14 juli 2019

de zegen van het zendingswerk

Predikant:
Bijbeltekst: Handelingen 8:39
Dienstsoort:

Samenvatting

Lukas heeft twee boeken geschreven: het evangelie van Lukas en het boek Handelingen
van de apostelen. In het eerste boek heeft Lukas geschreven over het leven van Jezus,
dat eindigt met de Heere Jezus in de hemel. In het boek Handelingen gaat het over wat de
Heere Jezus nu doet. Wij dienen een levende Jezus die regeert als Koning. Overal gaan
de mensen de boodschap van het evangelie horen: Jezus die verlost van de zonden en
regeert als Koning. Aan het einde van dienst worden we allemaal uitgezonden om dit
evangelie te verspreiden. Soms worden er mensen verder uitgezonden, bijvoorbeeld naar
Afrika.
De zegen van verwondering
In vers 26 t/m 28 staan er tenminste vier dingen om je over te verwonderen. Ten eerste
lezen we van een engel die een boodschap van God doorgeeft aan Filippus. Ten tweede is
het een wonder dat Filippus luistert: hij staat op en gaat in de richting van Gaza. Filippus is
naar Jeruzalem gegaan en heeft daar Jezus ontmoet. Later moet hij naar Samaria gaan
om daar het evangelie te verkondigen. Als het evangelie vrucht draagt, wordt Filippus toch
gevraagd om naar het zuiden te gaan. Het derde wonderlijke is dat hij een reizende
Afrikaan tegenkomt: een minister van financiën. Hij had een lange reis naar Jeruzalem
gemaakt. God was dus al bezig met deze man. Het vierde wonderlijke is dat hij uit het
boek Jesaja aan het lezen is. Het bezoek aan Jeruzalem viel tegen, want hij mocht als
heiden niet verder komen dat het voorhof van de tempel. Toch heeft hij een boekrol
gekocht. Hij wilde kennelijk toch iets vinden. Op deze manier komen de wegen van
Filippus en de Afrikaanse man bij elkaar. Zending is ontmoeten van gelovigen met andere
mensen.
2. De zegen van vreugde.
Filippus vraagt aan de Afrikaanse man of hij begrijpt wat hij leest. De Afrikaanse man heeft
behoefte aan uitleg. Dat geldt ook voor de moslims die wij tegen kunnen komen: kunnen
wij hen vertellen over wie de Heere Jezus echt is? Het evangelie is een mooie en blijde
boodschap, maar het kan ook een harde boodschap zijn. God wijst ons af vanwege onze
zonden. Filippus mag echter verkondigen dat de Heere Jezus onze schuld en straf op Zich
willen nemen. Nu begrijpt de Afrikaanse man waar de offers van de dieren in de tempel

naar toe wezen. De Afrikaanse man wordt door dit evangelie geraakt en wil er bij horen.
Daarom vraagt hij om gedoopt te worden. Na de doop reist hij verder met blijdschap. In het
vervolg van het boek Jesaja gaat het over de beloften voor de heidenen: die heeft de
kamerling mogen lezen.
3. Zegen van het verlangen
Toen de mannen uit het water gekomen waren, werd Filippus weggenomen door de geest.
De kamerling heeft Filippus niet meer nodig. Dat kan best moeilijk voor Filippus geweest
zijn. Filippus moet weer verder op een andere plek: Asdod. Filippus moet weer verder en
moet/mag loslaten. Er is een verlangen om de verspreiding van het evangelie door te laten
gaan, zodat er velen tot geloof zullen komen. Wij mogen God loven en prijzen voor deze
uitbreiding van Zijn Koninkrijk.
Amen.

 

 

Categorieën