De bekering van Saulus
Samenvatting
De bekering van Saulus
Er gaat een wissel om in Handelingen 9; een farizeeër van goede komaf, de geleerde Saulus wordt stil gezet en krijgt zicht op Jezus. Saulus heeft veel geschreven over zijn leven; eerst, eertijds en daarna. Het gaat niet alleen om de horizontale dimensie, maar bovenal over de verticale.
Saulus schreef over zichzelf als een farizeeër uit de stam van Benjamin die uit de Bijbel geleerd had van Gamalïel, samengevat : onberispelijk! Dat doet je denken aan de farizeeër die God dankte dat hij niet was als die tollenaar. Bent u degelijk, keurig, fatsoenlijk, is er iets op u aan te merken? Of heeft u zwarte bladzijden in uw levensboek? Later schrijft Paulus over zichzelf als de grootste van de zondaren.
Een belangrijk thema vanmorgen, net als de heiliging van uw leven en groei in het geloof. Saulus was onberispelijk, zei hij zelf. We ontmoeten hem voor het eerst bij de prediking en steniging van Stefanus. Deze diaken zag de hemel geopend en Jezus staande bij de troon. Saulus past op de jassen van het sanhedrin en vindt de uitspraken van Jezus (en Stefanus) godslasterlijk. Hij gaat daar iets aan doen en vraagt een volmacht aan de hogepriester om de volgelingen van die zoon van de timmerman uit Nazarath te vervolgen. Hij gaat naar Damascus en dan, plotseling … een licht uit de hemel. Uit het donker van de macht der duisternis komt hij in het licht van de Zoon van God. Hij valt op de grond voor de Heelmeester Die hem bevrijdt. Waarom vervolgt u mij, Saulus; zijn naam wordt genoemd. Scherpe woorden van de goede Herder. Als de kerk wordt vervolgd, wordt Christus vervolgd. Hoofd en lichaam zijn één. Wie bent u, Kurios (Jahweh)? ’Ik ben Jezus’.
De Zoon van God was echt onberispelijk in Zijn leven en Zijn wezen. Het heilig Lam van God werd beladen met onze zonden en ongerechtigheden en stierf aan het kruis.
Saulus komt anders in Damascus als dat hij gedacht had. De mannen die bij waren, zagen niemand maar hoorden wel een stem. Later staat het andersom: ze hoorden niet, maar zagen wel. Je hoort het evangelie, maar niet de stem van Jezus. Het is wel licht, maar je ziet het Licht niet. Maar Christus roept ook nu en zegt ‘Ik ben Jezus!’