Evangelie voor agnosten
Samenvatting
Hij wordt door velen gerespecteerd en vaak gevraagd in talkshows: Hans Wiegel. Toen hij eens werd bevraagd op zijn geloofsovertuiging, bekende hij agnost te zijn. Veel mensen denken zo: ‘er is misschien wel iets of iemand, maar ik weet het gewoon niet’. Als we eerlijk zijn, dan zijn we ten diepste allemaal agnosten van geboorte: God niet kennende. Dat is hopelijk niet het laatste wat gezegd kan worden. Maar ook als wij iets van God kennen, dan is dat een wonder op zich.
Paulus heeft het over agnosten in vers 23. Het is de enige keer dat dat woord in de Bijbel voorkomt. Paulus is in Athene en bezoekt daar eerst de synagoge en daarna ook de markt. Overal waar Hij komt, verkondigt hij Jezus. Hij had in Athene overal godenbeelden zien staan. Dat prikkelt hem en zet hem aan tot de verkondiging.
Paulus raakte in een twistgesprek met de epicurische en stoïsche wijsgeren. Epicureeërs leren dat de goden zich niet inlaten met het aardse bestaan, en de stoïcijnen leren dat het goddelijke in onszelf zit en alle dingen doortrekt. Zij vinden Paulus een praatjesmaker en noemen hem een verkondiger van vreemde goden. De godenwereld in Athene was het cement van de samenleving, daar was alles op aangepast. Een andere leer verkondigen was dus gevaarlijk. Daarom zitten er op de Areopagus keurmeesters die toezicht hielden op de godsdienst van die dagen. Paulus wordt daar naartoe gebracht, zodat gekeken kan worden of zijn leer geen gevaar vormt voor de beschaving in Athene. We lezen er niets over dat hij zenuwachtig zou zijn. Hij doet wat hij altijd doet en verkondigt het evangelie aan deze intellectuelen.
Zou Paulus bij zo’n doelgroep niet moeten proberen om zijn boodschap aannemelijker te maken? Hij haakt er wel op in, maar sluit er niet op aan. Bij één ding blijft hij hangen: het altaar voor de onbekende God. Dat wat ze dienen zonder het te kennen, komt Paulus hen verkondigen. Paulus haakt dus aan bij wat de ander gelooft, maar hij laat wel het volle gewicht van het evangelie klinken en roept op tot bekering. Is dat wel zo slim van Paulus dat hij direct met de oordeelsdag en de oproep tot bekering komt? Het is de liefde van Christus die hem drijft en daarom komt hij met het eerlijke verhaal. En dat moeten wij dus ook doen. In de verkondiging hebben we recht op het eerlijke verhaal en als wij het evangelie delen met anderen, dan heeft die ander ook recht op het eerlijke verhaal. Dat God te kennen is, dat je leven van Hem afhangt. Dat je je moet bekeren, en dat dat ook kan. Anders is godsdienst niet meer dan wat therapie.
Paulus verkondigt God als de schepper die door ons gekend wil zijn. Hij laat Zich kennen en kwam in Jezus onder ons. Dat mag ook vanmiddag verkondigd worden. Hij Die gekomen is in Jezus, wil in je hart wonen door Zijn Geest. Deze God ging naar Golgotha voor al die dagen dat ik Hem hield voor de onbenaderbare en niet te kennen God, zodat heel mijn leven vervuld wordt van Zijn aanwezigheid.
Als wij ons heel diep gekend weten door deze God, dan kijken we anders naar de wereld. Paulus zag ook dat zovelen God en Jezus niet kenden en dat raakte hem. Herken ik die geprikkeldheid van Paulus? Dat mensen God niet kennen en het nog prima lijken te vinden ook. Dat de God van hemel en aarde wordt genegeerd en niet de eer krijgt die Hij verdient. Laten we bidden om vrijmoedigheid om het eerlijke verhaal te vertellen, dat er een dag van oordeel komt en dat een nieuw begin nodig is. De schepper wil gekend worden en Hij laat Zich vinden. Of durf je niet? Denk je dat ze je wegzetten als een idioot? Zo was het ook bij Paulus lezen we in vers 34. Maar daar zetten we geen punt, want de Geest is toch uitgestort. Jezus zei het als een machtige belofte: u zult mijn getuigen zijn! Laten we ons dan deze week prikkelen door alles wat we zien en horen. Maar laten we ons dan ook niet schamen om dát te verkondigen wat vandaag noodzakelijk is.