Gelouterd door het lijden
Samenvatting:
Vandaag gaan we het hebben over een man, een vrouw en een kind. Die man is Elia, een knecht van God. Zou u dat ook willen zijn? Een mens van gelijke bewegingen als wij. Hoe werd hij een man Gods? Doordat hij een man van gebed was. Hij had een bovenkamer bij de weduwe van Zarfath die ook een binnenkamer werd.
Die weduwvrouw heeft veel geleden in haar leven. Ze woont in Zarfath, dat 'smeltkroes' betekent. Ze wordt gelouterd door lijden.
Het ventje is de eerste die van dood levend gemaakt wordt, letterlijk, lichamelijk. De Joodse traditie zegt dat dit ventje later de profeet Jona is geworden. Belangrijker is, dat jij van dood levend gemaakt wordt, dat je hart gaat kloppen voor God.
1. De profeet luistert
De vorige keer zagen we dat Elia wonderlijk werd onderhouden bij de beek Krith, door de raven die hem brood en vlees brachten. God bleef voor hem zorgen. Dat wonder werd elke dag herhaald. Als het wonder gaat wennen, gaat het mis. Dat is ook zo bij de avondmaal gang. Als het wonder er voor mijzelf uit is, dan is God er ook niet in. Zou Elia er ook aan gewend zijn geraakt? Het water raakte op, het werd minder......Daar komt de duivel op af. Zie je wel Elia, God zou toch voor jou zorgen? Nou kom jij ook om...Maar God is er ook. Hij wil dat we ons vertrouwen niet op het wonder stellen, maar op God. Hij zal je onderwijzen, zegt God.
Ben ik bereid om te wachten op Gods tijd? Gods weg is een bijzondere weg. Die weg staat heel vaak onder water, dan zien we Zijn voetstappen niet.
Ga op weg naar Zarfath...de Heere gaat hem precies de weg aanwijzen. Maar Elia heeft er geen zin in. Moet ik naar Zarfath? Dat staat me tegen. Voelt u dat verschil wel eens? Dat uw weg en Gods weg botsen? Zarfath lag bij Sidon en daar kwam Izebel vandaan. Daar vierde de Baäl verering hoogtij. Moet hij naar dat gebied? Het hoofdkwartier van de Baäl verering....
En dan dat wonderlijke bevel....een weduwvrouw gaat mij onderhouden? Die heeft toch zelf amper genoeg? Dit gaat allemaal dwars tegen mijn verstand in. De Heere verwent Zijn kinderen niet. Hij verzorgt ze wel. Het heil gaat naar het buitenland, daar waar je het niet vermoedt. En daar gaat God wonderen doen, die heidense weduwe komt tot geloof en de meel en de olie raken niet op.
Elia gaat onvoorwaardelijk gehoorzamen en gaat. Hij leert nederigheid en geduld. Hij gaat Kanaän door en de grens over, 130 km naar het noorden. Door het tienstammenrijk waar Achab hem zoekt. Een gevaarlijke reis, maar de Heere zorgt dat hij niet gevonden wordt. Wat ziet hij onderweg? Karkassen van gestorven dieren. Grote hongersnood. Hij ziet kale bomen, bruine velden, kale akkers. Uitgemergelde mensen. Elia heeft geleden onderweg, maar vast ook gebeden. O Heere, dit is nou Uw volk. Er is vloek gekomen in plaats van zegen. Troosteloosheid, somberheid. Heere, mag de zegen weer komen op Uw volk. Elia zal uitgezien hebben naar een signaal van verootmoediging....maar hij zag dat niet. De Heere vormt Elia hier in twee fases. Eerst in de eenzaamheid aan de beek Krith. Maar daarna ook binnen in het huis van de weduwe. In de smeltkroes van Zarfath. Beproeving in het geloof. Hij krijgt 3,5 jaar cursus van God. Eerst een jaar aan de beek Krith en daarna 2,5 jaar in Zarfath. Zo vormt God nog steeds mensen. Eerst vormt Hij mensen door het water van het Woord, de beek Krith. In de olie zat ook weer een laag, dat herinnert aan het spijsoffer, aan het offer van de Heere Jezus. Daar word je gevoed en gevormd in het huis van God met het Brood des levens, de Heere Jezus. En de olie is het beeld van de Heilige Geest.
2. Die vrouw lijdt.
Ze heeft te maken gehad met de dood. Ze zal nog niet oud geweest zijn, want ze heeft nog een kleine jongen. En nu dreigt ze te sterven aan de hongerdood. Nu komt de dood weer op haar af. En straks sterft haar jongen ook nog. Dan komt weer de dood op haar af. Wij duwen doodsgedachten vaak ver bij ons vandaan. En toch kan het zomaar opeens op je huid zitten. Je leest overlijdensadvertenties. Als ik dat nou eens zou zijn? De dood dreigt met grimmige kaken......
