1 augustus 2021

En toch… veilig op reis

Predikant:
Bijbeltekst: Psalm 16
Dienstsoort:

Samenvatting

Dit jaar hebben velen lang getwijfeld of ze wel op reis konden gaan deze vakantie. De overheid adverteert met ‘veilig op reis’, maar toch zijn er allerlei regels waar je je aan moet houden. We hebben er naar uitgekeken om te reizen, want reizen is drie keer genieten. Eerst geniet je van de voorbereidingen, dan van de reis zelf en als je weer thuis bent heb je de herinneringen. Zo kun je ook de levensreis opdelen in drie fasen. Als je jong bent, denk je na over je toekomst. In de bloei van je leven ben je druk met werk en gezin. Als je ouder geworden bent mag je terugkijken en nog genieten van wat God je geeft.

In Psalm 16 overziet David zijn leven in die drie fasen. Toen hij 15 was riep God hem tot koning. Vanaf zijn 30e is hij 40 jaar lang koning gebleven. De laatste maanden van zijn leven waren zorgelijk. David heeft vele psalmen geschreven, maar er zijn er slechts zes met het opschrift ‘een gouden kleinood’. Deze psalmen hadden een bijzonder plaatsje in zijn leven. Je kunt het opschrift ook vertalen met ‘kostbaar sieraad met gouden herinnering’. In die laatste maanden van Davids leven zal hij deze gouden herinneringen vaak hebben opgehaald?

Hoe kijkt David dan terug op zijn leven? Een paar losse opmerkingen aan de hand van deze psalm.

  • Vers 3: David kijkt terug op zijn leven en is dankbaar voor zijn contacten met de heiligen. Dat zijn mensen met wie hij het geloof kon delen, met wie hij samen kon bidden en zingen.
  • Vers 4: Hij spreekt ook over mensen die andere goden dienen. Het Griekse woord voor afgoden is idolen. Je moet daarbij niet alleen denken aan sport- of muziekhelden, maar ook aan mensen die in andere takken scoren. Mensen van naam. Ook wetenschappers kunnen idolen worden waarvan we heel veel verwachten. David zegt dat afgoden heel duur zijn en hij noemt hun namen maar liever niet.
  • Vers 8: Hoe komt het toch dat David overeind is gebleven? Hij zegt: ‘omdat U aan mijn rechterhand was’. Daarbij moet David vast terugdenken aan Goliath, die een groot schild in zijn linkerhand had, maar zijn rechterkant was het meest kwetsbaar. Omdat God aan Davids rechterhand is, wankelt hij niet. We hebben zo allemaal onze kwetsbare kant, ook David.

Aan het eind van zijn leven heeft David een vreselijke besmettelijke ziekte moeten meemaken (2 Samuel 24). In korte tijd stierven er in Israël 70.000 mensen aan de pest. De Bijbel vertelt ook hoe er een einde aan de pandemie kwam; doordat er door heel het volk gebeden werd. Er kwam een zichtbare engel op aarde op de berg Sion die de epidemie stopte. Toen David dat zag, zei hij tegen Salomo dat daar de tempel gebouwd moest worden, op de dorsvloer van Arauna op de berg Sion. Daar op de dorsvloer bracht je je oogst, maar kwam ook al het tekort daarin aan het ligt. Wat een zegen dat eeuwenlang de berg Sion heeft mogen voorbereiden op het tekort in je eigen leven, maar ook op Hem die gestorven is voor al onze zonden. Nu hoef je geen offer meer te brengen voor jouw tekort, vanwege Zijn volbrachte werk.

Een gouden kleinood; letterlijk vertaald betekent dit opschrift ‘wat verborgen is’. Dat doet denken aan Psalm 25, de verborgen omgang met God. Al je het aan anderen zou willen uitleggen, schieten woorden tekort. Wat is nu de vrede van God? Paulus zegt later dat het alle verstand te boven gaat. Maar als je die omgang wilt leren kennen, zoek dan elkaar op als gelovigen. Als voor David het levenseinde nadert, zingt hij ‘U houdt mijn rechterhand gevat en daarom ben ik veilig.’

Categorieën