20 november 2022

ds. A.P Davelaar exodus 17:8-16

Predikant:
Bijbeltekst: exodus 17:8-16

Samenvatting:

Preeksamenvatting middagdienst zondag 20 november 2022, Maranathakerk Rotterdam Zuid

 

Voorganger: ds. A.P. Davelaar te Rotterdam

 

Schriftlezing: Exodus 17: 8- 13

 

Thema van de preek:

 

Preek

 

Even leek Johan Remkes de oplossing van de problemen te zijn, nadat zijn rapport gepubliceerd was. Nu er onteigeningen van boeren-bedrijven dreigen, komt het boerenprotest weer op gang. Het komt steeds vaker voor dat twee groepen tegenover elkaar staan. In dit bijbelgedeelte staan ook twee groepen tegenover elkaar: Amalek en Israel. Amalek valt aan als het volk vermoeid is en pakt daarbij de zwakste schakel: de ouderen, zieken en kinderen. In psalm 87 staat er dat er voor alle volken toekomst is, maar niet voor Amalek, want de herinnering van Amalek moet uitgewist worden (Exodus 17: 14). Waarom is dat? Amnalek is meer dan een vijand, want het valt de zwakken aan. God wil juist het zwakke beschermen. Amalek staat voor het ultieme kwaad en wil het volk van God (vanuit haat) uitroeien. Door de tijd steekt het geweld van Amalek telkens weer de kop op. Haman is een nakomeling van Agag de koning van Amalek: hij wilde het Joodse volk vernietigen. Het blijft doorgaan, denk aan Hitler die de Joden, maar ook de zwakken (gehandicapten) wilde uitroeien.

 

Onze strijd is niet tegen vlees en bloed, maar tegen de boze machten van de wereld. Wees daarom alert. De strijd van de Heere zal tegen Amalek zijn, van generatie op generatie. Als het geweld zich richt tegen het Joodse volk of de Christelijke kerk hebben we te maken met Amalek. In onze stad kunnen Joden alleen onder bewaking hun geloof belijden in een Synagoge, moslims die zich bekeerd hebben tot het christendom zijn in onze wijk niet veilig en in Nigeria kun je niet veilig naar de kerk.

 

Je staat niet automatisch aan de goede kant. We denken vaak zwart wit: de ene partij is goed en de andere partij is fout. God de Heere staat echter tegenover alle mensen: niemand is goed, behalve één, namelijk God (Lucas 8). Steeds weer moet God het opnemen tegen het kwaad, ook het kwaad van Zijn eigen volk. Het dramatische hoogtepunt hiervan is de kruisiging van Christus. Jezus eindigt in eenzaamheid: Hij wordt bespot, verraden, verloochend, of in de steek gelaten doordat zijn volgelingen op de vlucht slaan.

 

Er is strijd met wapens in het dal van Rafidim. De echte strijd wordt echter op de top van de berg gestreden. Mozes heft zijn handen op, als een soort zegen voor het volk. Als zijn handen omhoog blijven, wint het volk; als zijn handen zakken, verliest het volk. De staf van Mozes speelt hier een grote rol bij. Met deze staf heeft Mozes veel wonderen en tekenen gedaan: de staf is in een slang veranderd, heeft het water van de Nijl in bloed veranderd, een pad door de Rode Zee gemaakt, enzovoorts. De staf wordt als een banier omhoog gehouden. Het is een geestelijke strijd die in Gods hand is. Mozes kan het echter niet in zijn eentje. Aäron en Hur helpen met een steen (om op te zitten) en ondersteunen zijn handen. Samen met Aäron en Hur blijft Mozes volhouden. De Heere geeft ons aan elkaar om elkaar te helpen in de strijd tegen het kwaad. In je eentje red je dat niet.

 

James Packer typeerde christenen als “rabbit hole Christians” (konijnenhol-christenen). Deze christenen komen elke dag even uit hun “konijnenhol” om naar het werk te gaan of naar en bijbelkring. ’s avonds bidden ze voor ongelovigen die ze de rest van de dag proberen te ontlopen. Het kan ook anders. Vorige week werden er door een gemeentelid twee daklozen meegenomen naar de dienst van licht op zuid. Een jonge dakloze zei dat hij Gods aanwezigheid had ervaren, maar voegde er ook aan toe dat de duivel op de loer ligt. Op dezelfde middag was er iemand binnen geslopen en was zijn tas met waardevolle  spullen gestolen. Na de dienst heeft een gemeentelid aangeboden om de twee daklozen in haar huis op te nemen. Op de vraag waarom ze dat zou doen, zei ze “als God zegent”. De strijd om een ziel gaat door.

 

Op de heuvel Golgotha werd ook een strijd geleverd. Jezus hing ongewapend met gespreide handen aan het kruis. Hij heeft Amalek verslagen. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zal (1 Johannes 3: 8). Amalek is echter nog niet geheel verslagen, want de geest van Amalek waart nog steeds rond in deze wereld. Christus zit aan de rechterhand van God totdat Hij Zijn vijanden neergelegd heeft als een voetbank voor Zijn voeten (Mattheus 22: 44). Nu is er nog geestelijke strijd.

 

Uit de overwinning bij Rafidim put Mozes wel moed en zegt “de Heere is mijn Banier” (vers 15). In deze wereld staan mensen vaak tegenover elkaar. Kijk er echter wel voor uit dat we niet te snel oordelen over wie er goed of fout is. Zo hebben wij zowel de boeren als de overheid nodig. Schreeuwers zijn echter uit op polarisatie. Wij moeten er niet aan meedoen om elkaar in een kwaad daglicht te stellen. Laten wij ons vooral afvragen wat het echte kwaad is. Een kwaad is mateloosheid. Onze samenleving houdt echter meer in dan produceren en consumeren. Onze taak is ook om te zorgen voor de aarde, voor elkaar en voor de zwakken. Als christenen kunnen we voorop gaan om de echte kwesties aan te pakken en het kwaad te bestrijden. Samen en met naar God opgeheven handen. Laten wij ons oog vooral gericht houden op de Heere, onze Banier. In alle discussies kan ons hart zo snel koud worden. Wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen, maar hierbij altijd ons oog houden op de Heere: onze Banier. Dan is er toekomst.

 

Amen.

Categorieën