24 december 2017

Genade die mij heeft geleerd

Predikant:
Bijbeltekst: titus:2

Samenvatting:

‘Genade die mij heeft geleerd’
Verschijning in het verleden (vs. 11)
Vorming in het heden (vs. 12)
Verwachting in de toekomst (vs. 13)

Als je 50, 60 of 70 jaar getrouwd bent, krijg je vanzelfsprekend de burgemeester op bezoek. Als een grote ramp is gebeurd, komt echter de koning zelf op bezoek. Met Kerst is dat gebeurd, de Koning is naar het rampgebied, deze wereld, gekomen. Hij is niet alleen gekomen om Zich op de hoogte te stellen van de noodtoestand, maar ook om deze op te lossen: door de zonden te overwinnen. In de roomse traditie wordt Titus 2 altijd opgenomen in de kerst-liturgie. Dit hoofdstuk gaat over Kerst en Pasen (vers 11), de wederkomst (vers 13) en de tijd waarin wij leven (vers 12: de tussentijd). Het gaat dan over de leerschool van de genade.

Verschijning in het verleden (vs. 11)
Hier staat een blijde uitroep over de genade van God. Bij kerst gaat het over de reddende en heilbrengende genade van God door de zending van Zijn Zoon. Zoals de zon opgaat over de hele aarde, verspreidt de genade van God zich over alle mensen. God wil dat alle mensen behouden worden. God wil niet dat je verloren gaat. Het evangelie is er niet alleen voor de Joden. De blijde boodschap is er ook voor de Kretenzen, ondanks hun slechte naam (zie hoofdstuk 1). Dit is geen alverzoening, maar wel een aanbod van genade voor alle mensen. Niet iedereen deelt in dat heil; dat kunnen we zien aan het woordje “ons” in vers 12. Als we verloren gaan is het niet de schuld van God.
Er is een oud kerstlied waarin het evangelie wordt vergeleken met een schip:
“Daar komt een schip, geladen
tot aan het hoogste boord,
draagt Gods Zoon vol genade,
des Vaders eeuwig woord.

Hoe 't schip het water kliefde!
Het bergt een kostb'ren last;
het zeil, dat is de liefde,
de Heil'ge Geest de mast.

Het anker valt ter rede,
nu is het schip aan land.
Het woord is vlees geworden,
Gods Zoon reikt ons de hand.

Te Bethlehem geboren
als kindje in een stal,
geeft zich voor ons verloren
de Heiland van 't heelal.”

Voor de zondeval was er geen genade. Bij de moederbelofte begint deze genade te komen, bij Kerst komt deze volledig openbaar. Mozes en de wet eisten en dat deed de mensen vrezen, maar genade doet ons vreugde beleven. Als we iets van het recht en de heiligheid zien, blijven we nergens. Als er dan genade komt voor een zondaar, komt er grote vreugde. Dan mogen we Zijn kind zijn. Ons gebed verandert dan van “wees mijn zondaar genadig” in “mag ik Uw kind zijn?”

Vorming in het heden (vs. 12)
Genade leert en voedt ons op. We zitten dan op de leerschool van Gods genade. De kerstboodschap is niet alleen een boodschap, maar dient ook tot bekering en heiligmaking te leiden. Gods genade beïnvloedt je gedrag. We moeten dan dingen aanleren en afleren. We moeten los gemaakt worden van de wereld en God leren dienen. De genade van God leert ons ook om “nee” te zeggen: tegen goddeloosheid, zonden, wereldse begeerten en dergelijke. Genade van God leert ons ook “ja” te zeggen: tegen matigheid, rechtvaardigheid, godsvrucht en dergelijke. Een kind van God gaat God overal bij betrekken. De wet probeert te buigen (maar we buigen vaak weer terug), maar de genade probeert te smelten (zodat we blijvend omgevormd zijn). Als we kijken naar de Heere Jezus, willen we op Hem lijken. Bij het gebod om je eigen vrouw lief te hebben wijst Paulus in Efeze 5 naar Christus. Dat doet Paulus ook bij de oproep om giften te geven.

Verwachting in de toekomst (vs. 13)
De verwachting betreft de verschijning van de Heere Jezus. Genade leert dus zowel achteruit als vooruit te kijken. Jezus verscheen in genade en zal terug komen in heerlijkheid. Dan mogen wij Hem zien en stralen in Zijn aanwezigheid. Vol verwachting mogen we hier naar uitzien. De eerste verschijning was als Redder, de tweede verschijning zal als Rechter zijn. De eerste komst was in vernedering, de tweede komst zal in verheerlijking zijn.
Nu leven we in de tijd tussen de eerste en de tweede komst van de Heere Jezus. In die tijd worden we gevormd èn verwachten we Hem. Luther vond het jammer dat christenen zo bijziend zijn. Het hier en nu is heel helder, maar over straks is men steeds vagen. Luther wilde dat het andersom zou zijn: dat dit leven steeds vager wordt en het toekomende leven steeds scherper. Hij komt om de aarde te richten en de wereld in gerechtigheid (psalm 98). De trouwdag van de kerk is de dag dat de Bruidegom komt om Zijn bruid te halen.
Amen.

Categorieën