6 juni 2021

Het Koninkrijk der hemelen is gelijk:

Bijbeltekst: Mattheus 13:44-52
Dienstsoort:

Een bekend bijbelgedeelte, een drieluik van gelijkenissen die aanspreken. Je kan invullen wat er komt; maar dat is ook een risico. Weet u wat er precies staat en wat het betekent? Laten we zoeken naar nieuwe en oude dingen die naar voren komen.
In Mattheus 13 zijn we op het toppunt van de populariteit van Jezus, de Rabbi uit Nazareth. De farizeeërs en schriftgeleerden zijn de enigen die hem niet op handen dragen. De mensen willen alles weten over het Koninkrijk der hemelen. Een koninkrijk was een zelfstandig land vol vrede, rust en voorspoed! Daar verlangen de mensen naar, ze willen daar onderdaan zijn. Jezus neemt eerst de tijd om die beelden te corrigeren; het gaat om de nietigheid van dat Koninkrijk, waar onkruid en graan door elkaar groeien…. Daarna volgen de gelijkenissen uit onze tekst.

De schat in de akker
Het koninkrijk is als een schatkist vol juwelen en rijkdom. De man uit de eerste gelijkenis is als iemand die voor honderd euro een miljoen terugkrijgt. Deze man koopt een akker met een verborgen schat, die lag niet bovenop. In die tijd waren geen banken voor je spaargeld, je moest je kostbare bezit verstoppen voor allerlei vijanden. Je zocht een plek die voor jou veilig voelde. Het was dus geen bijzondere situatie. We weten niet wie de schat verborg, waarschijnlijk lag hij er al jaren.
De akker van het christelijk geloof ligt er ook vandaag, misschien netjes onderhouden of met wat onkruid. Maar de omgeving ziet vaak niet de schat van Jezus belofte die erin verborgen ligt; die waarde moet ontdekt worden. Als je die gevonden hebt; kun je daarmee en daarnaar leven, stralend laten zien wie God voor je is. Rondwandelend op Gods akker ligt de schat onder een dunne laag grond, maar willen we hem wel vinden? Of zijn we druk met andere dingen en is dat geloof zo saai en doods.
De man is blij, hij maakt haast om maatregelen te nemen om de akker te kopen. Wachten zou het moeilijker gemaakt hebben om drastische besluiten te nemen. Hij vond ineens en gooide zijn leven om.

De parel van grote waarde
Het hemels koninkrijk lijkt op een parel van grote waarde die gevonden wordt door een koopman die al heel zijn leven zoekt naar mooie parels…. Nee, er staat dat het koninkrijk lijkt op een koopman die mooie parels zoekt. Jezus is die koopman die ons, zondaren zoekt. Wij zijn geschapen naar Gods beeld, we zijn parels in Gods hand die in Hem moeten gaan geloven. Dan mogen we stralen tot eer van God. Een vuil bankbiljet is net zoveel waard als een spiksplinternieuw exemplaar. Maar het moet wel gereinigd worden. De parel ligt te wachten op de koper, zo is het ook met ons, we wachten op Gods bevrijding: Zijn kostbare genade.

De twee gelijkenissen horen bij elkaar, laten twee kanten zien van dezelfde medaille. We moeten ons bekeren. Maar wat als ik dat niet wil of heen en weer geslingerd wordt tussen wel en niet-geloven. Moeten we dan maar afwachten tot de koopman komt? We moeten ons bekeren, God bekeert ons. God wil ons bevrijden, bid erom.

Het visnet met twee soorten vissen
Jezus spreekt hier tegen de discipelen, de vissers die nieuwe en oude dingen uit moeten gaan delen. Zij hebben ook de twee vorige gelijkenissen gehoord; er moet dus geen probleem zijn. Maar Jezus zegt: “Let op, je zal goede vissen vangen, maar ook slechte.” Hier gaat het over een echt vissersnet met kurken aan de bovenkant en een steen aan de onderkant; een gordijn dat door het water heen wordt getrokken en alles meeneemt naar de kant. Je hebt geen invloed op wat je vangt, je hoopt op een goede vangst als je gaat sorteren. De vissers zijn de discipelen, de sorteerders zijn de engelen. De slechte vissen worden weggeworpen en de goede vissen behouden.
Op aarde zal het niet volmaakt zijn, wij mogen niet scheiden . God schenkt Zijn kerk, Hij vraagt: bidt, werk en geloof. Ik wacht op die dag dat God komt, de tijd van volmaakte gemeenschap.

Categorieën