1 mei 2016

De grondbeginselen van het geloof

Predikant:
Bijbeltekst: Hebreeën 11:6
Dienstsoort:

Samenvatting

de grondbeginselen van het geloof
1. geloof in de Schepper (vers 3)
2. geloof in het offer (vers4)
3. geloof in de omgang (vers 5)
4. geloof in het oordeel (vers7)

In hoofdstuk 11 gaat het over het geloof, in hoofdstuk 12 over de hoop en in hoofdstuk 13 over de liefde.  Het geloof in de Schepper In hoofdstuk 11 zien we een rij geloofshelden. Dat is niet vergelijkbaar met de lintjesregen of met een serie portretten van dominees, of van rooms-katholieke heiligen op een rij. Ik zou ook heel wat van hun zwakheden op kunnen noemen. Abraham nam bijvoorbeeld Hagar en dat was een daad van ongeloof...Het lijkt wel alsof de Heere in het Nieuwe Testament hun fouten wil bedekken. Die zijn bedekt door het bloed van Christus en daar komt God nooit meer op terug. In de apocriefe boeken, bijv. Jezus Sirach staat ook een galerij van Oudtestamentische mannen die verdienen om geprezen te worden. Maar daar worden alleen mannen genoemd, maar hier in Hebreeën worden ook vrouwen genoemd. Het ware geloof ziet voorwaarts, op de belofte die God gegeven heeft, maar ook vooruit en opwaarts tot God.  In vers 3-7 komt er een soort inleiding.
Vier dingen moet je heel duidelijk weten voor je nadenkt over het christelijk geloof en die geloofshelden. Er komen als het ware vier fundamenten, vier heipalen. Het gaat over de basisbeginselen. Eigenlijk moet je doorlezen tot hoofdstuk 12: 1: Wij dan ziende op Jezus, de overste Leidsman van het geloof. Om Hem gaat het uiteindelijk.

Eerste pijler: dat er een Schepper is. God erkennen als de Schepper. Als je dat niet doet dan heb je zelfs nog geen begin van geloof in je hart. Hij heeft deze wereld tot stand gebracht, bereid, geordend, zodat er evenwicht is en niet ontwricht. Zoals een aanstaande moeder een kinderkamer op orde maakt voor de komst van de baby. Zo heeft God de hele wereld in 6 dagen de wereld bereid om de mens te kunnen ontvangen op die aarde. Als je niet gelooft in een Schepper wordt het nog raadselachtiger in het leven. Die machtige Maker formeerde ook mijn hart. Naar Zijn wil heeft Hij alles gemaakt. Hij heeft je gewenst, Hij wilde je maken. Hij heeft de sterrenhemel tot stand gebracht, ook de dierenwereld en ook de plantenwereld. Dat is een feit, dat je in de eerste plaats gelooft. God heeft dat gedaan door het spreken: Er zij licht. Als God Zijn krachtig woord zendt, dan is er maar 1 woord nodig. Door datzelfde woord houdt Hij de wereld in stand. Wij hangen niet ergens in de lucht en gaan niet in de richting van een diep zwart gat waarin we verdwijnen. Wij hangen aan het Woord van God. Wij hangen aan Zijn spreken. Wat een neerbuigen van God....Dat Hij neerbuigt in de richting van Zijn schepselen en Zijn hand reikt tot Adam en Eva. God die zich zo veel mogelijk neerbuigt om Adam aan te raken. Hij formeerde mijn hart en Hij schiep me door Zijn Woord. Dat Woord is ook vlees geworden. De Heere Jezus is Medeschepper. Dat woord kreeg een gezicht in de Heere Jezus. Hoe zit het dan met de wetenschap? Kennis vergaren is nog iets anders dan de werkelijkheid doorgronden. Er zijn allerlei wetenschappen die een stukje van die werkelijkheid doorgronden. Maar uiteindelijk heeft God het eerste woord. Als je dat fundament ondermijnt, tasten we de kern aan. De dingen zijn ontstaan niet uit oermateriaal, geen oersoep, maar uit het onzichtbare, staat er. Als we door het geloof naar de wereld kijken, dan zien we iets van Zijn almacht, juist ook in de Schepping. Kijk naar de vogels, kijk naar de leliën in het veld. Je ziet dan Gods liefde, wijsheid en almacht erdoorheen schitteren. Kijk naar de veelsoortigheid van dieren, planten. Dank voor alles wat U hebt volbracht Heere.....er zijn heel wat psalmen en geestelijke liederen die de lof op de Schepper bezingen. De catechismus gaat nog een stap verder: dat ik deze machtige Maker nou om Christus wil mijn Vader mag noemen. Wat een grote genade. Mijn hemelse Vader kan alles, omdat Hij de grote Schepper is. Hij is onze intieme Vader, maar die intimiteit moet wel samengaan met grote eerbied. Ik geloof in God de Vader, de almachtige Schepper van hemel en aarde. Maar het is nog heerlijker als je ook gelooft dat Hij Jouw Vader is. Je kunt geloven in de vergeving van zonden, maar geloof je ook dat jouw zonden vergeven zijn? Dat is nog heerlijker.

