De Leidsman gaat ons voor
Samenvatting
Vaak hebben wij leiding nodig in het leven. Zo heb je op je werk een leidinggevende en een trainer bij de sport. Zo iemand helpt je om zelf de weg te vinden, maar blijft ook in de buurt. Ook als het gaat over het geloof in God hebben wij een leidsman nodig. In onze tekst zien we dat Jezus de leidsman is, Hij gaat voorop. Het Griekse woord voor Leidsman bestaat uit twee woorden die betekenen ‘eerste’ en ‘leiden’. Ook in de psalmen wordt vaak gesproken over de leiding van God, bijvoorbeeld in Psalm 73 ` U zult mij leiden door Uw raad’.
De leidsman Christus komt naar ons toe en nodigt ons uit Hem te volgen. In vers 5 zien we waarheen Hij ons uitnodigt Hem te volgen: naar de komende wereld. Dit is een woord dat verwachting oproept; er komt iets nieuws aan. Wij mensen zijn vaak met de toekomst bezig. In de Hebreeënbrief gaat het over de komende wereld, dat wat God van plan is. De komst van Jezus is daarvoor beslissend. Daarom begint dit hoofdstuk ook met de waarschuwing om de zaligheid niet te negeren.
God heeft de komende wereld niet onderworpen aan de engelen. Hier wordt Psalm 8 geciteerd. God heeft Zijn eigen zoon gezonden naar deze wereld om verloren mensen te redden. In vers 7 liggen Jezus’ lijden en overwinning dicht bij elkaar. Wij mogen uitzien en hopen op Gods toekomst, ook al zien we daar vaak zo weinig. Vers 8 zegt ook ‘wij zien nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn’. Dat is zo herkenbaar. Wij zien wat voor ogen is: een uitbraak van een virus in China, de dreigende escalatie in het Midden-Oosten. We zouden zo graag willen zien dat aan Christus alle dingen onderworpen zijn. De schrijver zegt echter niet alleen wat wij níet zien, maar ook wat we wél zien: ‘wij zien Jezus met eer en heerlijkheid gekroond’. Dat is het refrein van de Hebreeënbrief en dat is ook onze redding. Tegelijkertijd roept dat de vraag op of wij Jezus ook echt zien? Zien wij Hem door het geloof? Zien wij Hem als onze zaligmaker?
Nu is Jezus in de hemel bij Zijn Vader, maar Hij heeft deelgehad aan het leven op aarde om daardoor de dood en de macht van de dood teniet te doen (vers 15). Jezus is gekomen om ons te verlossen van de dood, maar ook van de angst voor de dood. Ook Gods kinderen kunnen angstig zijn voor de dood, ook al is er de verlossing van ons leven. Die angst kan zijn als slavernij, we kunnen onszelf er niet van bevrijden. Maar Jezus heeft de boze teniet gedaan, de boze die de macht over de dood bezat. Het zien op Jezus is de lichtbundel die schijnt in deze brief. Als we vrees ervaren, mogen we dat bij Hem neerleggen. We weten niet hoe ons leven zal lopen, maar we weten wel dat Hij ons ziet en dat wij Hem zien.
In vers 10 lezen we ‘want het paste Hem…’. Daarin hoor je iets van een verklaring op de vraag waarom de Zoon moest lijden. Het was een goddelijke noodzaak. God wordt hier aangeduid als degene ‘om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn’. God is het doel van alle dingen, maar ook de oorsprong van alle dingen. Wij hebben soms misschien een andere mening over wat God had moeten doen, maar het paste Hem om op deze manier veel kinderen tot heerlijkheid te brengen. God haalt ze weg uit de vrees van de dood en zet ze in Zijn Glorie. Het woordje ‘veel’ staat er niet voor niets: het is een uitnodiging voor allen die het evangelie horen.
Het is goed om in de komende weken het lijden van Christus te overdenken. Het aardse leven van Christus wordt getekend door lijden. Het was een korte tijd (vers 7), maar dat maakt de intensiteit er niet minder om. Waarom was dat lijden nodig? Door het lijden kan Jezus heiligen, volmaken. Het woord ‘heiligen’ verwijst naar de priesterdienst. Iemand die geheiligd is, kan voor God verschijnen. Zo kon Jezus voor God verschijnen om Zijn priesterdienst te vervullen. Jezus werd Zelf door het lijden geheiligd, maar in die weg kunnen ook wij geheiligd worden. Jezus kwam in onze plaats. Hij kwam naast ons staan en weet precies wie wij zijn. Hij deed het om veel kinderen tot glorie te brengen. Zo is Hij de leidsman van onze zaligheid. Hij leidt ons door Zijn Heilige Geest. Laten wij ons ook leiden? Het tegenovergestelde van leiden is afgeleid worden. Steeds is er in de Hebreeënbrief de waarschuwing voor afleiding en verleiding. Daarom is er ook de aansporing: ‘Laten wij het oog gericht houden op Jezus, de leidsman en voleinder van het geloof’.
Hij zal leiden Hij zal leiden 't zacht gemoed
In het effen recht des HEEREN.
Wie Hem need'rig valt te voet,
Zal van Hem zijn wegen leren.