bitter/beter
Samenvatting:
Thema voor de verkondiging: “Bitter/ Beter ”
drie gedachten:
- een mens (5)
- geen mens (7)
- de Mens (12)
Dit is de derde preek in de serie van wonderen in het evangelie van Johannes. Het eerste wonder was bij de bruiloft te Kana, het tweede wonder de genezing van de zoon van de hoveling.
Het is altijd weer ingrijpend als iemand moet zeggen “ik heb niemand”. De eenzaamheid in de stad kan zeer groot zijn. Wij denken aan een jonge weduwe met een jong kind, die elke avond alleen thuis zit. We denken aan een jongen van 15 jaar waar niemand aandacht aan geeft. We denken aan een meisje van 17 jaar die gezakt is, want haar ouders zijn gescheiden en druk met zichzelf. Weduwen, weduwnaars, oudere mensen, vluchtelingen, chronisch zieken en geschieden mensen kunnen vaak zo eenzaam zijn.
- een mens (5)
Hier gaat het om een chronisch zieke die eenzaam is. Hij zit in het huis van barmhartigheid, Bethesda. Dit ziekenhuis is vlakbij de schaapspoort in Jeruzalem. De overblijfselen zijn nu nog steeds te zien: vijf zuilen en vijf zalen. Van tijd tot tijd kwam er een engel die het water aanraakte: als gevolg hiervan kwam er een geneeskrachtige werking, waardoor de eerste persoon die in het water ging genezen werd. Als je in het ziekenhuis ligt is dat niet fijn. Eigenlijk is dat gevolg van de zonde, want in het paradijs was er nog geen ziekte. Het was op het feest van de Joden, op een Sabbat. De mensen kregen bezoek van familie en vrienden, maar bij deze verlamde kwam niemand. Deze man was ziek als gevolg van de zonde. Bij het lichamelijk lijden kwam ook psychisch leiden, want de hoop op genezing werd steeds minder. Er was nog één lichtpuntje: in Bethesda kon je nog genezen worden. Hoewel hij het vaak geprobeerd had, kwam hij altijd te laat. Hij had in die 38 jaar al veel mensen zien komen en weer gezond zien weggaan. Al die tijd is er niemand geweest die hem voor wilde laten gaan. Uitgestelde hoop krenkt het hart. In die 38 jaar zal hij zijn ouders en vrienden kwijt geraakt zijn.
De zeven wonderen in het Johannes-evangelie zijn tekenen. Johannes wil ons laten zien wat al in hoofdstuk 1 staat “ de wet is door Mozes, maar de genade is van de Heere Jezus”. Bij de andere hoofdstukken komt tot uitdrukking dat Jezus veel meer is dan Mozes. In Johannes 2 wordt reinigingswater (afkomstig uit de wet) veranderd in vreugdewijn. In Johannes 3 wordt genezing (door naar de koperen slang te kijken) overtroffen doordat Jezus eeuwige behoud verkondigt voor degenen die in Hem geloven. Het volk Israël heeft 38 jaar door de woestijn moeten zwerven nadat zij gezondigd hebben: totdat alle mensen van 20 jaar en ouder overleden waren. Nu komt er na 38 jaar genezing. De vijf zuilen wijzen op de vijf boeken van Mozes, de wet.
Er zijn veel mensen die wachten op een wonder: deze mensen vergelijken het badwater van Bethesda met de kerkgang. Ze verwachten dat er af en toe eentje tot bekering komt en dat je er verder ook niets aan kunt doen. Hierbij vergeten deze mensen dat de Zaligmaker naast hen staat: Hij zegt “zie op Mij en u wordt behouden.” Een zondaar wordt nooit opgeroepen om te wachten. Het evangelie is “zie op Mij en wordt behouden”. De kerk is geen badwater, maar een markt van vrije genade. We moeten rechtstreeks tot de Vader gaan. U wordt opgeroepen: komt alle gij dorstige en koop zonder prijs het levende water.
