7 februari 2016

Hij hoort mij als ik roep

Predikant:
Bijbeltekst: 1 Koningen 8:38-39
Dienstsoort:

Samenvatting

7 situaties in het gebed van koning Salomo in 2 Kronieken 6
1. Iemand zondigt tegen zijn naaste, vers 22
2. Uw volk wordt verslagen, vers 24
3. Geen regen uit de hemel, vers 26
4. Honger en ziekte in het land, vers 28
5. Vreemdeling die bidt om verhoring, vers 32
6. Uw volk trekt uit ten oorlog, vers 34
7. Als gevangene weggevoerd in ballingschap, vers 36
Luistert U dan uit de hemel!

3 gedachten:
1. Gebedshouding, vers 13: Hij knielde op het podium
2. Gebedsinhoud
3. Gebedsverhoring

Het is wel erg bijzonder dat we mogen naderen tot God. Ik mocht maandag iets vertellen over het bidden in het christelijk geloof, en een moslima deed dat over het moslimgeloof.
Twee belangrijke verschillen: de naam, waarmee wij God aan mogen roepen: Abba, Vader, Onze Vader. We mogen heel vertrouwelijk, kinderlijk met Hem omgaan.
Een moslim zou nooit zijn gebed eindigen met “om Jezus wil”. Wij mogen door Jezus het hart van God kennen.

Wat is het langste gebed in de Bijbel? Dat is het gebed van Salomo. In het nieuwe testament is het gebed van de Heere Jezus, het hogepriesterlijk gebed. Ze lijken op elkaar. Salomo en Jezus baden priesterlijk voor hun volk. De Koning Priester in OT en NT én bij de wederkomst.

inwijdingtempel1. De gebedshouding
Het is zo rond oktober als de tempel wordt ingewijd. Er waren ook buitenlandse gasten bij. We kunnen veel leren van Salomo ’s gebedshouding. Als je bidt moet je weten voor wie je staat: Salomo heeft een nederige houding, vers 12 en 13. Hij knielde als koning, boog zich diep en maakte zich klein. Ook zien we zijn verwachting: hij spreidt zijn lege handen uit om te ontvangen. Dat is voor ons ook een les. Ook Jezus zelf maakte zich in Gethsemane klein voor zijn Abba. Knielen moet je niet alleen zingen, je moet het ook doen, letterlijk.
Let ook op de gebedsplaats: hij staat op een koperen podium. Letterlijk als voorspraak tussen het altaar en het volk in. Daar waar het bloed vloeit, de plaatsvervanging wordt tentoongespreid, waar er vergeving is. Daar gaat hij staan en daar gaat hij bidden.
Op grond van het werk van de Heere Jezus worden het altaar en het podium met elkaar verbonden. Ook Jezus’ gebed in de hemel is daarop gebaseerd. Als je houdt van details: de maten zijn dezelfde maten van het koperen brandofferaltaar van de tabernakel.

 

2. De gebedsinhoud
Omdat er een lam is geslacht, om Jezus’ wil, dat is de pleitgrond.
Het gebed begint met een lofprijzing. Heb je Gods eer en Zijn Naam, Zijn wil op het oog? Neem dat als een praktische tip mee: begin met Hem te prijzen. Er is niemand als U. Hij is geweldig genadig, vers. 14. Hij is ook zo betrouwbaar, Zijn woorden en daden zijn in harmonie. Zijn mond spreekt en Zijn hart doet het. Het mooiste huis in Jeruzalem is Gods huis. Salomo beseft dat je God niet kan beperken of in een ruimte opsluiten. Hij woont in de hoge hemel maar ook bij de vernederden en verbrijzelden van hart, door Zijn Heilige Geest. Hij woont ook in de gemeente nu.
Salomo vraagt constant of God wil luisteren, zie het woord shema. Er worden verschillende situaties genoemd. Als we de zieken, de noden bij U brengen, luister en vergeef. Er worden verschillende situaties genoemd. Strekking: als die dingen gebeuren en we leggen ze voor U neer, luistert u dan alstublieft en vergeef. Het wordt telkens herhaald als een refrein: luister en vergeef. Want dat hebben we het aller hardste nodig. Daarom lijkt het gebed van Jezus ook zoveel op dit gebed.
Bij het altaar is die vergeving te krijgen, als je belijdenis doet van je schuld en pleit op die Naam. Dat is de grootste weldaad. Die situaties kunnen in de toekomst gebeuren, en nu wordt er al voorbede voor gedaan. Simon, die Jezus zal verloochenen en Jezus bidt al vooraf voor hem.