Tweede heipaal en fundament onder het geloof is vers 4: dat gaat over het offer. Die schepping was zeer goed gemaakt, er waren geen boosaardige machten en krachten, maar alles is door de zonde kapot geworden. Het bederf van het beste werd het slechtste. Alles bezoedeld. De kosmos werd een chaos. God heeft de wereld mooi gemaakt, maar het werd een puinhoop. Daarom was er een offer nodig en dat voelde Abel aan. Abel zag in dat je alleen maar voor God kan bestaan op grond van een plaatsvervangend offerlam. Dat moest sterven in jouw plaats. Dat offer alleen is de grond waarop ik aangenomen kan worden door God. Er moest bloed voor mij vloeien. Om mij een grond te bieden waarop ik rechtvaardig voor God kan verschijnen. De allereerste geloofsheld is niet Adam maar Abel...Dat is opmerkelijk. De Heilige Geest wil ons laten weten dat je alleen kunt bestaan op die grondslag. Dat is de enige weg om tot God te naderen. Toen Abel geboren werd was hij de eerste die dat dier moest slachten...Hij ziet dat bloed van dat beest en beseft dat hij alleen zo voor God kan bestaan. God had dat voorgedaan door zelf de eerste dieren te slachten en met de huid zijn ouders te bekleden. Abel besefte dat en zag door het geloof dat hij daarom alleen voor God kon bestaan. Kaïn offerde ook, was ook een godsdienstig mens, maar hij had alleen godsdienst en geen geloof. Waarom was Abels offer beter? Kain probeerde met zijn eigen inspanningen voor God aangenaam te zijn. Abel zag dat het dier in zijn plaats moest sterven omdat hij in zichzelf niet rechtvaardig was.
Kain bracht niet van de eerste vruchten van zijn land, niet het eerste, niet het beste. Hij gaf God wel wat, maar niet het eerste en het beste. Stel dat je de schillen aan een ander geeft en zelf de vrucht opeet....dat zou erg zijn. Buitenkantgodsdienst geeft de schillen aan God en houdt de kern voor zichzelf. Dan geef je niet je hart. Door het offer van de Heere Jezus en door het geloof in dat offer, word je rechtvaardig voor God. Hoe heeft God daar van getuigd? God nam het offer van Abel aan en dat van Kain niet...hoe wisten ze dat? Misschien was het altaar van Abel aangestoken met vuur uit de hemel en bleef het vuur bij Kaïn uit.....dat zou kunnen maar we weten het niet. Abel is gedood door zijn broer, vermoord. Dit hoofdstuk begint met een moord. Maar het eindigt met het offer van Christus. Godsdienst kan het geloof nooit velen, Kain was hatelijk naar Abel. Bij de schepping had de Heere slechts te spreken en het was er. Maar voor de verlossing was er meer nodig dan een woord. God moest een werk doen, namelijk het bloed van de Heere Jezus, het lam van God. Scheppen kostte God niks, maar om zondaren te verlossen kostte het God alles. Zijn eigen geliefde Zoon. Dank u voor alles wat U hebt volbracht Heere Jezus....Als ik bedenk hoe God zijn zoon niet spaarde maar voor mij stierf......Geloof in het offer is een fundament van het geloof.
arknoach01052016 Derde pijler is de omgang met God. Henoch is het voorbeeld van iemand die wandelde met God. Hij behaagde God, hij wandelde met God en dat is in het Grieks hetzelfde woord. Wat is leven door het geloof? De wandel met en het geloofsvertrouwen in God. Verborgen omgang met de Heere kennen. Zoals Henoch was ingewijd in de hartsgeheimen van God. God deelde hartsgeheimen met hem. De Heere vindt dat fijn. Als je met Hem wandelt vindt God dat fijn.
