IJdelheid der ijdelheden
Samenvatting
Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig.’
De schrijver van het boek Prediker (waarschijnlijk Salomo) valt met de deur in huis. Alles is vluchtigheid (ijdelheid der ijdelheden). Zelfs als je het in wijsheid zoekt, blijkt het toch najagen van wind te zijn. Deze woorden zijn indringend. Het woord vluchtigheid is op meerdere manieren te vertalen. Rookspiraal dat langzaam verdwijnt of een stofje dat je wegblaast. De schrijver is waarschijnlijk een oude man die terugdenkt aan zijn leven. Hij wil nu de jongeren een les voorhouden. Zo van, maak niet dezelfde vergissingen als ik. Zet er je hart niet op.
Er is niets nieuws onder de zon (vers 8). We jagen de nieuwe dingen na, maar uiteindelijk is er niets nieuw. De Engelse theoloog Loyd Jones hield zijn gemeente vaak voor dat er twee fundamentele problemen blijven: de zonde en de dood. Moeten we dan alles maar verwaarlozen? Nee, want dezelfde prediker roept op om niet lui te zijn, maar trouw te zijn in ons werk. Geen scepsis of cynisme. Maar toch blijkt alles ijdel. Hoe zit dat nu? Er staat niet dat alles zonde is, want we mogen genieten van de goede gaven die God ons geeft. Het blijft weerbarstig, want het vergaat wel. Maar aan het einde zegt Prediker (hoofdstuk 12:11) dat het woorden zijn van de enige Herder. Hij spreek woorden ten leven. Want alles wat wij najagen, heeft uiteindelijk geen bodem. We moeten ons leven er dus niet aan ophangen. Geen schatten vergaderen op de aarde maar in de hemel, want de wereld gaat voorbij. Vrees daarom God en houdt Zijn geboden.
Een ding blijft, en dat is het eeuwige Evangelie (Openb. 14:6). De eeuwige Zoon van God staat lijnrecht tegenover onze ijdelheid en vluchtigheid. De Zoon van God is gisteren en heden en tot in eeuwigheid dezelfde Zaligmaker. Hij is gekomen in onze ijdelheid. God werd mens en is in onze tijd gekomen. Hij heeft zichzelf vernietigd. Tegen Johannes op Patmos zegt Hij: Ik ben dood geweest en Ik leef tot in alle eeuwigheid. Nu komen we tot Hem met de belijdenis: mijn ziel kleeft aan het stof. Hij grijpt ons en leert ons zoeken naar de dingen die boven zijn. Dit Evangelie is de grond waarop ik sta. Ben ik geborgen in Jezus Christus? Verzekerd door het eeuwig Evangelie? Heb ik een eeuwige erfenis? In de hemel is geen evangelie meer maar de beloften van God zijn in Christus ja en amen. Jezus leeft en ik met Hem! Maar nu, Christus is opgewekt, anders zou ons geloof ijdel zijn (1 Kor. 15).