Er is een God die hoort
Samenvatting:
Thema van de preek ‘Er is een God Die hoort’
Samenvatting
God hoort (vers 17)
17 Toen hoorde God de stem van de jongen en de Engel van God riep tot Hagar vanuit de hemel en zei tegen haar: Wat is er met u, Hagar? Wees niet bevreesd, want God heeft naar de stem van de jongen, die daar ligt, geluisterd.
Vreugde en blijdschap, droefheid en smart; zegt het gezang met dezelfde titel als het thema van vanavond. Izak wordt geboren, Sara is blij. Boosheid bij Ismael, hij is jaloers. Droefheid bij Abraham, Ismael is ook zijn zoon. Hagar is bang in de woestijn. Maar toch is er een God die hoort. In de grondtekst staat Jismael Elohim; God hoort.
Sara en Izak, Hagar en Ismael, twee moeders met kinderen. Blijde moeders, maar ook bezorgde. Hagar huilde en Ismael zuchtte. Ook vandaag zijn er ouders die huilen en zuchten; wat zal er met hun kinderen gebeuren in tijden van oorlog, honger, vluchten en vervolging?
In dit hoofdstuk gaat het over de negende beproeving van Abraham. In de tent zien we een vader, twee moeders en twee zonen. Sara lacht van vreugde, ze heeft een erfgenaam. Iedereen lachte met haar, behalve Hagar en Ismael. Hagar is jaloers en brengt dit over op Ismael, hij spotlacht. Sara zegt dat Abraham die slavin en haar zoon moet wegsturen.
Paulus zegt in Galaten 4: Ismael is de zoon van de slavin, Izak de zoon van de vrije. Ismael staat voor de wet, leven uit eigen kracht en Izak staat voor genade, Gods werk. Geestelijk gesproken is het ook belangrijk wie je moeder is, leef je alleen uit genade (de Geest) of is er nog eigen werk, vlees bij? Het wetticisme bederft het feest van de genade. Uiterlijke godsdienst levert uiteindelijk een lege fles op.
Abraham wordt boos, Ismael is ook zijn zoon. God zegt: luister naar Sara, Ik zal Ismael zegenen.Het is genade op het juiste moment naar je vrouw te luisteren. Abraham staat vroeg op, neemt brood, zak met water, geeft dat aan Hagar en stuurt haar weg met hun zoon. Gods wil kan pijnlijk zijn, ons eigen werk gaat eraan. Abraham staart hen na en sterft vanbinnen, een blijk van zelfverloochening. Maar hij houdt de zoon van de belofte over.
Hagar dwaalt rond, ze gaat richting Egypte. De woestijn is heet en droog. De fles met water raakt leeg, maar ze ziet geen waterput. Ismael kan niet meer staan of lopen. Hagar werpt hem onder de struiken. Ze is teleurgesteld, moet het nu zo? Ze heeft geen toekomst meer, ze huilt luid. Een moeder waar een zwaard door haar ziel gaat, net als die moeder bij het kruis. Ontferm U, Heer, Kyrie Eleison! Wat zit er in uw gebedskruik, ook een hartekreet?
Toen hoorde God de stem van de jongen die daar ligt, tijd en plaats worden genoemd. God hoorde ook de jammerklacht van Hagar. Er staat niets over een gebed van Ismael, maar hij heeft vast gezucht en zijn ogen naar omhoog geslagen. Maar God hoorde ook de stem van Abraham die gebeden heeft voor zijn oudste zoon, die jaloers was en spotte, en zijn moeder. De spotter is nu een kermer. In de Joodse exegese staat dat de engelen tegenstribbelen als God wil helpen, zij zeggen dat er veel strijd zal komen als Ismael blijft leven. God oordeelt niet voor het toekomende, maar voor het nu. Daarom is onze opdracht ook om eerst de vluchtelingen te helpen en pas daarna te screenen.
God helpt (vers 18 en 19)
18 Sta op, til de jongen overeind en houd hem met uw hand goed vast, want Ik zal hem tot een groot volk maken.
19 God opende toen haar ogen, zodat zij een waterput zag. Zij liep ernaartoe, vulde de zak met water en gaf de jongen te drinken.
De Engel komt bij Hagar, hij zegt precies wat ze moet doen. En Hagar ziet ineens de waterput in die woestijn. De verlossing, redding is dichtbij en eenvoudig, maar zien we het wel? De Bron moet ons worden aangewezen. Hagar vult de fles, de jongen drinkt en zijn moeder wordt getroost. De put is er al, helemaal vol water! Zou u dan sterven van de dorst, terwijl er een bron van genade is?
God houdt Zijn belofte (vers 20)
20 God was met de jongen en hij werd groot. Hij woonde in de woestijn (Paran) en werd boogschutter.
God heeft een belofte voor Ismael en zijn nageslacht, maar ook ‘Immanuel’: God met ons! Als Ismael niet gespot had en jaloers was geweest, dan was er vrede geweest. Het gaat om het erkennen van de God van Abraham. De genade van God is zo groot. Tussen Izak en Ismael kwam het goed bij de dood van Abraham, in Genesis 25 staat dat ze samen hun vader begraven. Ismael had ingezien dat hij verkeerd had gedaan, Izak wordt eerstgenoemd, hij krijgt van zijn oudste broer de plek die hem toekomt.
Het gaat om de bronnen van genade die ontspringen bij Golgotha; voor ons, de Joden en de moslims!
Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood; Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot';
Gij zijt voor mij een schild in allen nood; Gij hebt mijn smart verdreven;
Uw dierb're gunst is m' altoos bijgebleven; 'k Zal, voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven;
Zo word' door mij Zijn naam altoos verheven; Zo word' Zijn lof vergroot