13 januari 2019

Een engel in de woestijn

Bijbeltekst: Markus 1:7a
Dienstsoort:

Samenvatting

Als de koning een stad bezoekt, zendt hij bodes vooruit. Die bodes controleren de begaanbaarheid van de stad en bereiden de mensen voor op de komst van de koning. Markus’ evangelie is beknopt, maar hij beschrijft wel de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament. Maleachi was de laatste profeet en zijn boodschap werd niet goed ontvangen. 450 jaar later is hij nog niet opgevolgd door een nieuwe profeet. Daar haakt Markus op aan, wanneer hij Johannes de Doper introduceert.

Zijn zending
Na een lange stilte doet de Heere wat Hij belooft: Ik zend mijn engel die de weg voor mij bereiden zal. (Maleachi 3:1). Maleachi betekent ‘mijn engel, mijn bode’, die vooruit wees naar Johannes en Jezus en de komende verlossing. We vinden die engel in de woestijn, bij de Jordaan, zoals Jesaja had voorzegt: een stem, roepende in de woestijn. Hij was gekleed in kameelhaar en een gordel, net als Elia (Maleachi 4:5). Johannes heeft een duidelijke boodschap: Na mij komt er een die sterker is dan ik. Het volk reageerde eindelijk niet meer opstandig, zoals bij Maleachi. Zij lieten zich dopen en beleden hun zonden. Het ging Johannes niet om zichzelf, maar om de komende koning. Is jouw hart al bereid voor Zijn komst, of heb je nog obstakels?

Zijn boodschap
De engel uit Exodus 23, die het volk voorging in de woestijn, sprak de woorden van de Heere. Dat betekende dat het volk moest wandelen naar de voorwaarden van het verbond. Van Johannes weten we ook iets over zijn preek: Hij predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden (vers 4). Wat is bekering? Bekering is de reden dat Jezus mensen opzoekt, dat er blijdschap is in de hemel. Bekering is de boodschap die aan alle volken gepredikt moet worden, wat de Heere wil geven door Zijn Zoon. Bekering is een gevolg van de droefheid naar God. Wat houdt het dan in? Bekering is het goede gaan doen, door een verandering van het hart. De uiterlijke verandering is de vrucht op de innerlijke bekering. Dopen doet Johannes niet omdat de mensen uiterlijk vies zijn, maar als teken dat zij innerlijk schoon worden. Onbeleden zonden blokkeren de weg waarover de Messias komt. De mensen gaan kopje onder in de waarheid dat zij zondig zijn en de preek van Johannes overtuigt hen dat het nodig is om zich te bekeren en hun zonden te belijden. Johannes preekt tot zondaren. Wij weten ook van zonde en genade en we dragen ons steentje bij aan de naasten en aan de wereld. We doen niemand kwaad, maar denken we niet eigenlijk dat het allemaal wel meevalt? De wegbereider spreekt een andere taal. Hij predikt oordeel over levenden en doden. We zijn niet anders dan het volk bij de Jordaan. Ook wij moeten ons bekeren en onze zonden belijden. Allen worden zij gedoopt. Zijn zij dan nu allen zalig en zonder zonden? Nee, de doop is een teken van de noodzaak van innerlijke reiniging, die alleen door de Heilige Geest gedaan kan worden.

Zijn Meerdere
‘Hij komt, die sterker is dan ik’, Johannes wijst vooruit. Markus is er kort in: Het gebeurde dat Jezus kwam van Nazareth en door Johannes werd gedoopt in de woestijn. De Jordaan symboliseert een verandering. Van geen plek voor Jezus naar wel plek voor Jezus. Van Oude naar Nieuwe Testament. De geboorte van de Heere Jezus kennen we als de eerste trap van zijn vernedering, maar hier zien we dat Hij nog verder afdaalt. Hij laat zich dopen met het water dat heenwijst naar onze verlorenheid. Dat wijst naar zonden die moeten worden afgewassen. Paulus schrijft aan Korinthe dat Hij die zonder zonden is, tot zonde is gemaakt. Als Hij uit het water bovenkomt, wordt het verschil duidelijk. De hemel scheurt open, die hemel die 450 jaar zweeg. Die hemel die zolang dicht was geweest wordt met kracht opengescheurd en God ontmoet de mens, door de Mens die even heilig is als God zelf. Een mens met een rein hart. De gebeurtenis doet denken aan wassing van de Hogepriester (Exodus 29). De stem uit de hemel maakt duidelijk dat deze Persoon niet gedoopt had hoeven worden, met de woorden: Deze is Mijn geliefde Zoon in Welke Ik Mijn welbehagen heb! De Heilige Geest kroont Jezus met de gedaante van een duif. De openbaring van Jezus als de Verlosser is een werk van de Drie-enige God. Johannes preekt daarom niet de wet van Mozes tot bekering, maar genade door de Vervuller van de wet. Vervolgens gaat Jezus naar de woestijn waar Hij wordt verzocht door de duivel en gediend door engelen. Hij laat zien dat Hij de wet kan houden en de duivel kan weerstaan. Hebben wij al deel aan Zijn gerechtigheid? Dan zal Hij voor ons een plaats bereiden in de hemel! Amen.

Categorieën