De geboorte van Jacob
Samenvatting:
Tekst voor de verkondiging: Genesis 25 vers 26
“Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte.”
Wij denken aan Jacob als de man die zijn vader Izak en broer Ezau bedroog. Zijn naam zou zelfs ‘bedrieger’ betekenen. Het gaat zelfs zover dat het uitmondt in Jodenhaat. En waar dat toe leidt weten we uit de vorige eeuw, maar dit verderfelijk verschijnsel bestaat nog steeds. Jacob was een zondig mens, maar de Heere had hem een plek gegeven in Zijn heilsplan gegeven. God ging Zijn weg met hem en Jacob ging door genade zijn weg met God.
De geboorte van Jacob
- Een teken van Gods trouw
Het duurde twintig jaar voordat Rebekka zwanger is van Jacob en Ezau. Ze was gezegend door haar familie, ze zou tot een groot volk worden, maar werd beproefd. Izak heeft gebeden om kinderen. Het gaat niet om ‘kinderen nemen’, maar ontvangen van de Heere. Het zal zwaar geweest zijn om zo lang te moete wachten om de verhoring op hun gebeden. God had het beloofd; dan hoefden ze toch niet te twijfelen.
Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En de HEERE liet Zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd.De Heere verhoort, er worden twee zonen geboren. God is trouw, de heilslijn gaat verder naar de Heere Jezus. Gods trouw is er ook in ons leven, misschien zien we dat pas later. Izak en Rebekka zijn verwonderd en blij. Maar ook in de toekomst zullen ze moeten leren op God te blijven vertrouwen.
- Een teken in de moederschoot
De tijd van verwachten is voor Rebekka ook een tijd van strijd en verwarring geweest. De kinderen stootten tegen elkaar in haar lichaam. Ze voelt dat dit ongewoon is. Waarom overkomt mij dit, vraagt ze. Ze is eindelijk zwanger en dan dit onheilspellende in haar. Gaat dat bij u ook zo? Het ging zo goed en ineens lijkt alles tegen te zitten… Waarom? Brengt het u bij de Heere? Rebekka wel. Ze stort haar hart uit in het veld. God antwoordt: ’Twee volken zijn in u, ze zullen zich vaneen scheiden. Een volk zal de overhand hebben, de oudste zal aan zijn jongere broer onderworpen zijn’. Israël overheerst de Edomieten, Idumea gaat op in Judea. God is soeverein, hij is vrijmachtig om Zijn plan uit te voeren. Het is Gods welbehagen en Zijn genade dat het zo gaat. De ene broer was niet zondiger of beter dan de ander.
De Bijbel laat zien dat iedereen die in God geloofd, zalig mag worden. We mogen niet zeggen: God heeft alles toch al bepaald, wat maakt het uit wat ik doe. Bidt tot God en belijd je zonden. Hij is genadig en wijst geen zondaar af. Als we Hem kennen, danken en loven we Hem, nu en eeuwig.