Emmauspastoraat
Samenvatting:
Emmauspastoraat
Een geestelijk gesprek voeren vindt plaats in het gewone alledaagse leven. Er wordt door mensen een pad gelopen, een levensloop met een levensverhaal, een micro story. Er zitten rechte stukken, krommingen, kuilen, grensovergangen en fasen. Soms is het feestelijk, soms is het crisis, vraagtekens en verdriet. Juist grensovergangen zijn vruchtbare plekken voor pastoraat. Dat zie je bij de Emmaüsgangers. Het Pesach feest werd een drama, nu moeten ze weer naar huis. Een verandering geeft een crisis, geen werk meer, een ernstig bericht uit het ziekenhuis.
Ook de mooie dingen doen mee, ook daarin loop je een stukje mee met mensen. Doop, verjaardagen, geboortes, mijlpalen en jubilea. Zie je daar ook de zegeningen en de hand van God in? Jezus komt naar de Emmaüsgangers toe en Hij loopt naast hen, trekt met de mensen op. Hij zegt niets, hij luistert. Jezus loopt met ze mee, ook al lopen ze schijnbaar de verkeerde kant op, met hun rug naar het open graf.
1.Vragen
De luisterende pastor wordt een vragende pastor (vs. 17). Nu wordt de dialoog een trialoog. Als u op bezoek gaat, dan ben je nooit alleen. Jezus is er altijd als derde bij. Jezus begint met een vraag. Je kunt gesloten, suggestieve, motivatievragen stellen. Jezus stelt een open vraag, die uitnodigt om te vertellen. Pastoraat is iets bij een ander tevoorschijn luisteren. Eén van de regels van de Benedictijner orde is: luister met heel je hart. Dan komt de sleutel van het hart tevoorschijn. Mensen laten niet zomaar hun innerlijk zien. Soms krijg je aangeleerde of vage antwoorden. Hoe gaat het met je? Goede vragen stellen is moeilijk. Wat houdt je nou bezig? Dat kunnen heel mooie dingen zijn maar ook dingen die verbijsteren. Lusten en lasten.
Jezus kijkt ook. Hij ziet dat er verdriet is. Non-verbale communicatie is ook erg belangrijk. Op welke plek ga je zitten? In een hoek van 90 graden. Jezus gebruikte zijn oren en zijn ogen. Ik zie dat je … Je hebt twee oren, twee ogen en maar één mond gekregen. In een vertaling staat er dat de Emmaüsgangers stil staan. Jezus’ vraag zet hen blijkbaar stil. Er valt een stilte, er moet nagedacht worden. Soms wordt het stil in een gesprek vanwege emoties, zoeken naar woorden, schroom. Laat dat maar gebeuren.
2. Verder vragen
Hij zei tot hen: Welke dan? Doorvragen: Houdt u van de Heere Jezus? Waarom dan? God heb ik lief want … Door dit doorvragen gaan ze uitspreken wat er in hun hart leeft. Dan kom je bij de onderliggende vragen terecht, ga je de diepte in. In vijf verzen vertellen ze wat op hun hart ligt. Exterieur én interieur: Wie Jezus was en wat ze van Hem hoopten. We hebben gebroken dromen. Als Jezus bij u op bezoek komen, wat voor zielenpijn zou er bij u uitkomen. Niet bij de het eerste gesprek of de eerste vraag komt er een goed gesprek. Dan ben je een Klaagmuur voor de ander. Tears, talk and time, gesprekken van hart tot hart. Mensen hebben een bufferzelf, we houden altijd afstand. God geeft dat de buffer poreus wordt. En die gesprekken vergeet je ook niet.
3. Vermanen
O, onverstandigen en tragen van hart (vs. 25). Jezus laat een tegenstem horen. Jezus laat vanuit de Schrift een Paasgeluid horen. Durven we dat nog, na die voorgaande fases, een tegengeluid laten horen? Durven we als herders een harde kluit te pakken en tegen een schaap aan te gooien, die van het pad af is. Parakleet (trooster, Heilige Geest) betekent stichten, vertroosten én vermanen. In de muziek heet dat een contrapunt, die er dwars tegenop staat. Een ander geluid om een raam te openen naar het heerlijke Paasevangelie. In het afgedrukte schilderij staat Jezus’ linkervoet dwars. Waarom? Om mensen op andere gedachten te zetten. Je huilt niet mee met de wolven in het bos maar je komt met een boodschap van de andere kant. Je zingt ook geen solo. Reframing: je mag een ander kader scheppen, een nieuw licht op de zaak werpen.
4.Vertroosting
Moest de Christus niet lijden (vs. 26)? De Schrift gaat open en Jezus legt uit wat er van Hem geschreven staat. Daardoor wordt het hart warmer, het gaat branden. Dat is het doel van het pastoraat. Dan herkennen ze Hem. De Bijbel is geen afsluitdop, maar leidraad. Geen revolverpastoraat, heb je Jezus lief of niet? Mensen doodsmijten met teksten. Een juist woord van God op de juiste tijd voor de juiste persoon. Geen manchettenpastoraat met teksten die je uit je mouw schudt.
Het woord wordt ingebracht, van boven naar binnen. Als een lamp voor je voet. Wat je meekrijgt op bijzondere momenten, gaat mee, helpt je vooruit. De Bijbel kan je helpen, veranderen, heroriënteren. De Bijbel over zijn lijden en heerlijkheid, Goede Vrijdag en Pasen. De gestorven en opgestane Heer wil ik de mensen meegeven.
Hoe loopt het af? Ze moesten toch wel gedacht hebben: waar ken ik die stem van? Die stem is de stem van mijn liefste. Ze komen bij hun huis aan en vragen Hem om in ons huis te blijven. Dan herkennen ze Hem en dan verdwijnt hij plotseling. Dat is ook belangrijk als je in het pastoraat werkt. Er is een tijd van komen en gaan, van nabijheid en distantie. Je bent maar een schakeltje om mensen aan Jezus te verbinden. Jezus trekt zich terug om ruimte te maken voor de Heilige Geest. Mensen moeten verder, knechten worden verplaats maar de harten bleven branden.
Het reisdoel is Jeruzalem. Van Emmaus naar Jeruzalem. Daar ligt je reisdoel. Op weg naar Sion. Wat geweldig als we samen mogen zingen: Daar staan o Godsstad onze voeten. We zijn op reis en we mogen elkaar wijzen op Jezus. Volgend jaar in Jeruzalem. Daar vinden ze ook alle andere broeders en zuster en Jezus komt er Zelf naar toe. Wat ga je daar dan doen? Daar mag je op de straat je persoonlijke verhaal vertellen aan alle heiligen wat er op aarde onderweg gebeurd is. Je levensweg is daar een geloofsweg geworden. Allemaal verschillende verhalen en ontmoeten rondom die ene Heere Jezus. Hij zal in het middelpunt staan en alle lof en eer ontvangen Wat mooi als je mensen mag opbeuren, als je ze ziet veranderen. Jezus heeft het veranderd. Dag geve God. Zo bemoedig elkaar dan met deze woorden.