1 november 2017

Blij verrast

Predikant:
Bijbeltekst: Handelingen 8:26-39

Samenvatting:

Thema: ‘Blij verrast’
- Woord alleen (vers 28) … en hij zat op zijn wagen en las de profeet Jesaja. Sola scriptura!
In Handelingen 8, 9 en 10 gaat de Geest de grens over, de kring wordt steeds groter. Nakomelingen van Sem, Cham en Jafeth komen tot bekering, de Moorman, Saulus en Cornelius.
Filippus had een geweldige bediening in Samaria. Maar hij moet naar een woeste weg bij Gaza en hij gehoorzaamt. Voor een enkel mens moet hij weg, de woestijn in. God heeft oog voor de enkeling, de kamerheer! De man was naar Jeruzalem geweest om God te aanbidden. Langs de Nijl is hij via de Middellandse Zee in Israël aan. Maar de tempel mag hij niet in, dat staat in Deuteronomium. Hij koopt een dure boekrol, de profeet Jesaja. Hardop leest hij op de terugweg wat er staat, maar begrijpen doet hij het niet. Dan komt Filippus aanrennen, middenin de woestijn, 45 graden Celsius.
Luther vertaalde de Bijbel in het Duits, zo konden de gewone mensen ook begrijpen wat er in Gods woord stond: door het geloof alleen. En dat horen wij ook nu. Nog steeds wordt de Bijbel vertaald in allerlei stammentalen. Ook daar verandert Gods Woord levens.

- Jezus alleen (vers 35) En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord, verkondigde hij hem Jezus. Solus Christus!
Filippus hoort de man lezen en snelt naar hem toe. Begrijpt u wat u leest over het plaatsvervangende lijden van Christus. We dwaalden als schapen, maar Jezus werd als een Lam in onze plaats ter slachting geleid. Hij deed Zijn mond niet open. De Leeuw zal terugkomen, maar nu komt hij voornamelijk als een Lam, het Offerdier dat Zijn bloed gaf en toch staande bleef en leeft. Wie heeft onze prediking geloofd? De kamerheer; zijn hart gaat open en hij komt aan de voeten van Jezus terecht.
Luther zegt: de Bijbeltekst kan zijn als een harde walnoot. Kraak hem op een harde rots en de zachte kern (Jezus) komt tevoorschijn. Het gaat om bedenken, bedanken, bekennen en bidden als we de Bijbel lezen.

- Geloof alleen (vers 37) ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.’ Sola fide!
De kamerheer zegt: ‘Kijk, water, wat verhindert mij gedoopt te worden?’ Als u met heel uw hart gelooft, mag u gedoopt worden. ‘Ik geloof dat Jezus Christus Gods Zoon is; Credo Cordo!’ De vreemdeling geeft zijn hart aan Jezus. De Man van smarten verwierf ook voor hem het eeuwig heil.
De wagen staat stil en de vreemdeling wordt ondergedompeld, gedoopt. Filippus is weg, maar de kamerheer reist blij verder, God is bij hem. Geloof gaat gepaard met vreugde: ‘Hem roemen Die ons blijdschap geeft!’
Jesaja 54 : Weest vrolijk, gij onvruchtbare… Jesaja 55: O alle gij dorstigen, komt tot de wateren … Jesaja 56: En de vreemdelingen die zich bij de HEERE voegen om Hem te dienen en om de Naam van de HEERE lief te hebben, om Hem tot dienaren te zijn; en die aan Mijn verbond vasthouden: hen zal Ik ook brengen naar Mijn heilige berg, en Ik zal hen verblijden in Mijn huis van gebed.
De Ethiopiër ziet zichzelf en Jezus terug in die teksten. Het zijn vlinders op zijn jas. Hij komt terug in zijn land en vertelt wat hij heeft meegemaakt. Zou de boekrol vertaald zijn? Is er een gemeente ontstaan?
Maar wat er ook gebeurt: ‘Nu reis ik getroost onder het heiligend kruis, Jezus geleid mij, Hij is voor mij gestorven’.

De Reformatie bij Luther: evangelie is de blijde boodschap van geloof en genade. De rechtvaardige zal door het geloof leven.

Categorieën