Gij voert ten hemel op, vol eer!
Samenvatting
Efeze 4 vers 10:
Thema: ‘Gij voert ten hemel op, vol eer!’
Sursum Corda: de harten omhoog! De Efezebrief is een rijke, diepe brief over leer en leven. De kerk is als het lichaam van Christus, een eenheid. Er is herkenning in andere kerken: we zijn een in de Naam van Jezus, ook al zijn we verschillend in uiting en beleving. Paulus wijst ons eerst op het Hoofd van het lichaam: Christus.
- Neergedaald in de diepte (vers 9)
Paulus haalt als eerste Psalm 68 aan, een overwinningslied over de ark die na de gewonnen strijd wordt opgevoerd naar de berg Sion. Het was feest, iedereen zong en danste en koning David deelde gaven uit. Triomf!
De hemelvaart komt na de nederdaling in de hel, een vernedering. Jezus kwam op aarde en ging zelfs in de diepste delen ervan. Maar Hij ging ook hoger dan hoogste hemelen. Het begin en einde van Jezus’ leven was onmogelijk: een maagdeschoot en een leeg graf. De neerdaling was nodig omdat wij zo diep gevallen waren, om zondaren op te rapen en op te richten. Wij moeten uit de drek verhoogd worden naar Zijn Koninklijke schouders. Maar ook de demonen moesten verslagen worden in de diepste diepten.
- Opgevaren naar de hoogte (vers 10)
De discipelen staan naar boven te kijken als Jezus zegenend omhoog gaat. Een wolk belemmert hun zicht uiteindelijk, maar Jezus gaat naar het hemels Jeruzalem. De hemeldeur ging open en bleef open! De hemelvaart betekende terugkeer naar Zijn Vader, aan Zijn rechterhand. De koningsmantel, gouden scepter en erekroon op deze kroningsdag. Voor God de Vader betekende het ook vreugde: Zijn Zoon heeft het werk volbracht. Wat betekent het voor u: vreugde? Net als voor de engelen: Verhoogd o poorten nu de boog, zongen de hemelingen en verloste zondaren de Zoon van God toe. Zingt u ook vol vreugde: ‘Overwinnaar zal Hij zijn!’ De macht van de hel is verslagen, de dood is ontdaan van zijn angel, de kop van de slag is vermorzeld, de wereld en zondemacht zijn overwonnen. De hemel en de harten, de kerk en de aarde zijn en worden vol van Hem. Er komt een dag dat heel Rotterdam en de hele wereld vervuld wordt met kennis van Hem
- Uitgedeeld over de breedte (vers 11)
Jezus geeft gaven aan Zijn gemeenten. Personen om de gemeenten te dienen en op te bouwen: profeten, apostelen, evangelisten, herders en leraars. Wat heeft de kerk aan jou? Welke gaven heb jij van God gekregen om de gemeenten op te bouwen. Het gaat hier niet over de ambten, maar over elke broeder en zuster van de gemeente. De buit van het overwonnen land viel zelfs de vrouwen in de hand, staat in psalm 68. In de Herziene Statenvertaling staat ‘boodschapsters van blijde boodschappen’. Apostelen zijn leiders, kerkplanters, pioniers. Profetische bediening betekent dat je een woord van de Heere krijgt voor iemand anders, het juiste woord op het juiste moment. Evangelisten: een inloophuis, voedselbank, enz. Herders betekent pastoraal werk: vooral luisteren, lang en goed. Leraars: onderwijzen en boodschappen.
De gaven geven je vreugde en energie. Iedereen heeft een gave gekregen, praktisch of geestelijk. Weet u uw gave niet: bid tot God. Verstop uw gave niet in een zweetdoek, maar gebruik de toeter van het geloof (W. Booth) in de praktijk.
‘Gij goede en getrouwe knecht of dienstmaagd, over weinig ben je getrouw geweest, over veel zal ik je stellen!’