Gods weg, ondanks onze kromme wegen
Samenvatting
Stel dat jozef bij de psycholoog zou zitten en dat hij de poppetjes neer mocht zetten zoals zijn thuissituatie was. Zijn vader had vier vrouwen, hij had zijn eigen moeder en de andere drie moeders hebben ook hun eigen kinderen. Heel ingewikkeld, allemaal. Jiozef wilde trouwen met Rachel, maar trouwt eerst met Lea van wie hij niet houdt. Deze zwaar gesluierde vrouw herkende hij pas na de bruiloft. Na zeven jaar mag hij eindelijk met de vrouw van zijn dromen. Zij krijgt geen kinderen, Lea wel. En daarom regelt Rachel een bijvrouw om voor haar te baren. Lea neemt later ook een bijvrouw. Als Jakob 91 jaar is, krijgt Rachel zelf een zoon, Jozef. Een zoon van zijn ouderdom, een zoon van zijn lieve vrouw. Hij krijgt alle liefde en aandacht van zijn vader. Als Jozef zijn poppetjes heeft neergezet, moet hij uitleggen waarom ze zo staan. De broers bij elkaar, hijzelf met vader en moeder. Hij hoorde niet bij zijn broers, werd geplaagd en gehaat. Hij werd voorgetrokken, Jakob deed of hij de oudste was en de erfgenaam. Dat was tegen de wet.
Voortrekken is absoluut fout; ook nu. Toch gebeurt het nog op grote schaal. Kinderen hebben het haarscherp door. Horen zij er wel bij, zijn ze zo teleurgesteld in mij? Dat doet pijn als je merkt dat je niet kunt voldoen aan de eisen van je ouders.
Jakob geeft Jozef een prinsenkleed, veelkleurig. Ten diepste was Jozef een soort prins die onderkoning werd, maar dat was nog verborgen. Maar nu kregen de broers nog meer een hekel aan Jozef. Het was een profetische keus van de vader. De dromen onderstrepen ook wat er zou gebeuren. Maar toch was het voortrekken niet goed, het was een gevolg van de onenigheid. Laten we de vruchten uit Galaten 5 in onze gezinnen gevonden worden. Zijn we als ouders identificatiefiguren?
3 Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen… 4Toen zijn broers zagen dat hun vader hem meer liefhad dan al zijn broers, haatten zij hem en konden niet vriendelijk meer tot hem spreken. De shalom, vrede naar God en elkaar, is helemaal zoek. Psalm 133 zegt: Waar liefde woont gebiedt de Heer Zijn zegen. Jozefs broers waren massamoordenaars, sliepen met andermans vrouwen. Jozef zag haarscherp wat er mis was. Alleen ging hij daar naïef mee om, hij ging klikken. God wordt in dit hoofdstuk niet genoemd, maar tussen alle regels door vind je Zijn verborgen handelen.
Jozef droomde over de staande korenschoof en de buigende zon, maan en sterren. Daarna bestraft zijn vader hem, Jakob scheldt hem uit. Toch waren de dromen volop evangelie. De Heere liet zien welke weg hij met Jozef zou gaan. Jakob houdt de woorden van de dromen in gedachten; bewaarde ze in zijn hart. In vers staat geen Jakob, maar Israel had Jozef zijn zoon lief. Dat was de naam van Jakob na Pniel. Ik laat u niet los, tenzij U mij zegent, zei Jakob toen. Een geknakte man die achter de Heere aan wilde gaan.
Er was een geestelijke band met Jozef en zijn vader die beiden God wilden dienen.
Dit kleinmenselijk gebeuren leidt ergens toe, er komt hongersnood aan. Abrahams nakomelingen zouden slaven zijn, vierhonderd jaar lang. Dan zouden ze gered worden. En daar is God nu al voor aan het werk. Jozef moet als eerste naar Egypte en zo komt dat volk daar terecht. Jozef moet daar zorgen voor brood. De haat van de broers werkt mee aan dat plan. Jozef moet naar zijn broers op zoek bij Sichem, waar Levi en Simeon mensen hadden vermoord. Zou de bevolking die twee mannen niet willen doden. Jozef moet vragen naar de shalom van zijn broers, de welstand van hen. Na een lange reis komt Jozef als boodschapper van de vrede. Christus ging naar een volk dat Hem vijandig was met een boodschap van shalom voor de Zijnen.
Als de broers Jozef zien, komt alle opgekropte woede naar boven. Zijn jas wordt uitgetrokken en hij wordt aan Midianieten verkocht om naar Egypte te gaan. Zonder dat ze het weten, werken ze mee aan Gods plan. Luther noemt het: Gods vreemde werk. Zo werken alle dingen mee aan het eigenlijke werk: met een kromme slag deelt God een rechte slag uit. Jozef een type van de volmaakte Jezus: veracht, verkocht, gehaat, zonder verzet overgegeven. Deze is Mijn geliefde Zoon in dewelke Ik mijn welbehagen heb.
Van voortrekken wordt het kind niet beter. Toch zijn we meer dan een product van ons verleden. “De broers hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, want er moest een groot volk in het leven worden behouden. Om bruikbaar te zijn voor de Heere moeten we onderworpen worden aan dat vreemde werk.
Alle wildgroei aan takken moeten gesnoeid. God gaat soms diepe wegen met ons, dat is de grondwet van het Koninkrijk van God; via lijden tot heerlijkheid, door de dood heen naar het leven! De weg die Christus zelf ging naar de verhoging aan de rechterhand van de Vader, daar waar het eeuwig Koninkrijk ons wacht. Hoe het ook zal gaan, de uitkomst zal wel zijn.