Gods blijdschap is onze sterkte!
Samenvatting
3 gedachten:
- Opgehaald wat God voor Zijn volk Israel op Zijn hart heeft
- Het wordt beleefd via het Loofhuttenfeest
- Het wordt onderstreept door de overeenkomst die het volk Israel met God sluit
Preek
Net nadat de wet voorgelezen was breekt de feestweek (in de zevende maand: Timna) aan die eindigt met het Loofhuttenfeest. Hierdoor Zet God het volk Israel weer op de goede weg. Het volk van Israel is in tranen vanwege hun zonden, maar ook omdat ze onder de indruk zijn an Gods liefde, genade en vergeving. God doet Zijn aangezicht oplichten en geeft vrede. Dan komt het Loofhuttenfeest dat herinnert aan de bevrijding van het volk Israel uit Egypte. Door het Loofhuttenfeest herinnert het volk Israel zich wat God gedaan heeft voor Zijn volk. Vormen en rituelen zijn dus belangrijk om de gang met God erin te houden. Het volk van Israel mag zich laven aan Gods liefde. In de toekomst zal heel de aarde vervuld worden met de kennis van Hem. Daar mogen we nu al blij van worden en erdoor gedreven worden om het goede te doen. Je wandel zal hier in de hemel zijn, zodat je je laat leiden door de Geest van Christus.
In talloze plekken en gemeenten mag zo het koninkrijk van God tot stand komen. Als we de rituelen loslaten kan het geloof er bij inschieten. Aan de andere kant moeten we wel beseffen dat de vorm zonder inhoud geen waarde heeft. Nadat de muren gebouwd waren, ging het weer om de inhoud: de wet van God en de feesten. Wij kunnen niet zonder de vormen, daarom gaan we iedere zondag naar de kerk en dat wordt gezegend door God. Het Joodse feest is niet individueel, maar collectief: “verzamelde heel het volk zich als één man op het plein” (Nehemia 8: 2). Het is dus goed dat we hier allemaal bij elkaar zijn in de kerk, om samen met God mee te denken (zodra dat maar even kan).
Ezra gaat op een verhoging (een soort preekstoel) staan en gaat voorlezen uit de boekrol: op dat moment gaat het hele volk staan (vers 6). Daarna loofde Ezra de Heere, de grote God, en heel het volk zei amen, amen en zij knielden voor de Heere (vers 7). Men had dus veel ontzag voor God en verlangen naar God. Door die beweging heen wordt je hart erin meegenomen. Dan wordt er zeven dagen lang uit de boekrol voorgelezen en uitgelegd (vers 9). Het volk is daardoor in tranen (vers 10). Jezus zegt “zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden”. Paulus zegt dat de droefheid naar God een onberouwelijke bekering werkt. Tranen, of door een andere manier geraakt/ontroert zijn door het woord van God, hoort er dus helemaal bij. Ezra roept echter op om niet te rouwen en te huilen, omdat deze dag heilig is voor de Heere (vers 10). De mensen kunnen dus bij God de Vader terecht om daar uit te huilen: dat geeft blijdschap bij God. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat hij Zijn eigen Zoon gegeven heeft. De blijdschap van de Heere zal Uw sterkte zijn (Zefanja 3). God verheugt zich met gejuich als een zondaar voor Hem door de knieën gaat. Er zal blijdschap in de hemel zijn als één zondaar zich bekeert.
Daarna worden de Israëlieten opgeroepen om het te vieren met lekker eten en drinken (vers 11). Paulus zegt “verblijd je altijd in de Heere“ (Filippenzen 4: 4). Op een bruiloft en op zondag hebben we wat te vieren: dat kan met lekker eten en mooie kleding.
Daarna wordt het Loofhuttenfeest gevierd als herinnering aan de uittocht uit Egypte. Het is belangrijk om telkens bewust stil te staan bij de verlossing van God uit de duisternis.
Helaas zijn er nog resten van het oude leven overgebleven: de zonden die we doen. We zijn dus nog niet echt vrij. Nehemia sluit daarvoor een overeenkomst op schrift, met het zegel van de vorsten, Levieten en priesters (Nehemia 9: 38). Daarom worden we opgeroepen om ons toe te weiden aan God en het goede te doen. Daar wordt God blij van.
Amen.