9 maart 2022

Gebed in oorlogstijd

Predikant:
Bijbeltekst: Psalm 60: 1-14
Dienstsoort:

Samenvatting

Psalm 60 is in de eerste plaats een psalm van en voor Israël en geschreven in een tijd dat Israël werd belaagd van alle kanten door Syriërs en Edomieten. Israël was geen vechtersvolk, mocht zich ook hooguit verdedigen van God, omdat Hijzelf hen zou beschermen. Het beloofde land, als een voorteken van het toekomstige koninkrijk van God, lijkt overgeleverd te zijn aan verwoesting.

 

Waar is God? Want er wordt beleden: U had ons verstoten, u bent toornig geweest. Zit God dan achter deze verwoesting? Nee, niet op deze manier. Het was niet Gods bedoeling, maar er was geen land met het volk te bezeilen. Ze waren zo hardnekkig, dat Hij er niks mee kon en de relatie tussen God en Zijn volk werd verbroken. God had zoveel aan Zijn volk beloofd, maar Zijn liefde werd gekrenkt, waardoor Hij vertoornd werd en Zijn zegen en bescherming ophield. Ook dat had Hij van tevoren gezegd. Israël heeft de ‘harde zaak’ gezien dat God hen overgeeft aan haar eigen verlangens.

 

Oekraïne is geen Israël, daarom kun je niet alle lijnen uit deze Psalm doortrekken naar vandaag. De huidige oorlog kan niet geduid worden als direct gevolg van Gods toorn. De aanval van Rusland is grof onrecht. Toch kan deze Psalm wel in verband gebracht worden met nu.

  1. Het gaat veel over geweld in deze Psalm. Als God buiten spel gezet wordt, dan ben je overgeleverd aan elkaar. Met al onze beschaving zaaien we dood en verderf. Als mens zitten we nog net zo rot in elkaar als eeuwen geleden. Ook in het klein, met woorden, kunnen we oorlog voeren. We missen allemaal de heerlijkheid van God. Ontluisterend!
  2. God doet geen onrecht. Het conflict in de Oekraïne komt dichtbij en we vragen ons angstig af of we ook getroffen worden. We maken ons zorgen om deze nieuwe crisis met toenemende tekorten. Ook maken we ons zorgen om de klimaatcrisis. Ons land ‘beeft en wankelt’. Maar is het vreemd om te zeggen dat God na lang geduld het kwaad van het Westen (overconsumptie en zelfverrijking ten koste van anderen) niet langer verdraagt? Is het vreemd dat Hij ons vandaag een harde zaak doet zien? Daarom zal ons gebed vandaag geen oppervlakkige vraag om zegen zijn, maar in het besef dat God geen onrecht doet.
  3. God heeft een banier gegeven. De vaandel als een teken van overwinning, uitkomst voor degenen die Hem vrezen, teken van de waarheid, temidden van alle verwoesting. David moet denken aan God die spreekt in Zijn heiligdom, aan het altaar waarop wordt geofferd: een plek van vergeving, genade, barmhartigheid. Er is genade in de toorn. Ook nu! Er is verlossing en verzoening aan de voet van het kruis te vinden! Zullen we dan ook vandaag op deze biddag onze schuld belijden en doorbidden om verlossing om Jezus’ wil?
  4. God kreeg altijd weinig voet aan de grond bij Israël, Zijn volk en daarom werden ze overgeleverd aan hun vijanden. Wat is de oorzaak van de doorgaande teloorgang van de kerk in Nederland? Secularisatie, of een terugtrekkende beweging van God omdat we zo weinig boodschap aan hem hebben? In welke mate zijn wij echt betrokken op God? Of hebben we ons hart uitgeleverd aan iets anders? Maar eens komt er een omkeer, dan is het land en zelfs dat van de vijand weer in eigen bezit! De rollen kunnen omkeren. Waar wij buigen voor God, zal Hij ons niet verstoten en omzien. Hij zal op een dag alle vijanden onder de voet lopen, ook de dood. Geborgen in Jezus kom je er levend door!

Categorieën