7 situaties in het gebed van koning Salomo in 2 Kronieken 6
1. Iemand zondigt tegen zijn naaste, vers 22. Dit wordt voor God gelegd. God verschaft dan recht. Je kunt onheus bejegend of vals beschuldigd zijn of iets is verjaard. Dan bid je: Doe mij recht, o God, ook juist op het kerkelijk terrein. Denk ook aan Achan: hij werd aangewezen, de Heere deed recht.
2. Uw volk wordt verslagen, vers 24 omdat ze gezondigd hebben. God bezoekt de zonde. Herken je dat, dat je je een loser voelt en de vijand wint terrein. Komt dat door de zonde? Belijden, bidden en bekeren.
3. Geen regen uit de hemel, vers 26, gebed om levensonderhoud. Ook hier is weer het belijden, bekeren en bidden de manier. God vergeeft én Hij geeft.
4. Honger en ziekte in het land, vers 28. Meeldauw, pest, ziekte. Er komt magerheid en er is geen kracht meer bij Gods volk. Als die groei en bloei er niet meer zijn, moet je weer bidden, belijden en je bekeren. Als een ieder (dat is dus heel persoonlijk) zijn plaag erkent. In 1 Koningen 8 wordt eenmalig geschreven over “de plaag van zijn hart”. Dat is het verdorvene, wat ieder mens aankleeft. Dat is zo’n probleem, daar weet alleen God raad op. Hoe leer je die plaag kennen? Alleen door de Heilige Geest leer je over dingen die in je leven, hoe rot je in elkaar zit. Onze zelfkennis is zo oppervlakkig. Psalm 51, die vuile bron is een thema. Hoe komt het toch dat Gods verloste volk zo van Hem kan afwijken? Dat vind je in elk Bijbelboek terug. Kinderen, heb je wel eens een tegel opgetild? Daar zit allemaal ongedierte onder. Of een appel, die er van buiten heel lekker uit ziet, maar van binnen zit bruine vieze smurrie. Bah! Elke gedachtenspinsel van elk mens is elke dag boos. Dat was zo voor de zondvloed en ook daarna. De zondvloed heeft de aarde schoongespoeld maar niet het menselijke hart. Daar is Jezus voor nodig. Datgene wat uit de mens gaat, verontreinigt hem, staat er in het NT. Is dat bij een kind van God niet anders? Denk eens aan de geschiedenis van David en Bathseba. David wist het wel, de wet dreunde in die situaties door zijn hoofd maar toch ging hij door. Hoe komt het? Door de plaag van zijn hart maar hij deed het bewust. Hij ging door, met een sprekend geweten. Dat is zo verootmoedigend. Denk eens aan Petrus, die zei dat hij geen ondankbare hond was. Toch verloochende hij Zijn meester. Het bloed van het Lam is nodig, als we het gebed van Psalm 51 bidden. Ook Gods kinderen hebben dit nodig. Heere, luister en vergeef om Christus’ wil.
5. Vreemdeling die bidt om verhoring, vers 32
6. Uw volk trekt uit ten oorlog, vers 34, ook in de geestelijke strijd
7. Als gevangene weggevoerd in ballingschap, vers 36. Als we ons verootmoedigen en schuld belijden in de richting van Jeruzalem.
Luistert U dan uit de hemel!

Ik denk dat het heel stil is geworden op het tempelplein. Het volk heeft geluisterd en meegebeden. Als het gebed beëindigd is in hfd. 7, kwam er vuur uit de hemel. Het vuur verbrandde het offer op het gebed. Het lijkt wel Pinksteren, vervulling van het huis. Wat is de reactie van het volk: iedereen knielde! We kunnen nog wat leren van Rooms Katholieken en moslims die knielen. Ze bogen zich neer en daarna gingen ze jubelen en juichen.
We hebben iets gezien van de plaag van een mensenhart maar we hebben ook iets van Gods hart gezien. En hij vervult een mensenhart. We hebben een God die hoort!

Categorieën