8 maart 2020

Het verloren paradijs hervonden

Bijbeltekst: Jesaja 51:3
Dienstsoort:

Samenvatting

In verschillende steden zijn hotels die zichzelf ‘Hotel Eden’ noemen. In sommige gevallen wel te
begrijpen, omdat er bijvoorbeeld een prachtig uitzicht is en het goed toeven is. Maar je moet wel
durven… Onze PKN is ook een soort hotelkerk. Iedereen is welkom, soms eet je samen, zonder elkaar
te kennen. Soms is er ook iets van het hof van Eden.
In Jesaja 51 lijkt het totaal niet op de hof van Eden. Israël is een puinhoop. Na de ballingschap mogen
de Israëlieten naar huis, maar hun land is een wildernis. Kun je je daar thuis voelen? God heeft hier
wel Zijn hand in. Wie heeft de regie in jouw leven? God, of jijzelf? Als God de regie heeft, gaat het
goed. Als we zelf de regie nemen, gaat het fout. Dat merkt het volk hier. Ze komen terug in een
troosteloze situatie. Maar in de puinhopen gaat God werken.
We hebben als mensen een hang naar het paradijselijke leven. Dat zien we bijvoorbeeld ook in de
literatuur. Maar als God er niet zelf bij is, zullen we het paradijselijke leven niet bereiken.
Weet je waar je vandaan komt? Aanschouw de rots waaruit je gehouwen bent (vers 1). Wij komen
van oorsprong uit de heidenen (Germanen). God gaat opnieuw beginnen. Met die God heeft
Rotterdam te maken. Juist in Rotterdam heeft God wonderen gewerkt. God is dezelfde God, ook
onder een nieuwe dominee. De wildernis zal bloeien! Daarin begint God altijd bij het begin. Bij God is
plaats voor de enige troost in leven en sterven. Kan in jouw leven de God van troost landen?
Rotterdam wordt weer als de hof van Eden, zoals lang geleden. Er is zoveel ongerechtigheid in deze
wereld en in ons eigen hart. Maar juist daar gaat God wonderen doen. Juist in de hotelkerk, de PKN,
zullen wonderen plaatsvinden.
Je kunt de PKN vergelijken met de hof van Eden. De kerk heeft gebloeid in ons land. Maar ze werden
verdreven, door de verwoesting van de ontchristening, zichtbaar op Rotterdam-Zuid. Weg uit de
bloeitijd. De oerzonde wordt steeds herhaald; mensen willen herhaaldelijk als God zijn, ook in de
kerk. Wee degene die als God wil zijn, tot op de kansel toe. Mensen zijn vaak grensverleggend bezig;
kijken hoe ver ze kunnen gaan.
Eva nam van de appel en de lusthof viel weg door misbruik van Gods goedheid. Daarna blijft er een
knagend paradijs-verlangen over, zowel binnen als buiten de kerk.
Wij zijn van God, gekocht door het bloed van Christus. Dan zijn we in de schuilplaats van de
allerhoogste. Wat er ook gebeurd, God is het die ons troost. God kent ons, weet van ons, troost ons.
Hij is onze enige troost in leven en in sterven. Zonder God is alles flauwekul. Als je lichaam
geruïneerd wordt door ziekte of pijn, is God je troost, je Heiland in leven en in dood. De belijdenis
van een christen; we leven door het wonder van Gods genade. Soms kun je er nog net bij, door een
lastminutedeal. Toegang is gratis. Zoals ook de moordenaar aan het kruis; ‘Zult U aan mij denken?’
‘Heden zult u met Mij in het paradijs zijn’. De zaligheid slaat dwars door je heen. Nu al, maar straks
nog veel meer. Woeste plaatsen en wildernissen veranderen in een hof van Eden. Een woestijn van
eenzaamheid en verlorenheid wordt een hof van Eden. Momenten van het paradijs zijn hier soms,
maar straks eeuwig. Amen.

Categorieën