vernietigt de hele kermis.

Nu komt het evangelie: God heeft twee keer door vuur gesproken, op de Karmel trof het alleen het offer en spaarde het het volk. Dat is het beeld van Golgotha, waar God het Offer trof in mijn plaats. Maar dit is een beeld van de wederkomst, vuur dat mensen treft die het Offer afwijzen. Gods genade zorgde voor een offer dat de straf droeg, maar als je dat offer afwijst zal je zien dat je het zelf moet dragen.

Het derde peloton komt aan bij Elia en ziet 102 lijken liggen… die hoofdman ziet dat en ziet Elia zitten. Hij gaat naar boven en buigt zijn knieën voor de man Gods en smeekt om zijn leven en het leven van zijn kameraden. Grote mensen met grote monden kan de Heere niet gebruiken. Elia mag met hem mee van de Heere. Elia komt in de ziekenkamer van de koning. Weet je wat Elia zegt: ‘Alzo zegt de Heere: was er nu geen God in Israël? De God van je doop, de God van je naam? Omdat je hem niet aangeroepen hebt, zul je sterven.’ Hij draait zich om en loopt het paleis uit. Ahazia denkt niet terug aan zijn psalmversjes van vroeger. Hij sterft naar het woord van de Heere. Hij sterft niet mét een woord van God… geen tekst voor boven de rouwkaart. Er staat aan het eind: omdat hij geen zoon had. Je kunt dat ook zo lezen: omdat hij geen Zoon had! Hij wist het wel, maar heeft de weg niet bewandeld. Zonder God gestorven.

Toch is er een troost. Elia liet zich niet vangen, de Heere Jezus wel. Je ziet bij Elia de majesteit van God als het vuur het peloton verteerd, maar de Heere Jezus liet wel een peloton naar achteren vallen, maar is vervolgens zelf verteerd. Hij de dood in, opdat wij zouden leven door Hem! Amen.

 

Categorieën