Henoch wilde graag God blij maken en daarom wandelde hij met Hem. Door Hem erbij te betrekken maakte Henoch God blij. God voorop en ik mag volgen. Wandelen met God...als je dat doet dan rust Zijn welgevallen op jou. Henoch was een van de weinigen in zijn tijd die dat deed. Henoch was ook een profeet, hij profeteerde en bestrafte ook mensen die zonde deden. Henoch had het ook niet gemakkelijk. Ook in die boze tijd was het mogelijk om met God te wandelen. God heeft getuigenis aan hem gegeven dat hij God behaagde.....Henoch wilde graag een gehoorzaam kind van Hem zijn en geen ongehoorzaam kind. Dat leer je het meest in de diepte. De hoogtepunten van de omgang met God zijn vaak de dieptepunten in ons menselijk leven. ..schreef een dominee. Henoch heeft de dood niet gezien want de Heere nam hem weg. Als je met God wandelt gaat de Heere je overzetten.....dan verander je als kind van God wel van plaats maar niet van gezelschap. Diezelfde God gaat mee en die is daar ook en die gaat ook mee door dat dal van de dood. Christus trekt mee en de Vader wacht. Henoch was er niet meer want de Vader nam Hem weg. Henoch veranderde van plek maar niet van gezelschap. De aftakeling werd Henoch bespaard...de Heere had hem weg genomen. Wie in Mij gelooft en Mijn woorden bewaart zal de dood in haar verschrikking niet zien. Kinderen van God sterven niet maar mogen ontslapen, zich in Jezus’ armen leggen en wakker worden aan de andere kant. Wakker worden met Zijn beeld.....De wandel met God werd bekroond met dat je bij de Heere in mag trekken in het Vaderhuis. Heeft uw pad en Jezus' pad elkaar gekruist? Heb je Hem ontmoet? Henoch is 365 jaar geworden en toen nam God hem weg. Henoch was 65 en toen verwekte hij een zoon. Nadat die zoon geboren was, is hij met God gaan wandelen. Vanaf het moment dat hij voor het eerst vader werd, ging hij wandelen met God en hij ging daar 300 jaar mee door. Henoch zag zijn zoontje liggen. Methusalach en door zijn zegening ging hij met God wandelen.  Je kunt ook met Gods gunsten overladen zijn en daardoor met God gaan wandelen. Niet iedereen gaat door een dal heen, het kan ook beginnen met Gods zegeningen waar je klein onder wordt.  Vers 6 heb ik vaak verkeerd begrepen. Maar het is geen evangelisatietoespraak voor onbekeerde......De les is juist dat God jou zoekt. God zoekt mensen, zondaars die van Hem weg lopen. Als Hij jou gevonden heeft, ga je Hem zoeken om Hem beter te leren kennen. Dan zoek je Zijn vriendelijk aangezicht en wil je Zijn gunst leren kennen. De gelovige die weet dat er bij God nog meer te verkrijgen is dan vergeving van zonden.

De vierde pijler gaan we volgende week bespreken. Daarbij gaat het erover dat je als gelovige niet alleen de verborgen omgang met de Heere mag kennen, maar dat je ook een openbare getuigenis mag geven hier op deze wereld. Dat je ook getuige in deze wereld mag zijn als gelovige. Henoch predikte de gerechtigheid. Niet alleen met je hart, maar ook in je handel en wandel, dus ook de horizontale lijn. Over Henoch gaan we volgende week verder.

Categorieën