25 maart 2018

Gaan voor de beste plek

Predikant:
Bijbeltekst: Markus 10:32-45
Dienstsoort:

Samenvatting

Thema voor de verkondiging: de beste plek, de hoogste plaats

Toen de Heere Jezus naar Jeruzalem opging voelden de discipelen aan dat het niet goed zal gaan. De Heere Jezus kondigt aan dat de Zoon des mensen overgeleverd zal worden aan de overpriesters en Schriftgeleerden. De Heere Jezus zal veroordeeld, gemarteld en gekruisigd worden, omdat er voor Hem geen plaats is. Dat komt ervan als God in mensenhanden valt, zelf als het vrome mensen zijn. Aangrijpend! Sinds Genesis 3 is het niet anders geweest, namelijk dat de mensen God verlaten of zelfs tegenstaan. Als mensen zelf de dienst uitmaken krijgt God geen voet meer aan de grond. Voor de zondvloed concludeert God dat de mensheid “boos” is. 120 jaar preken heeft geen enkel effect. Na Noach gaat het toch weer fout door de hoogmoed van de mensen die een toren willen bouwen.

Gelukkig stopt de wereld niet bij Genesis 11, want God roept Abraham. De stem van God leidt tot het geloof van Abraham. God belooft de zegen van alle volken door het geslacht van Abraham. Het volk van Israel gaat telkens in de fout, maar God blijft maar volhouden en opnieuw beginnen. Gods liefde is niet stuk te krijgen. Het is het hele Oude Testament door echter een drama-verhaal. God wil niet dat het volk van Israel vreemd gaat, maar toch dient het volk Israel telkens weer andere goden. Op een gegeven moment is het klaar en wordt Jeruzalem met de tempel verwoest en het volk van Israel verbannen.

Met de Heere Jezus zal het net zo vergaan als het met Zijn Vader is gegaan, namelijk verworpen worden. Dat is onvermijdelijk, want wij mensen zitten zo in elkaar. De Bijbel is een eerlijk boek en maakt het dus niet mooier dan het is. Het kan ook voor ons gelden dat wij geen oor en hart voor God hebben. Hebben wij voor God gekozen, of was het zo dat God ons heeft opgezocht en ingewonnen? Hoe vaak gebeurt het dat we toch weer zover van God afstaan? Dat is te vergelijken met het bespotten en bespugen van de Heere Jezus. De boze heeft echter niet het laatste woord, maar wel Gods liefde en genade. De Heere Jezus hangt aan het kruis om boete te doen voor de zondige en afkerige mensen. Hij offert Zichzelf als zondebok. De climax van haat en het toppunt van liefde komen op die dag bij elkaar. Jesaja had al gezegd dat op die dag Hij het oordeel in Zijn vernedering zou dragen, ondanks ons wegvluchten. Op de derde dag is de Heere Jezus uit de doden opgestaan. Wij mogen daaruit leven. De Heere Jezus kwam met de woorden “vrede zij u”. De discipelen konden het niet geloven. Hij verscheen niet om te veroordelen, maar om genade te schenken.

Na de aankondiging van het lijden, sterven en de opstanding van de Heere Jezus komen de twee zonen van Zebedeüs (Johannes en Jacobus, de neven van de Heere Jezus) met de vraag om in het koninkrijk direct naast de Heere Jezus te mogen zitten (vers 37). Er zit verlangen in deze vraag. Van kinds af aan hadden ze al gehoord dat Jezus de troon van David zou beklimmen. Hebben wij ook dat verlangen om zo dicht mogelijk bij de Heere Jezus te zijn? Jezus zegt dat Johannes en Jacobus niet weten wat ze vragen: kunnen jullie Mijn drinkbeker drinken? Kunnen jullie het aan om onvoorwaardelijk te dienen en toch verworpen te worden? De broers zeggen dat ze dat kunnen. Als dienaar ben je niet meer dan je heer. Wij lijden niet zoals de Heere Jezus. Het lijden van Paulus leek er al veel meer op. De vraag is of wij dat zouden kunnen en dan ook nog zeggen “niets kan mij scheiden van de liefde van Christus” (Romeinen 8). Jezus wijst dus niet af, maar stelt wel vragen aan ons. Vervolgens zegt de Heere Jezus dat zij “zullen” (vers 39). Het dienen van de Heere Jezus betekent dat we Zijn drinkbeker zullen drinken en met Zijn doop gedoopt zullen worden.
De liefde van de Heere Jezus vraagt om wederliefde. De Heere Jezus zegt dat de Vader wel uitmaakt wie er dan naast de Heere Jezus zal gaan zitten. De minste zal straks op de beste plek komen.
Amen.

 

Categorieën