3 april 2016

Het gevaar van het hellend vlak

Predikant:
Bijbeltekst: 1 Koningen 11:4
Dienstsoort:

Samenvatting

1. Salomo's slechtheid (vers 6)

2. Salomo's straf (vers 9)

Volgens overleveringen heeft Ahia een levensbeschrijving van koning Salomo geschreven. Deze biografie is echter niet bewaard gebleven. In zo'n biografie zouden positieve dingen gestaan hebben over Salomo, zoals vredevorst en Jedidja (beminde van de Heere). Salomo was een bidder die bad om wijsheid. Hij was een tempelbouwer en voorbidder voor land en volk en ieder die in het huis van God een gebed zou uitspreken. In de biografie zou gestaan hebben dat hij wijs, rechtvaardig en zacht regeerde. Er was recht, welvaart en blijdschap: een gouden eeuw voor Israël. We zien echter een het einde van zijn leven dat er verval optreedt. Daarom zijn er helaas ook veel negatieve dingen op te noemen over koning Salomo. In Hebreeën 11 wordt Salomo niet in de rij van geloofshelden genoemd. Het einde van Salomo is roemloos. Het einde van de grote Davidszoon, Jezus, was dat wel. Wat een verschil tussen hoofdstuk 10 (de koningin van Scheba wordt ingewonnen voor de God van Israël) en 11 (de koning van Israël valt van zijn God af) van het eerste boek Koningen.
1. Salomo’s zonde (vers 6)
We hebben allemaal wel een zwakke plek. Maar Jezus houdt daar rekening mee, want bij Hem is vergeving. Een zwakke plek kan echter een rotte plek worden. We moeten daarom de wapenrusting van God blijven dragen. Als we onze zwakke plekken kennen is dat al de helft van onze genezing. Iedereen heeft wel een bekende en een onbekende kant. De bekende kant is ons visitekaartje. Er is zelfs een kant die we zelf niet kennen: de plaag van je hart. Als je daar iets van weet ga je niet boven, maar naast Salomo staan.
In Deuteronomium 17 staat de koningswet. Elke dag moest de Thora gelezen worden. Daarnaast moest de koning niet teveel geld, paarden en vrouwen hebben. Op al deze punten gaat het fout bij koning Salomo. Salomo had veel wijsheid gekregen. De rijkdom van Salomo is beschreven in 1 Koningen 23: "Zo werd koning Salaam wat rijkdom en wijsheid betrof aanzienlijker dan alle koningen ter aarde". De rijkdom wordt dus belangrijker dan de wijsheid. Na de zevenjarige tempelbouw heeft Salomo maar liefst 14 jaar aan zijn eigen paleis gebouwd. Er kwam jaarlijks 666 (getal van de mens) talent goud binnen. Spurgeon vroeg eens aan een scheepsbouwer of hij wel eens aan zijn ziel dacht. Het antwoord was dat hij daar geen tijd voor had. Een paar weken later stierf hij. De rijkdom van Salomo trok hem af van God.
De paarden van Salomo kwamen uit Egypte, het beeld van de heidense wereld. Daarnaast had Salomo apen (staat voor dwaasheid) en pauwen (staan voor trots). Wat moet een de wijste koning nu eigenlijk met ijdelheid en dwaasheid?

salomo vrouwen 3416Salomo had veel vrouwen (700 vrouwen en 300 bijvrouwen). In zijn jonge jaren heeft Salomo het boek Hooglied geschreven, wat gaat over de reine liefde. Vervolgens schreef hij het boek Spreuken, waarin hij o.a. waarschuwt voor vreemde vrouwen. Nu doet hij echter waar hij in zijn spreukenboek zelf tegen gewaarschuwd heeft. In Deuteronomium 17 had God er al zo tegen gewaarschuwd, aangezien de vreemde vrouwen een koning van God zouden doen afvallen. Je kan wel denken dat je door een huwelijk iemand tot het geloof kan brengen. Het huwelijk is echter geen evangelisatiemiddel. Je ziet zelfs vaak dat zo iemand na de trouwdag afhaakt en dat je als gelovige partner er dan geestelijk alleen voor staat.
Salomo had deze vrouwen lief met een vleselijke (onreine) liefde. De moeder van Rehabeam was de Ammonitische Naäma (de liefelijke). Deze vrouwen deden Salomo afwijken tot de afgoden. Zijn hart werd verdeeld tussen de Heere en de afgoden. Hij lief zelfs afgodshuizen bouwen. Hoe kan zo'n vrome koning toch zo ver afvallen? Het begon met toegefelijkheid. Zijn vrouwen dienden de afgoden, maar Salomo was er wel zelf bij. Eerst wordt er onwennig aan toegegeven, maar later went hij er steeds meer aan. De tempels werden net buiten Jeruzalem gezet. Salomo ging ook mee naar deze tempels. Salomo deed wat slecht was in de ogen van de Heere. De Heere zag in Jeruzalem Zijn heiligdom, maar daaromheen de afgodendienst.
Dit gebeurde allemaal in zijn ouderdom. Salomo is zestig jaar geworden. Het is dus gebeurd tussen zijn vijftigste en zestigste jaar. Je kunt dus je wijsheid verliezen en vervallen tot dwaasheid. Wij zeggen vaak "de jeugd van tegenwoordig", maar de geest van de Bijbel spreekt vaak van de afvalligheid van de ouderen. Salomo heeft niet volhard tot het einde. In 1 Koningen 3:3 staat "Salomo had de Heere lief, maar alleen bracht hij slachtoffers en offers op de hoogten". Een kleine zonde loopt uit tot steeds groter kwaad en brengt je tot de ondergang. Zijn kinderen en zijn volk volgden deze slechte ontwikkeling en offerden aan de afgoden.
2. Gods straf (vers 9)
God ziet dat het hart van Salomo niet meer bij Hem is, terwijl God hem wel tweemaal verschenen is. Hiermee verzwaarde Salomo zijn schuld. De zonden van kinderen van God zijn ook zwaarder, aangezien ze tegen een bekende God zondigen. De Heere wordt hierdoor toornig. In vers 11 wordt het oordeel aangekondigd. Daaruit zal gemerkt worden dat de zonden bitter zijn. Het koninkrijk gaat verscheurd worden in een tien- en een twee-stammenrijk. De Heere denkt echter ook aan Zijn genade. Er blijven twee stammen over en het zal pas plaatsvinden na het leven van Salomo.
Tenslotte geeft de Heere nu al tegenstanders. In hoofdstuk 11 lezen we over het verzet van Hadad (uit het Zuiden), Rezon (uit het Noorden) en Jerobeam (uit Salomo's eigen onderdanen). Ze komen van drie kanten. De Heere laat deze tegenstanders opstaan omdat de koning is afgeweken. Had Salomo maar gedaan wat hij eerder gezegd had "als de vijanden in het land komen, dat we ons verootmoedigen en bidden". Salomo gaat de opstandelingen echter vervolgen en buigt daarmee niet onder het oordeel van God. Deze droevige afloop van Salomo roept om de grote Davidszoon.
Aan de zuidkant van de Olijfberg is de berg der ergernissen, waarvan gezegd wordt dat daar de afgodstempels van Salomo stonden. Aan de andere kant staat echter de heuvel Golgotha. Daar moeten wij onze vergeving en ons heil zoeken, bij de Grote Davidszoon, Jezus Christus. Hij heeft wel volhard tot het einde. Jezus riep daar "het is volbracht".

Categorieën