Deze weduwe heeft veel geleden, het kwam zo dicht bij. Ze heeft vast Baäl aangeroepen, maar Baäl kan haar niet helpen. Gelukkig heeft ze nog een zoon om voor te leven...Elia herkent haar aan haar kleren, hij kan zien dat zij een weduwe is. Zij herkent Elia als profeet aan zijn kleren. Elia vraagt om water en ze gaat dat gastvrij voor hem doen. Maar als hij vraagt om brood, zegt ze dat dat niet gaat. Ze gaat haar laatste galgenmaal maken voor haar en haar jongen. Ze zegt wel: zo waar de Heere uw God leeft....Hee, ze noemt dus wel de naam van de God van Israël. Ze gelooft dat Hij leeft. Dat laat God niet onbewogen. God hoort het als we Zijn naam aanroepen. Hij hoort ons zuchten als we Zijn naam noemen. En dan komt daar bij de poort van Zarfath een genade- preek. Een boodschap van genade: vrees niet! Terwijl ze haar kind uitgemergeld voor zich ziet: Vrees niet!
Dat doet God vaker. Herders op de velden, Abraham 's nachts onder de sterren, de vrouwen bij het graf, Johannes op Patmos: Vrees niet! De bange discipelen in de nacht op het meer van Genesareth: Vrees niet! Elke preek waarin die angst niet wordt weggenomen maar aangewakkerd, is prediking van wet en niet van Evangelie.
Ze krijgt een duurzame boodschap: het meel en de olie zal niet opraken. Hij geeft geen flessen vol olie en zakken vol meel. Maar ze krijgt voor één dag tegelijk. De Heere wil ons afhankelijk houden. Dag aan dag draagt Hij ons. Wat wonderlijk dat God daar in dat heidense land Zijn Naam gaat vestigen.
Gebeurt dit nog steeds? Bij Corrie ten Boom heb ik gelezen dat ze elke dag aan 25 concentratiekampbewoners vitaminedruppels gaf. En het flesje leek onuitputtelijk. Het raakte niet op totdat er nieuwe vitaminepreparaten in het kamp kwamen.
Ik geloof dat dat waar is....
Hoe zou het brood bij Elia gesmaakt hebben? En bij de weduwe en haar zoon? Dat smaakte naar genade....
Wat zegt je als je aan het Avondmaal geweest bent? Hoe smaakt dat? Ik hoop dat je uit de grond van je hart ondervindt: ik heb geproefd dat God goed is! Wat een lessen zitten hierin. Het zal niet opraken totdat het weer gaat regenen. Daar zit dus ook hoop in.
Er is ook nog een beproeving, een test. Ze moet eerst een koek bakken voor Elia en dan pas voor haar kind en haar zelf...wat een test. Elia had wel beloofd: mijn God zal voor je zorgen. Haar geloof in de God van Israël wordt op de proef gesteld. Het wordt haar wel beloofd, maar ze heeft er nog niks van gezien. Ze moest het doen met Gods belofte, terwijl ze er nog niks van zag. Maar ze gehoorzaamt.
Het derde punt komt de volgende keer. Tenslotte nog een verhaal: ik heb gelezen van een Joodse enclave in Polen. Daar was een rabbijn, een rebbe. Hij was arm en ging bij een vriend eten in Oost-Polen. Maar de vrouw van die vriend had niks meer. Ze maakte toch meelballen, maar bad God dat Hij het eten zelf zou kruiden. Dat deed God en de smaak was voortreffelijk. Laat het ook zo zijn met het Avondmaal. Gewoon brood. Maar laten we vragen of God er Zijn specerijen aan toe wil voegen. Dan hebben we een goede zondag. Het huis van de weduwe werd een huis van geluk. Mag de Maranathakerk ook een huis van geluk zijn. Te midden van dreigende nucleaire rampen. Vrees niet. Gods weg is vaak onder water. Maar vrees niet.
De Heere zorgde voor Elia. Hij kreeg onderdak, voedsel en gezelschap. Het was niet goed dat Elia zo lang alleen was, hij kreeg gezelschap. Ik denk dat Elia God gedankt heeft in dat huis. Daar mocht genade heersen. Die genade is genoeg voor u en voor mij.
Misschien is bij u de bodem in zicht, bent u leeg. Maar God vult het aan. Hij geeft genoeg voor vandaag, genoeg om te leven, genoeg om te strijden, genoeg om te dienen in plaats van te katten of te heersen. Gods genade is ook voor mij genoeg.