Gaaf, die raaf
Samenvatting:
Tekst voor de verkondiging: 1 Koningen 17 vers 6
Thema: ‘Gaaf, die raaf!’
drie gedachten:
1. Elia verborgen (vs. 3)
2. Elia verzorgd (vs. 6)
3. Elia verzocht (vs. 7)
Het is heel bijzonder dat raven voedsel brengen aan Elia. Raven staan er juist bekend om dat ze dingen afpakken, vandaar de uitdrukking “stelen als de raven”.
De vorige keer hebben we stilgestaan bij 1 Koningen 17:1, toen Elia uit het niets bij Achab stond. Maar er staat ook dat hij voor het aangezicht van God stond. Dat zegt iets van de houding van Elia. Letterlijk staat er in de grondtekst: voor Zijn aangezicht staan, dat is heel persoonlijk. Het ging Elia niet om het werk van God, maar de God van het werk. Mooi als je zo vertrouwelijk kunt omgaan met de Heere. Vanuit deze verhouding wordt Elia naar het paleis van Achab gestuurd. In zijn kameelharen mantel met zijn leren riem aan. Elia brengt direct zijn boodschap: “zo waarachtig als de God van Israel leeft: er zal geen dauw en regen meer komen totdat …”. Hiermee zal de onmacht van Baäl aangetoond worden. Het is een strafaankondiging, want God is het een keer zat. Het ging steeds slechter met de koningen van Israel, waardoor het geduld van God opraakt: de maat is vol. Wanneer is voor God de maat vol voor ons land, met al zijn goddeloosheid en bandeloosheid?
God gaat over wolken, lucht en winden. Achab zegt niets en Elia loopt zo weg. Achab kan gedacht hebben “wat een praatjesmaker”. Maar er kwam geen vroege regen en geen late regen: het oordeel van God komt uit. De welvaart werd natuurlijk minder. De ministers gaven wellicht aan dat er een klimaatverandering was ingezet. Dachten zij er ook aan dat het een oordeel van God was. Mensen begonnen gebrek te lijden. Als er gebrek komt, gaan mensen roepen tot God. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Zo kan het ook zijn in het geestelijk leven: dor en mat geworden. Hoe komt dat? Ligt het aan de dominee? Misschien komt dat wel doordat je namaak goden aan de hand houdt, of onreinheid waar je niet mee breekt, of te druk bent met andere dingen. Te druk is echter geen argument, want we hebben overal tijd voor. Het komt er dan op neer dat je niet van de Heere houdt, als je zo weinig tijd voor Hem over hebt. De zegen gaat pas komen door een weg van erkenning van schuld en verootmoediging. Dan gaat de Heere weer water gieten op een dorstige.
1. Elia verborgen (vs. 3)
God geeft Elia de opdracht om naar het oosten van de Jordaan te gaan, bij de beek Krith. Het is een woeste omgeving met steile hellingen en diepe dalen. Elia moet zich verbergen voor Achab die hem zou gaan zoeken: want hij kon er alleen voor zorgen dat er regen zou komen. Elia gaat van een paleis naar een beek, van openbaar naar verborgen, van drukte naar stilte. Het lijkt erop dat Elia op non-actief wordt gesteld. Misschien heeft Elia wel gedacht dat hij beter de boodschap in Samaria kon verkondigen. Dat zal waarschijnlijk wel moeilijk voor Elia geweest zijn. Soms kan God mensen aan de zijlijn zetten. Dat kan een pijnlijke periode met eenzaamheid zijn. Wel de gelegenheid om stil te zijn en het aangezicht van God te zoeken. De weg was anders dan gedacht: “ga weg van hier”. Elia gehoorzaamde wel, ook al lokte het niet. Als je gehoorzaamt gaat de Heere in ieder geval mee en zorgt voor je.
2. Elia verzorgd (vs. 6)
God gaat Elia vormen om hem straks voor een groter werk te gebruiken (op de berg Carmel). Elke dienaar van God krijgt zijn Krith (in verborgenheid vormen) voordat er een Carmel komt. We zien dit ook bij Jozef (slaaf en in de gevangenis), Jezus (40 dagen in de woestijn), Mozes (40 jaar in de woestijn) en Paulus (in de woestijn van Arabië). God riep zijn discipelen om bij Hem te zijn en Zijn aangezicht te zien. In hoofdstuk 17 zegt God “verberg u”, in hoofdstuk 18 vers 1 zegt God “vertoon u”. Die verborgen omgang van God kun je alleen leren als God je apart neemt. Een Noord-Koreaanse prediker had de doodstraf gekregen en is toch vrij gekomen. In de tijd van de gevangenschap is hij getraind: vele keren de Bijbel gelezen en veel teksten uit zijn hoofd geleerd. In de natuur is Elia vast dieper onder de indruk gekomen van Gods schepping. Gods knechten zijn vaak in de natuur te vinden: Abram bij de eikenbossen van Mamre, Izaäk bad in het veld, Mozes was in de woestijn.
Elia had de sleutel van de hemel in de hand, want het zou pas gaan regenen op zijn woord. God verbergt de sleutel. In het tienstammen-rijk preekten 400 valse profeten, priesters van Baäl. Elia was eenzaam. Wij kunnen ons ook eenzaam voelen omdat je je niet begrepen voelt. Maar Elia wordt door God verzorgd. De raven komen eraan met eten. Elia wordt dagelijks begenadigd, terwijl veel Israëlieten honger leden. Wonderlijk dat die veelvraten eten brengen. Gaaf zo’n raaf: brutale weldoeners. Waarom heeft God geen koerend duifje gebruikt? Er komt hulp uit onverwachte hoek: “een witte raaf”. Toen Jozef en Maria naar Egypte vluchtte, zorgde God voor goud, wierook en mirre (gekregen van de wijzen uit het oosten). De man die door rovers werd overvallen, werd geholpen door een Samaritaan. Toen ds. Jac. Dijk in de steek gelaten werd, kreeg hij elke week uit onbekende hoek 25 gulden. Toen hij ging kijken wie dat gaf, kwam er die keer niets. God is namelijk de Gever en komt de dank toe.
De Heere Jezus had ook honger (in de woestijn) en dorst (aan het kruis), maar kreeg niets. Door dit offer kunnen wij wel het brood en de wijn ontvangen.
3. Elia verzocht (vs. 7)
De beek werd steeds leger en het water raakt op. Elia zal zich wel afgevraagd hebben of hij nog wel op de geode plaats is. De zegeningen van God kunnen wegvallen. De grond van onze inkomsten kan opdrogen. Op een gegeven moment heb je niets meer. We moeten niet leven van de gave, maar van de Gever: God is de Bron. De opgedroogde beek is het middel om naar Zarfath te gaan. Daar leert Elia dat het meel nooit meer opraakt en dat zelfs doden tot leven kunnen men. Er ligt dus een grotere zegen achter de uitgedroogde beek Krith.
God blijft voor u zorgen,
goed is de Heer
en met elke morgen,
keert Zijn goedheid weer.
Amen.