9 april 2017

Hoeveel is Hij u waard?

Predikant:
Bijbeltekst: Zacharia 11:4-14

Samenvatting:

1. 1 Herder (vs. 7)
2. 2 staven/stokken (vs. 7)
3. 30 zilverlingen (vs. 12).

Een paar dieren die in de lijdenstijd worden genoemd: een ezelsveulen (wat een eer om Hem hoog te houden). Een ander dier is een kip. Op de laatste dinsdag van Zijn leven houdt Jezus een toespraak. Op het laatst roept Hij Jeruzalem, hoe graag ... zoals een hen haar kuiken. Een haan, een slang, het beeld van de duivel. De kop van de duivel (slang) is vermorzeld op Golgotha. Een Lam, geslacht om ontelbare zondaars te behouden. Ook schapen, dat zijn de discipelen, die verstrooid worden.
Meisjes vinden het leuk om zich te verkleden. Jongens houden meer van met stokken bezig te zijn. Zacharia krijgt de opdracht om zich te verkleden en om twee stokken te nemen (vs.4). Hij moet zich als herder uitrusten. Wat hoort daarbij? Een knots rechts, twee staven, een tas en een slinger, een flesje olie. Zacharia moet zichzelf twee keer verkleden (4-14 als goede herder) (15-17 als dwaze herder). Beelden van resp. de Heere Jezus en de antichrist in het einde der tijden.
Bijzonder dat een profeet niet alleen het woord van God moet prediken maar ook iets uitbeelden. Daar koppelt hij zijn boodschap aan.

Twee staven: op de ene staf schrijft hij “liefde/lieflijkheid”, op de andere “eenheid”. De herder geeft met zijn staf richting aan. Die staf is een beeld van het woord van God. God geeft daar leiding mee maar ook bemoediging. De herder kan de kop van een schaap omhooghouden als het in het water valt en dreigt te verdrinken. Er is contact tussen de herder en het schaap via de staf.
Soms kan je ook een tik krijgen door die staf. Dan schrik je, je wordt terecht gewezen. Dat is ook liefde, want God wil niet dat je afdwaalt en omkomt. Door een donker dal horen de schapen alleen maar het getik van de staf op de rotsen. Ze weten: de herder is toch in de buurt.
Met de staf wordt ook de kudde geteld en getoetst. Zit er ergens een wond, dan komt de olie eraan te pas.

Zacharias beeldt hier de goede herder uit het nieuwe testament uit. Jezus is de goede herder en de kudde zijn de Israëlieten. Er waren natuurlijk ook valse herders. De kopers waren de Romeinen, de verkopers zijn de herodianen, die heulden met de vijanden. De valse herders zijn de Farizeeërs en Sadduceeërs. Het uitroeien van drie herders was dit: dinsdag had Jezus een twistgesprek met de leiders van het volk. Hij schakelde ze uit Hij ziet om naar de schapen.
Maar het botert niet tussen de herder en de kudde. Hoe komt dat? Mijn ziel kon hen niet langer verdragen, ik heb verdriet van hen gehad omdat hun ziel een afkeer van Mij had. Nu is die herder zo goed maar het volk moet niets meer van hen hebben.

