Ik kies vandaag, ik leef voor U
Samenvatting:
Thema: ‘Ik kies vandaag, ik leef voor U.’
Keuzestress is een modern woord; wat moet je kiezen uit al het aanbod…! Partnerkeuze (tot de dood), werkkeuze en geloofskeuze, de laatste is voor eeuwig. Tussen vloek en zaligheid is geen tussenweg, zegt Revius. Wie durft te kiezen verliest zichzelf en wint Jezus. Kies nu!
Klacht naar de koning (vers 17-19)
Elia en Obadja kennen elkaar. Samen dienen ze de Heere. Obadja moet Achab roepen. De koning moet naar zijn vijand en onderdaan Elia toe. Die man is verantwoordelijk voor alle ellende. Achab moest hem laten leven; Elia kon alleen het woord van verlossing spreken.
Achab begint al gelijk met schelden tegen Elia. Obadja en de Baalpriesters krijgen niets te horen, omdat ze er zwijgend bij staan. De overpriesters noemden Jezus ook een oproerkraaier, ook Paulus en Silas werden uitgescholden. De schuld ligt altijd bij een ander, schuld belijden valt niet mee. Zelfkennis en Godskennis zijn moeilijk. De Heilige Geest ontdekt ons aan onszelf. Leer mij mijzelf zien en U, Heere!
Keus aan het volk (vers 21)
Heel het volk moet naar de Karmel komen, ook de valse profeten. Achab voert de opdracht uit. Er zal een Godsgericht plaatsvinden. Elia vertelt niet wat er zal gebeuren. Hij weet dat Izebel de afgodspriesters onderhoud. In drommen komen de mensen naar de berg. Het is te zien dat er honger is, de mensen zijn mager, het land is kaal. Het is doodstil op de Karmel. Toen kwam Elia naar voren, bij heel het volk, en zei: Hoelang hinkt u nog op twee gedachten? Als de HEERE God is, volg Hem, maar als het de Baäl is, volg hem! Het schuldvraagstuk komt eerst aan de orde, niet het broodvraagstuk. God komt via Elia naar het volk, het volk nadert niet naar God. Er moet een keuze gemaakt worden. Wie kies je nu? Is het zwart, wit of grijs? Hinkt u op twee gedachten, bent u mank aan beide benen? Geef je hele hart, een half hart kan niet.
Het volk antwoordde hem niet één woord, het sluit geen compromis. Ze zwijgen en maken geen keuze. Zo zijn ze eigenlijk een vijand van God en Baäl. Ook de zevenduizend, die hun knieën voor de afgoden niet gebogen hadden, zwijgen. Angst? Twijfel?
Krachtmeting met de profeten (vers 22-24)
Roept u daarna de naam van uw god aan, dan zal ík de Naam van de HEERE aanroepen. En de God Die door vuur antwoordt, Die is God. En het hele volk antwoordde en zei: Dat is goed.
Een tegenover veel. Maar Elia is niet alleen, God is bij hem. Het volk zwijgt. Luther stond alleen op de Rijksdag, hij sprak tot het volk om voor God te kiezen, God was bij hem. Jezus hing alleen op Golgotha en God zweeg. Jezus hing tussen God en de mensen om ze met elkaar te verzoenen. Het altaar stond op de Karmel tussen God en de mensen om recht te doen: de Heere is God!
Zij zal ons niet berouwen de keus van 't smalle pad,
wij kennen de Getrouwe, die ons heeft liefgehad.
Vest al uw hoop op Hem!
Dat ieder ’t aangezichte ginds naar de Godsstad richte:
daar ligt Jeruzalem!