De Pilatusvaag
Samenvatting
1. Ernstige kwestie
2. Eigen keus
3. Eeuwige consequentie
Er schijnt dat je in Milaan een mooie kathedraal hebt met drie ingangen: een zij ingang heeft een bos bloemen met een kruis. Tekst erbij: de dingen die we mooi vinden zijn tijdelijk. Bij het kruis staat de dingen die we moeilijk vinden zijn tijdelijk. Bij de hoofdingang: de belangrijke dingen zijn eeuwig.
Vanochtend gaat het over de allerbelangrijkste vraag tot iedereen persoonlijk. Pontius Pilatus stelt die vraag, een Romeinse stadhouder op Goede Vrijdagmorgen. Hij moet rechtspreken over Jezus. Hij is eigenlijk ook een prediker, alleen niet bewust. Pilatus houdt een preek met drie punten: 1) zie de mens, 2) jullie moeten kiezen wie je dienen zult 3) wat zal u/ik doen met Jezus, die Christus genoemd wordt? Er wordt niet gevraagd wat je met je geld, je vakantie of je kinderen doet, nee, het gaat om Jezus.
Die vraag geldt ook voor Moslims, in de koran wordt Jezus ook de Christus genoemd. Als je evangeliseert moet je Jezus zo dichtbij brengen dat mensen niet aan Jezus kunnen ontkomen. Wat zou je antwoorden op die vraag? Het is een truc van de duivel om ons met andere vragen bezig te houden. Onder refojongeren werden onlangs allerlei vragen gesteld over bioscoopbezoek, zondagsbesteding, gezinsvorming … Eén vraag stond er niet bij: wat doe je met Jezus? Je mag geen leidinggevende zijn als je geen persoonlijke band met de Heere Jezus hebt.
In welk verband staat deze vraag? Jezus wordt voor de Romeinse stadhouder gedaagd. De koning der Joden voor de Romeinse machthebber. Er worden zeven vragen gesteld in Mattheus 27. De rechter sjoemelt. Hij wordt beschreven als een wrede man. Hij is ook onrustig, gaat iedere keer naar buiten en naar binnen. Hij weet geen raad met Jezus. Op een dag staat Jezus voor jou. Er zijn ook mensen die weten zich geen raad zonder Jezus. Ben je verlegen met of om Hem.
Er komt een eeuwigheidsmoment, een kruispunt. Pilatus wil eerst van Jezus afkomen, Hem afschuiven naar anderen. Dat lukt niet. Dan stuurt hij Jezus naar koning Herodes. Die ondervraagt Hem en stuurt Hem terug. Dan staat Hij weer voor hem. Je komt niet zo makkelijk van Jezus af. Dan zegt hij dat het volk het maar moet beslissen. Wie komt er vrij, de moordenaar of de middelaar? Dan mengt zijn eigen vrouw, Claudia, zich erin. Ze heeft een droom gehad over Jezus: Hij openbaarde Zich als de Rechtvaardige en ze wil dat Jezus vrij uit gaat. Dan roept hij in wanhoop uit: Wat moet ik dan met Jezus? Luister naar je vrouw, naar je eigen geweten? Had die vraag aan God gesteld.
Nu komt die ernstige vraag naar ons toe. God stelt Jezus op onze weg. De meesten van ons zijn met Hem opgegroeid. Ook in de prediking: je schudt Hem van je af of je beantwoordt zijn roep. Wat doe je als het heel dichtbij komt? Ook als je het evangelie maar één keer hebt gehoord, dan verwerp je Hem of neem je Hem aan.
Wat doe je? Van je af schuiven, voor je uit schuiven? Je kunt alles wegdoen maar dan krijg je toch op een andere manier, via een andere kant, weer met Jezus te maken. Je kunt Jezus niet ontlopen. Wat hebben mensen eigenlijk tegen Hem?
2. Eigen keus
Het is een multiple choice vraag. Eerst naar Pilatus. Vrijlaten of niet? Pilatus wilde een vriend zijn van de keizer en de mensen. Pilatus koos voor zichzelf, zijn eigen carrière tegen zijn geweten en waarschuwingen in. Pilatus koos niet als Mozes: die de smaadheid wilde dragen en bij het volk horen. Hij kwam tot het zijne en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. De rijke jongeling koos ook verkeerd. Jezus zag alleen maar zijn rug.
Nu stellen we de vraag aan onszelf. Je hoort weer de naam van Jezus, Hij is niet weg te duwen. Het is voor of tegen, niet alleen op zondag maar ook op zaterdagavond wordt diezelfde vraag gesteld. Soms kan Jezus in een preek zo dichtbij zijn, je voelt je gegrepen. Het moet anders in mijn leven: ik moet de Heiland met me hebben. Wat doe je met die roepstem? Wat zijn de mogelijkheden?
• Je kan Hem onteren, schoppen tegen God en de Bijbel, tegen Hem zijn, Hem haten
• Je kan Hem negeren, links laten liggen, Hem laten praten, je voelt het maar je stop je vingers in je oren, je wacht totdat het kloppen overgaat
• Je kan Hem afweren, op een nette of intellectuele manier of door de drukte of door de mensen in de kerk, de Bijbel is te moeilijk
• Je kunt Hem waarderen. Je prijst Hem aan maar je kan dan nog zelf verworpen worden. Dan worden jouw kinderen je rechters. Je hebt nog nooit echt voor Hem gebogen
• Je kunt Hem vereren. 1 Kronieken 12: 38: mannen kwamen met een volkomen hart naar Hebron om David koning te maken. Het volk ook: Zij maakten hem koning. Een christen is iemand die Jezus uitroept tot koning over zijn leven. Heb jij dat al gedaan? Wat doe je met Hem, heb je Hem al omhelsd, Hem te voet gevallen, ben je onder Zijn behandeling met je zieke hart? Dan ga je als Saulus op de knieën. Je aanbidt Hem.
Ja, dan aanbidt je Hem. Maar als de wereld weer trekt, of je stille tijd lijdt onder de drukte? Dan komt Hij weer in die stille stem. Krijgt Hij dan de laatste restjes van je tijd?
Je antwoord op die vraag is bepalend voor wat Hij straks doet met jou. Wat Jezus met Pilatus gedaan heeft, staat niet in de Bijbel. Drie jaar later viel Pilatus in ongenade bij de Romeinse keizer. Hij moest zwerven, volgens een legende. Hij wilde zelfmoord plegen. Je vind geen rust als je met Jezus geen raad weet. Volgens de legende wilden de wilde dieren hem niet opeten, het water en een vulkaan wilden hem niet hebben. Uiteindelijk is hij in Zwitserland van de Pilatusberg gesprongen. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. De rechter staat op een gegeven moment voor de Rechter.
Nu staat het onschuldige Lam van God voor de rechter Pilatus, maar eens draaien de rollen om. Jij staat er op een gegeven moment ook. Persoonlijk oog in oog met Jezus, met de gekruisigde. Wat zal Hij met jou doen? Dat ligt eraan, wat je met Hem gedaan hebt. Als je tot Hem roept en naar Hem gaat, opent hij zijn Heilandshart en laat Hij zijn bloed stromen over jouw zondige leven. Hij zal je leiden tot in het Vaderhuis. Voordat de poort open gaat, wordt er een vraag gesteld: What have you done with my Son?
In de jaren 50 en 60 had je de Maranathabeweging. Twee zingende zusjes zongen het mooie lied:
Wat doet u met Jezus, Gods zoon
zo klinkt het op ernstige toon.
Zijn uw hart en uw stem
gewijd reeds aan Hem?