8 juli 2018

Gebed tijdens grote droogte

Predikant:
Bijbeltekst: Jeremia 14:7-9
Dienstsoort:

Samenvatting

Kerntekst: Jeremia 14 vers. 8b.
Thema: Gebed tijdens grote droogte

We beleven zeldzaam mooi weer in Nederland. De schaduwzijde hiervan is droogte, met als gevolg watertekort, brand en mogelijk mislukkende oogst. In Jeremia 14 is er geheel geen drinkwater, ook niet meer te koop. Aangrijpende beelden uit de natuur en van dieren worden geschetst, ongeveer zoals wij ze soms op het Journaal vanuit Afrika zien. De profeet verhaalt droefgeestige poorten, wat beeldspraak is voor de doodse stilte die hier, op de normaalgesproken plaats van grootste bedrijvigheid heerst. Ook op het platteland is de situatie dramatisch, o.a. het moederhert wat haar jong verlaat. Het ergste is dat dit een Godsoordeel is. Het volk gedraagt zich losbandig en bedrijft zelf letterlijk hoererij. Denk je wel eens na of de droogte bij ons ook een oordeel van God kan zijn? Wat zou het een zegen zijn al de mensen gingen roepen tot God om hulp! Hier reageert het volk met een indrukwekkend gebed in vs. 7-9. De schuld wordt beleden en een appel gedaan op Gods verbondstrouw. De valse profeten zeiden meteen dat het gebed verhoort werd maar God wijst het in vs. 11 af! Bid niet meer voor dit volk. Jeremia mag wel blijven bidden voor het geestelijk behoud van het volk maar niet voor het intrekken van het oordeel. Integendeel, er volgen zwaardere straffen. De straffende God, heilig en rechtvaardig. Het gebed komt bovendien niet uit het hart, de praktijk van hun leven is anders en het is een vrijpostig Gebed wat God gene recht doet maar een fout beeld van Hem schetst. Dit volk nadert Mij wel met de mond…Nood leert niet bidden, ze willen geen herstel van de relatie met God. Ze veronachtzamen de geestelijke droogte. Wie zijn zonde belijd en laat zal barmhartigheid verkrijgen. Breek met de zonde anders wordt je gebed niet verhoord !
De Judeers waren eigenlijk zelf de toonbeelden van de beelden die ze in het gebed gebruikten, niet God. Calvijn bekommentariseert toch bij deze verzen dat God Zich laat verbidden, niet al zouden Mozes en Samuel voor Hem staan maar op grond van de verwijzing naar de voorbede van Zijn eigen Zoon! Een Naam is onze Hope… Er zit een parallel in deze geschiedenis met de Emmausgangers, alleen dan positief, zij vroegen dat Jezus in cognito hen niet zou verlaten en kenden Hem!
Amen.

Categorieën