Geboren voor de eeuwigheid
Samenvatting
Psalm 90 is vandaag precies op zijn plek. Vaak gelezen op oudejaarsavond, maar niet alleen gereserveerd voor die datum. Nu is het een soort oudejaarsdag in de kerk, er breekt een andere tijd aan: Advent. Je kan je afvragen wat onze invulling is van oud- en nieuwjaarsdag.
God sprak ook dit jaar door ons, misschien sprak de Levende je aan. Er zit toekomst in, hebben we gehoord. Maar op deze eeuwigheidszondag maken we een pas op de plaats. We kijken over de grenzen van de dood heen; gekomen op de wereld om eeuwig te leven. We mogen schuilen bij de Eeuwige, Hij staat voor ons in. We mogen onze toevlucht bij Hem nemen, Hij is de eeuwige God.
Onze kinderen zijn door God gegeven, in liefde ontvangen. Hij komt bij ons in de doop en wil ook de Toevlucht zijn voor ons. Vluchtelingen hebben een toevlucht nodig, van generatie op generatie; zegt Mozes. De ‘Ik ben die Ik ben’ is genadig en groot van geduld, ken je die Naam? Hij is met ons, groot van goedheid en trouw, heel ons (lange) leven. Wat kunnen wij dwars zijn, maar God is te prijzen, Hij rekent niet op ons af, maar giet het water van de doop over onze kinderen, Draal niet, redeneer niet, maar ga met vergunning naar Gods genadetroon toe. De Hogepriester heeft al voor je betaald! Hij bidt voor ons en neemt het altijd voor ons op, neem je kind maar mee in je armen, in je gebed. Het is Gods genadige inzet.
Psalm 90 uit de NBV 21
1Een gebed van Mozes, de godsman. Heer, U bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht. 2 Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard – U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. 3 U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’ Duizend jaar zijn in uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht. 5 U vaagt ons weg als slaap in de morgen, als opschietend gras 6dat ontkiemt in de morgen en opschiet, en ’s avonds verwelkt en verdort. 7Wij komen om door uw toorn, door uw woede bezwijken wij. 8U hebt onze zonden vóór u geleid,
onze geheimen onthuld in het licht van uw gelaat. 9Al onze dagen gaan heen door uw woede, wij beëindigen onze jaren in een zucht. 10 Zeventig jaar duren onze dagen, of tachtig als wij sterk zijn. Het beste daarvan is moeite en leed, het gaat snel voorbij en wij vliegen heen. 11Wie kent de kracht van uw toorn, wie vreest oprecht uw woede? 12Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult. 13Keer u tot ons, HEER – hoe lang nog? Ontferm u over uw dienaren. 14Vervul ons in de morgen met uw liefde, laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen. 15Geef ons vreugde, vergoed de dagen dat U ons kwelde, de jaren dat wij ellende doorstonden.16Toon uw daden aan uw dienaren, maak uw glorie bekend aan hun kinderen. 17Laat ons uw genade zien, Heer, onze God. Bevestig het werk van onze handen, het werk van onze handen, bevestig dat.
Het zijn levensechte tekenen, dit gebed van Mozes, de vriend van God. We zijn en blijven mensenkinderen, en worden hier met onze neus op de feiten gedrukt. We dopen omdat God laat zien dat we niet deugen, maar wat wij willen doet er niet toe. Ons leven kent blijdschap, maar weet ook dat er moeite en verdriet komen, hoeveel kennis we ook hebben. Laat de dagen door je hand gaan, elke dag is een dag van ons leven af, een dag dichter bij de eeuwigheid. Maar wordt niet wanhopig, je komt je zelfbedrog voorbij en mogen zeggen: “God, keer om, ontferm U!”
In Jesaja staat dat God wacht om genadig te zijn en zich over ons wil ontfermen. We mogen elke dag bidden om vervuld te worden met Zijn liefde. De catechismus zegt: leef in dankbaarheid voor God. “God verzadig ons met Uw goedheid”. Blijf in Zijn liefde, sta in vrede op en ga in vrede naar bed, dan blijft Zijn blijdschap in jou. Lang zal je leven in de gloria: leven in Gods glorie. De liefelijkheid van de Here onze God zij over ons.
Verwerkingspunten:
– Waar zaten voor jou momenten van herkenning?
– Waar werd je door verrast?
– Wat maakt deze psalm/preek bij jou gaande?