24 juni 2018

Erfenis aanvaarden…. of verwerpen

Predikant:
Bijbeltekst: Mattheüs 26:28
Dienstsoort:

Samenvatting

In verband met de viering van het Heilig Avondmaal is er geen video.

Mattheus 26 vers 28 ( SV)

Dinsdag kwam in het journaal een schilderij voorbij; dat gerestaureerd werd. Op de oorspronkelijke afbeelding waren de ogen van het Lam God te zien die mij aankeken: de boodschap die roept tot vernedering.
Maarten Luther schreef ook over onze tekst, dat komt vanmorgen naar voren.

‘Erfenis aanvaarden... of verwerpen’.

Testament (Want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments)
Er waren en zijn veel misverstanden en misbruiken over het Avondmaal. Maar wat zegt het Woord? Woord +element = sacrament; zei Augustinus. Het bloed van het nieuwe verbond is het testamentwoord, op dat fundament bouwen we verder.
Er is dus een erflater, een erfenis en erfgenaam, staat in de tekst. We mogen de toegezegde erfenis (belofte)in geloof aannemen. Zonder onze verdienste: Sola Fide. Gratis: Sola Gratia. Het wordt bekrachtigd door Christus’ bloed. Prijs Zijn liefde en mildheid als u het avondmaal viert. Dan komt er een zoete liefde tot God in mee, u kunt wel huilen van blijdschap. Twee dingen zijn nodig: belofte van God en je in het geloof daaraan vast klemmen.

Element (brood en wijn) en sacrament
In de bijbel staan veel tekenen. Hier brood en wijn, die samen met het woord het sacrament vormen, maar het woord staat voorop. God geeft overvloedig. Twee maren: ik ben zondig, onwaardig en ik durf niet te hopen op die beloften… Grijp Zijn woord aan en zie op Hem! Juist Zijn onbegrijpelijke goedheid is het waard om te zeggen dat u zich aan Hem toevertrouwd en te zeggen dat u Hem lief heeft. Beloofd is beloofd in het testament, dat geeft mij recht op de erfenis. Aanvaard die in geloof en dank Hem. God geeft en ik ontvang uit genade.

Vaste Rots van mijn behoud,
Als de zonde mij benauwt,
Laat mij steunen op uw trouw,
Laat mij rusten in uw schauw,
Waar het bloed, door u gestort,
Mij de bron des levens wordt.

Jezus, niet mijn eigen kracht,
Niet het werk, door mij volbracht,
Niet het offer, dat ik breng,
Niet de tranen, die ik pleng,
Schoon ik gansche nachten ween,
Kunnen redden, Gij alleen.

Zie, ik breng voor mijn behoud,
U geen wierook, myrrhe of goud,
Ledig kom ik, arm en naakt,
Tot den God, die zalig maakt,
Die de zielen kleedt en voedt,
Die ze troost en leven doet.

Jacqueline E. van der Waals

 

Categorieën