In gesprek met God (15) Dubbel en Dwars (HC zondag 52a)
Samenvatting:
Voorganger: ds. P.J. Visser te Rotterdam
Schriftlezingen:
Efeze 6: 10- 18
Hebreeën 4: 16- 18
Tekst voor de verkondiging:
Thema van de preek: dubbel en dwars
Twee gedachten:
1. Een bevrijdende inzet
2. Een indringend gebed
Preek
1. Een bevrijdende inzet
Je kunt er niet tegen op: je hebt je eigen hart tegen, de wereld niet mee en de duivel is ons ook de baas. In de catechismus staat “wij zijn zo zwak, dat we vanuit onszelf het nooit volhouden” (Zondag 52). Dat is geen zware praat, maar de eerlijke waarheid. En dat terwijl het in de catechismus over gelovigen gaat. In de vroege kerk zwoer men direct na de doop de 3 vijanden af: de duivel, de wereld en het eigen hart. Er staat geschreven “geef de duivel geen plaats” en “heb de wereld niet lief”. Het gaat hier om de wereld die in het boze gevallen is. Daarnaast staat er in de schrift “haat het kwaad en doe het goede”. Nadat je door het geloof met Christus opgewekt bent, heb je overwonnen van de duivel, de wereld en het eigen vlees.
Klopt het sombere antwoord van de catechismus dan wel? Ja, het kan zelfs opluchten dat hiermee begonnen wordt, want dat haalt een streep door de gedachte dat als je zonden doet je geloof niets voorstelt. De duivel zegt graag dat je niet vroom genoeg bent. De catechismus stelt hier tegenover dat je uit jezelf zo zwak blijft dat je, ook als doorgewinterde gelovige, geen moment stand houdt. Als je onderuit gaat is het dus geen bewijs dat je geloof nooit iets waard is geweest. In de Bijbel zijn hier duidelijke voorbeelden van: de gelovige Petrus die Jezus verloochent, Paulus die zegt dat “als ik het goede wil doen het kwade me bij ligt”. Paulus zegt zelfs: “ik ellendig mens, maar ik dank God door onze Heere Jezus Christus”. Ook al val je jezelf tegen, kun je rotsvast geloven. Dat is enerzijds om te huilen, maar lucht anderzijds toch op.
2. Een indringend gebed
Daarom is het gebed “leid ons niet in verzoeking” zo nodig. God verzoekt ons niet, maar de duivel. In het gebed vragen we aan God om ervoor te zorgen dat de duivel je niet te pakken neemt. Het verzoeken gaat op allerlei “onschuldige” manieren, bijvoorbeeld door druk te zijn van allerlei dingen. Zo zijn jongeren gemiddeld 6 uur per dag bezig met een scherm. Niet vreemd dat je dan niet meer toekomst an bidden en bijbel lezen. De omgang van God schiet er zo makkelijk bij in. Naast het bidden van “leid ons niet in verzoeking”, worden we ook geroepen om het goede te kiezen door onze voet dwars te zetten tegen het kwaad. Dat betekent dat je dwars ingaat tegen jezelf en de verzoekingen die op je af komen. Vaste patronen in de omgang met God kunnen hierbij helpen. Als wij hier voortdurend om bidden zal de hemel zeker winnen. In 3 tot 6 weken kunnen die vast patronen ingesleten worden. Dat is de goede strijd van het geloof die gestreden dient te worden. Daar hoort geen slappe houding van ons bij. De hel wil echter niet dat we toegaan tot de troon van de genade.
Het gebed “verlos ons van de boze” wordt verhoord door geloof en waakzaamheid. Het schild van het geloof en de geest van God kan de boze aanvallen afslaan. Daarnaast worden we opgeroepen om het harnas van de gerechtigheid aan te doen. Als wij dagelijks Christus aandoen, weten we wat ons te doen staat: het goede. Al biddend dienen we ons te wapenen. Dan krijgt de boze geen ruimte meer. Dan zijn we krachtig in de Heere. Ds. Abma kon het mooi zeggen: wij zeggen vaak “welkom in de strijd”, maar ik zeg “welkom in de overwinneing. Daar sluit het antwoord van de catechismus ook mee af: “totdat wij de volledige overwinning behalen”.
Amen.