Vs. 9. Jezus zegt eigenlijk: ik heb er geen zit meer in, ik stop ermee. Ik verbreek die staf liefelijkheid. Als de herder het opgeeft, dan is de kudde verloren. Laat dan maar sterven wat sterft, ik ga er niet meer achteraan. Als je dan in een donker dal komt, dan ben je verloren.
Dat is letterlijk gebeurd in 70 na Christus, toen de Romeinen kwamen. Die koning in vers 6 is de keizer van Rome. Hoe kan dat, dat het geduld van God opraakt. De zijnen hebben Hem niet aangenomen. De wilde dieren (volken van rondom) konden de kudde opvreten. Toch is er één lichtpuntje: er wordt in vers 11 gesproken over de ellendigen onder de schapen (de gelovigen). Er waren in de massa dus ook mensen die berouw toonden. Die band gaat nooit meer stuk. Ook nu is er nog een gelovige rest, die waarachtig wedergeboren is en Geestvervuld. Een verzameling van ware christgelovigen (Nederlandse Geloofsbelijdenis).
Twee staven horen bij elkaar: liefde en eenheid. Het zijn twee aspecten van het werk van Christus. Liefde schept een band. Zonder samenbinding is er geen liefde en andersom ook niet. Dat werkt in het land zo met vaderlandsliefde, in gezinnen, huwelijken en ook in gemeentes. Het begint met liefde van en voor elkaar. Anders “eet je elkaars vlees op” (vs. 9).
Jezus heeft in de laatste week van zijn leven een rede gehouden. Hij begon toen te wenen en riep: Jeruzalem, ik heb jullie bijeen vergaderen maar jullie hebben niet gewild. Zie uw huis worde u woest gelaten en gij zult mij niet meer zien, totdat u zult roepen: Gezegend is Hij die komt in de Naam des Heeren. Dat is dus staf liefelijkheid die verbroken wordt.
Geldt dat dat ook voor de christenheid? Ja, maar ik heb mijn hoop gezet op die rest. Dat is de ware kerk, die al hun heil van Hem verwachten.
Ken je die herdersstaf? Heb je weleens contact gehad met de herder door een tik, een aai?

30 zilverlingen
Die profetie over de 30 zilverlingen is ook vervuld in de lijdenstijd. Hier gaat het dus over Christus en het geld van Judas. Wat een prijs, dat is sarcastisch bedoeld. Achter Zacharia hoor je hier de Heere Jezus.
Was mijn herderswerk wel gewaardeerd door jullie? De wereld geeft er geen cent voor. Deze mensen willen er nog wel wat voor geven. Een fooitje, een prijs voor een slaaf ... ze hebben Mij een slavenfooitje gegeven. Bij Judas is dat vervuld, Jezus werd verkwanseld voor een minimumbedrag. De vioolpartij laat precies 30 noten horen. Het geld rolt over de tempelvloer, naar beneden, naar de afgrond.
Hoeveel ben Ik jou waard? Multiple choice vraag: niks, iets, veel of alles? In de Mattheus Passion gaat klinkt in het recitatief een dissonant bij de naam Judas. Bij het geld een overmatige kwart, iets duivels. Die duivelse deal klinkt in de muziek door. Als een kind is Judas opgevoed door de Herder maar het kind werd een duivelskind, slangenzoon.
In de Tweede Wereldoorlog waren er veel politieagenten die samenwerkten met de NSB. Elke agent die een jood aanbracht kreeg 2 gulden 50. Dat bedrag werd steeds hoger, het werd zelfs 40 gulden. Zo is Anne Frank verkocht.

De vraag die op mij en jou afkomt, is wat ben Ik jou nou waard? Hoeveel heb je nou voor me over?
Mattheus 26 begin met Maria van Bethanië die een kostbaar flesje had, een jaarsalaris waard. De discipelen en Judas vonden dat zonde. Maar dit had ze over voor die ene Jezus en Judas gaf slechts 30 zilverlingen. Maria zei niets over Hem, maar ze huldigde Hem, ze aanbad Hem. Hij stond bij haar op nummer 1. Hij zou alles voor haar gaan geven, haar verlossen met zijn kostbaar bloed. Dat zag ze. Luther: als mensen zo’n schandelijk gekruisigde Christus meer waard vinden dan alle schatten. Deze liefste draagt de banier boven 10.000. Deze koning werd knecht. Wat geef je nou, een fooitje, de restjes van je tijd? God zelf gaat als loon geven aan zijn Zoon: een grote schare die niemand tellen kan.
Ich will Ihr mein Herze schenken. Ik wil U o God mijn dank betalen. Ik krijg die schuld nooit afgelost. Breek je albasten kruik en giet hem uit over Zijn voeten. Hij werd slaaf, gehoorzaam tot de dood van het kruis. Neem mijn leven, laat het u toegewijd zijn, ook mijn handen, uren en tijd. Stille tijd houden is moeilijk, een geestelijke strijd. Neem mijn lippen maak ze rein, mijn stem, en maak mijn hart tot uw troon, dat uw Geest er woont.

Categorieën