17 juni 2018

Davids begeerten

Predikant:
Bijbeltekst: Psalm 27:4
Dienstsoort:

Samenvatting

Schriftlezing: Psalm 27
Thema: ‘Davids begeerte’
1. Dat David begeert
2. Wat David begeert

Psalm 27 heeft een moeilijke achtergrond voor David: vers 2 spreekt van vijanden, vers 4 zegt dat David op de vlucht is, vers 10 geeft aan dat David zich alleen voelt en in vers 12 lezen we dat hij vals beschuldigd wordt. Toch belijdt David dat de Heere boven zijn leven staat, ‘mijn licht en mijn heil’. David heeft niet altijd op die toonhoogte gezongen, maar hier mag hij leven van het nochtans van het geloof. De Heere staat boven de omstandigheden. Gods kinderen gaan niet op hun pantoffels naar de hemel toe, maar door de strijd heen naar de overwinning. David begeert van God dat hij alle dagen van zijn leven in het heiligdom mag zijn. Het gaat David niet om een gebouw, maar om de nabijheid van de Heere.
Begeren betekent dat je ergens je zinnen op zet. Eén ding is wel weinig hè… Als je jarig bent, weet je wel meer dingen te noemen die je wilt hebben. En heb je het ene ding in bezit, dan weet je wel weer iets nieuws, zoals Achab die de tuin van Naboth wilde hebben, terwijl hij al heel veel dingen had. Een mens wil altijd meer, maar David zegt: één ding heb ik begeerd. Wil hij niet verlost worden van al die vier moeilijke dingen? Natuurlijk wel, maar dat ene ding is centraal in mijn leven. Dat ding is een overkoepeling: de gemeenschap met God. Al dat andere wat ik graag zou willen, valt daaronder. Zonder de Heere is er geen eenheid in ons leven, omdat alle dingen losstaan van de Heere. Wat baadt het een mens zo hij de gehele wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel… dan heb je alleen maar verlies.
David begeert van de Heere, het enige adres. Spurgeon zegt: ‘De Heere is de bron, waar het levende water uit voortvloeit, de deur, waar de gemeenschap wordt ondervonden, en de bank, waar uitgedeeld wordt.’ ‘Dat zal ik zoeken’, hoe zoekt David? Door de middelen: Zijn Woord, het gebed, het geloof. David worstelt aan de genadetroon. Leven uit Christus leidt tot gebedsleven.
Wat begeert David dan? Te wonen in het huis van de Heere. Een mens wil overal wonen, maar vanuit zichzelf niet in het huis van de Heere. Daar zijn waar de Heere is, spreekt en werkt. Dat moet fundamenteel zijn in mijn bestaan. Gaat je hart zo naar de Heere uit? In psalm 51 zien we de dorheid van Davids leven, maar hier zien we het verlangen van een bruid naar haar bruidegom. Heb je je doel bereikt als je een baan hebt en gezondheid? Of ligt je doel hoger?
Waarom verlangt David dit? Ten eerste voelt David zich bij de Heere thuis. Hij kan zijn zorgen bij de Heere kwijt, zoals verdrietige kinderen bij hun moeders. Maar bovenal voelt David zich thuis bij de Heere als het gaat om zijn zonden. Hij kan zijn zonden belijden bij de Heere, dat staat in vers 4. David zegt dat de lieflijkheid van de Heere betekent dat de Heere zichzelf wegschenkt daar in het heiligdom. Ontmoeten we de Heere zo in de kerk en in onze slaapkamer? Kennen we Jezus als de grote Behouder? De grote Weldoener die de zonden vergeeft aan de voet van het kruis. Daar zijn de offers in het Oude Testament een verwijzing van. De priester en het offer wijzen heen naar de Messias. De Messias en de vergeving van de zonden zijn aanwezig in de belofte in de tempel. Daarom wil David daar zijn.
David besluit onze tekst met onderzoeken. Heere wat bedoelt U daarmee? Op de leerschool van de Heilige Geest mag je steeds meer inzichten krijgen in wie Hij is. Kennis die rechtstreeks uit de hemel komt. Waarom? Omdat Hij verlangt naar Zijn Kerk! Ken je dat wederzijds verlangen? ‘Wie zeggen de mensen dat Ik, ben … maar jij, wie zeg jij dat ik ben?’
Amen.

 

Categorieën