29 juli 2018

Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.

Predikant:
Bijbeltekst: Johannes 7:37-39
Dienstsoort:

Samenvatting

Johannes 7 vers 37-39

Oproep
Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.
Het is mooi weer, dat ruik je vaak al aan de barbecuegeuren. Feesten worden ook met deze temperaturen gevierd. In dit hoofdstuk gaat het ook over een feest: het Loofhuttenfeest. Tenten werden opgezet in de tuin en er werden maaltijden en optochten gehouden. Nu is het de laatste, beslissende, mega-dag van het feest. In Leviticus staat dat er dan een extra samenkomst moest zijn met een vuuroffer.
Jezus was er eerst niet bij, Hij kwam pas (incognito) op de laatste dag, eerder was Zijn uur nog niet gekomen. Hij stond daar; iedereen kon Hem zien, en Hij roept luid en duidelijk: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken’. Op het Loofhuttenfeest ging een priester naar de Siloamvijver om water te halen en dat goot hij over het altaar, een soort vreugdevolle waterprocessie. Er staat ‘iemand’, het doet er niet toe wie of wat je bent…
Deze week hadden we het allemaal warm en waren we dorstig. We snakken naar waardering en erkenning. Maar heeft u ook geestelijke dorst zoals in Psalm 42 en Psalm 63? Jezus nodigt om tot Hem te komen en het water des levens te drinken, wat Hij uit genade geeft. Kunt u niet of wil u niet komen, wordt u belemmerd en durft u niet? De Zoon kan u helpen, Hij trekt u naar zich toe om te drinken. Er is een overvloed aan water bij de Zaligmaker, het raakt nooit op. De Heiland had dorst aan het kruis om ons te redden.

Belofte
Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Hoe meer u drinkt, hoe meer u kunt betekenen voor anderen. Er staat in de tekst eigenlijk: een vloed van water. Het wijst ook naar Pinksteren, het evangelie wordt over de hele wereld verspreid staat in vers 39. Eerst het werk van Christus en dan het werk van de Geest. Er is een heilsorde, de kroon op het werk komt aan het einde.
Wat kun je verlangen naar die stromen van levend water. Ontvangen, staat in vers 39. Voor een cadeau mag je je hand ophouden en je krijgt het. Geloven of tot geloof komen is een voorwaarde. Zoals de Schrift zegt, daar gaat het om, we moeten woord en geest niet scheiden.

Ook vandaag zijn er stromen van levend water voor u. U mag komen tot Hem en drinken. En wat u krijgt, mag u doorgeven. De Geest maakt vol en levend, uw hart en mond gaan overstromen. Dan vloeit mijn mond steeds over van Uw eer, gelijk een bron.’

Categorieën