- geen mens (7)
Het Lam van God gaat door de schaapspoort. Hij gaat eerst naar het ziekenhuis, naar één van de vijf zalen. Jezus Laat altijd een spoor van liefde achter. De verlamde man krijgt bezoek. Jezus ziet hem, Hij kijkt niet weg. In psalm 116 staat “ik was uitgeteerd, maar Hij zag op mij neder”. Zijn oog slaat mij in liefde gade. Jezus komt niet met een waarschuwing, maar stelt een vraag, zoals Hij vaak doet. “Wil je gezond worden?” Deze man zal geen geloof, hoop en liefde meer gehad hebben. Als je zo lang ziek bent, ga je je identificeren met je ziekte. Wat zou je bij genezing moeten doen als je al zo lang ziek bent geweest? “Wil je gezond worden?” is dus niet zo’n gekke vraag. Aan ons kan de vraag gesteld worden: “wil je gered worden?”. Zou je van je zonden af willen? Wellicht ben je zo aan je zondige leven gewend dat je niet tot geloof wilt komen. Er zijn mensen die er een zeker behagen in hebben om veel over de ellende en verlorenheid van de mens te horen in een preek. Je kunt je dan afvragen of je wel verlost wilt worden. Er is echter kracht in het bloed van het Lam. De Here Jezus is gekomen om mensen te behouden.
Het antwoord van de verlamde man is “ik heb geen mens”. Hier druipt de troosteloosheid van af. Misschien zijn er wel mensen geweest die tegen hem gezegd hebben dat het zijn eigen schuld was. Waar waren de priesters en levieten die hem zouden kunnen helpen? God heeft gezegd dat het niet goed is dat de mens alleen zij. Wij kunnen zoveel steun aan elkaar hebben: praktisch en sociaal. Ook in de gemeente valt het vaak niet mee om elkaar in het oog te houden. Oude mensen, maar ook jonge mensen kunnen heel eenzaam zijn. Ook in het huwelijk kan het zo zijn dat echtgenoten niet van elkaar weten wat er in de ander omgaat. Als jongere kun je allerlei apparaten/schermen om je heen hebben, maar toch geen mens hebben.
- de Mens (12)
Als er geen mens is, is God er wel. Jezus zegt “sta op”. Het wordt een beetje Pasen. Jezus zegt niet dat Hij bij hem zal blijven en hem ter zijner tijd naar het water zal brengen. Als Jezus spreekt dan krijgt hij de kracht om op te staan. de man zou ook gezegd kunnen hebben dat hij niet op kan staan. Op het bevel van Jezus staat hij echter in geloof op: hij ervaart direct de kracht van de Heere. Hij springt op en loopt zo het ziekenhuis uit. Dit zal de mooiste dag van zijn leven geweest zijn, want Jezus kwam bij hem en in hem. De genezen man gaat direct naar de tempel om daar met lof Gods grote naam te danken. Daarna zal hij wellicht terug gegaan zijn om de eenzame mensen op te zoeken. Hij zal verteld hebben van de wonderbare kracht van het dierbare bloed van het Lam. Hij is het die mijn zonden wil vergeven. Daarom moet de Heere Jezus naar het kruis. Daar moest Hij roepen “Mijn god waarom hebt u Mij verlaten?” Wij hoeven geen 38 jaar te wachten om gered te worden. Er is altijd redding voor een ieder aan die voor zijn voeten knielt. Niet het water, maar de Heere Jezus redt. De Heere Jezus zegt “zondig niet meer, opdat u niets ergers overkomt”. Ongezonde leefgewoonten brengen ons schade toe. Een nieuwe levensstijl is dus nodig: meer rust, meer positiviteit, meer Bijbel lezen, meer bidden, meer de broeders en zusters in de gemeente opzoeken, enzovoorts. Het kan nog erger dan 38 jaar ziek zijn: eeuwig in de poel van vuur geworpen worden. Dat is nog erger: zonder mens en zonder God. Maar wie steunt op Zijn ontferming is nooit alleen.
Amen.