9 december 2018

Christus, de Wijsheid van God

Predikant:
Bijbeltekst: Spreuken 8:30a
Dienstsoort:

Samenvatting

Tekst Spreuken 8 vers 30a
Thema: Christus, de Wijsheid van God

Bij zijn vader
Op het schilderij zie je Adam en de Heere God. God houdt een vrouw vast, dat is Vrouwe Wijsheid uit Spreuken 8. God heeft de mens met wijsheid gemaakt. We vinden vandaag Kerststof in Spreuken. Salomo spreekt hier over de wijsheid van God. Ons gedeelte is een gedicht dat begint met ‘de Heere’, eindigt met ‘mensenkinderen’ en in het midden staat (vers 27): ‘Ik was daar’, dat is de Heere Jezus. De Heere Jezus is de Wijsheid. Hij is Gods Lievelingskind en Hij vindt Zijn vermaak in de mensenkinderen! Jezus wordt hier afgeschilderd voor Zijn menswording: In het begin was het Woord (de Wijsheid) en het Woord was bij God en het Woord was God. Dominee Hellenbroek leert ons twee staten van Jezus: vernedering van Kerst tot graf en verhoging van Pasen tot hemelvaart. Maar er is nog een staat! Christus voor Zijn menswording: de verheerlijkte staat als de Zoon van God. Spreuken 8 gaat over de Heere Jezus als Hij nog in de hemel is! Er was toen nog niets, alleen de Drieënige God. In het hogepriesterlijk gebed bidt Jezus: ‘die liefde waarmee U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging der wereld!’ In die liefde wil de Heere ons doen delen, dat is het hoogste wat er is! Waar hebben de Vader en de Zoon het toen over gehad? Ze hebben het gehad over de schepping, over dat die schepping in de zonde zal vallen en verlost moet worden! Nu begrijp ik 1 Petrus 1:20: het Lam dat voorgekend is voor de grondlegging der wereld! Zij hadden het samen al afgesproken… Met Kerst gaat Jezus het plan uitvoeren. Wat hebben de Vader en de Zoon toen eigenlijk gedaan? De Vader was de ontwerper van de aarde en de Zoon de uitvoerder. Vers 30 zegt dat de Zoon het lievelingskind is. Dit wordt ook vertaald met kunstenaar, uitvoerder, craftsman, uitvoerder. De Zoon is Gods Beminde, maar ook zijn Bouwmeester! Ook heeft de Zoon zich bereid verklaard om het verlossingswerk te gaan doen en Hij was spelend voor Gods aangezicht: Hij vindt een bron van blijdschap in de Vader, maar ook in de mensen! De Zoon is zo vrolijk met God, de mensen en met Zijn verlossingswerk. Zijn wij ook blij met Hem? De Zoon en de Vader waren elkaars bezit, al voor de schepping. Wat een groot wonder is dan Kerst! De Bouwmeester van de wereld wordt slaaf van de gevallen schepping. Hij verliet de schoot van de Vader om in de schoot van de aarde te eindigen… wat een vernedering. Ook voor mij hebt Gij Uw rijkdom ontzegd, een groter contrast is niet mogelijk. De mensen hebben het spel van de Zoon en de Vader kapotgemaakt door de zonde. Wat moet dat voor de Vader betekend hebben? Vader David huilde om Absalom; was ik maar voor jou gestorven! Johannes 3:16: Hij deed het uit liefde, maar het deed Hem zoveel pijn… wat een dankbaarheid!

Bij de schepping
Vers 27-29 vertellen de eerste scheppingsdagen en dat de Zoon erbij was. Met z’n Drieën hebben zij de aarde gemaakt. De Vader ontwierp en de Zoon voerde uit in de kracht van de Geest. Volgens de evolutie is God ooit een keer begonnen, is alles daarna geëvolueerd en is het kwade er altijd geweest. Christus komt daar niet in voor, maar in vers 31 gelukkig wel. Christus wilde met de mensen spelen op de aarde! De Zoon was zo betrokken bij de schepping! Hij vroeg aan Job: ‘Was jij erbij toen ik de aarde grondvestte? Stond je erbij met je camera?! Wie heeft de afmetingen bepaald?!’ De Zoon weet het, wij niet. We mogen wel een beetje bescheidenheid leren met onze theorieën…

Bij de mensenkinderen
Zie je de rode draad? Het wordt Kerst in vers 32: Zijn bron van blijdschap lag bij de mensenkinderen. In de zesde scheppingsdag hadden de Vader en de Zoon de meeste vreugde, wat een meesterwerk! Tot leven geblazen door de adem van de Almachtige. Toen viel de mens… en het smartte God aan Zijn hart dat Hij de mens gemaakt had. Bunyan schrijft in de Heilige Oorlog over Koning El Shaddai en prins Immanuël en stad Mensenziel die wordt ingenomen door Diabolos en het standbeeld van de koning wordt omvergerukt. Toen dat bericht de koning en de prins bereikte, barstten zij in tranen uit. De hemel weende toen de mens in zonde viel. God had het nooit gewild, maar wel geweten. Zelfs nu hield Hij nog van de mensen en had nog steeds in hen een welbehagen en met kerst mocht Hij gaan van de Vader. Hij kon het kruis verdragen en de schande verachten met het oog op de eeuwige vreugde die ons en Hem wacht! De menswording is het bewijs dat Hij intense belangstelling en vermaak in ons heeft. Komt laten wij aanbidden, die Koning! Vaders schootzoon, dat is uw Middelaar! De wereld was niet vreemd voor hem. Wel een puinhoop, kapotgemaakt door de mensen. De Wijsheid roept: ‘Eet van Mijn brood en drink van Mijn wijn. Kom tot uw Heiland, toef langer niet!’ Amen.

Categorieën