Aangevochten vrijheid
Samenvatting
Het is dit jaar 75 jaar geleden dat wij bevrijd zijn door de onderdrukking van Nazi-Duitsland. Een Psalm die direct aansluit op bevrijding is Psalm 126. De Psalmdichter beschrijft hoe het volk zich voelde toen zij bevrijd werden uit Babylon en konden terugkeren naar Jeruzalem. Er wordt grote vreugde beschreven; de dankbaarheid naar God toe is te zien zelfs in de omliggende heidenvolken. Echter staat er ook in vers 4 nog steeds dat er gebeden wordt om de omkeer/bekering van de gevangenschap. Het opbouwen van Jeruzalem werd aangevochten door veel moeite en tegenslagen.
Ondanks dat deze Psalm duizenden jaren geleden is geschreven, is zij nog steeds actueel. Zoals in onze recente geschiedenis wij als Nederlands volk ook bevrijding hebben meegemaakt en de Israëlieten in 1948 weer hun land terugkregen na de Tweede Wereldoorlog. Maar ondanks dat wij in vrijheid leven, is ook ons gebed of de gevangenschap mag worden omgekeerd. Naast het feit dat ieder moest leven met de consequenties van de hevige onderdrukking, merken wij in deze tijd dat wij gevangen zitten in onze welvaartsmaatschappij. Tegenwoordig richten wij onszelf op onze eigen status, succes en geld. Dit gaat niet altijd gepaard met het geluk wat het zou moeten bewerkstelligen. Er wordt dan snel gegrepen naar de remedies die de maatschappij ons aanreikt: therapie, zelfhulp, medicijnen of zelfs drugs. Het is te stellen dat wij gebukt kunnen gaan onder de prestatiemaatschappij die zoveel van ons eist. Ook in geestelijk opzicht worden wij dus onderdrukt; wij raken van God af door onze prioriteiten ergens anders te leggen. De secularisatie is steeds uitgebreider geworden, misschien juist wel omdat wij als land God niet meer nodig hebben in onze welvaart. Daarom is ook ons gebed dat wij een omkeer/bekering nodig hebben tot de ware vrijheid die alleen in God te vinden is.
Opvallend is dat de Psalm 126, die in principe over bevrijding gaat, nog steeds in gaat op het verdriet en lijden van gevangenschap. Als voorbeeld wordt een boer genoemd die onder tranen zijn zaad plant. De boer, die afhankelijk is van zijn goede oogst, ziet alle problemen voor zich die kunnen gebeuren met zijn gewas. Zo kunnen wij ons ook zorgen maken over onze eigen dagelijkse dingen. Maar ook over de lange termijn zijn zorgen. Hoe zal het gaan met al die oorlogen en hoe zal het verder verlopen met het klimaat?
Echter wordt er ook gesproken over de oogst die met grote blijdschap wordt verzameld. De boer is niet alleen een afschildering van het werk hier op aarde, maar misschien veel meer een verwijzing naar de Heere Jezus. Ook Christus heeft gezaaid met tranen; Hij heeft Zichzelf als een Zaad gegeven die de aarde is ingegaan tijdens Zijn lijden en sterven. Maar door Zijn opstanding en hemelvaart kan de Heere met grote blijdschap oogsten. Door Zijn lijden en sterven kan ons oude ‘’ik’’ afsterven en door Zijn opstanding kunnen wij als Zijn gemeente weer bloeien en groeien tot de dag dat Hij terugkeert. Op die dag zal de oogst groot zijn en zal Zijn Koninkrijk waarlijke vrijheid en vrede brengen voor eeuwig. Dan zal de gevangenschap voor altijd omgekeerd worden. Amen.