24 mei 2020

Levende Steen!

Predikant:
Bijbeltekst: 1 Petrus 2:4,5
Dienstsoort:

Samenvatting

Waarom noemt Petrus Jezus de Levende Steen Die door de mensen verworpen is? Omdat de mensen
Hem aan de kant geworpen hebben. Toen Hij gekruisigd werd, maar ook nu nog steeds. Petrus
vertelt dit met op de achtergrond het beeld van de tempelbouw. Stenen die de bouwers konden
gebruiken hielden ze, stenen die ze niet nodig hadden wierpen ze weg.
God kiest anders dan mensen. De gekruisigde Jezus werd door God uitverkozen. God pakte als het
ware de Steen op en legde Hem opnieuw neer; als Hoeksteen: uitverkoren en kostbaar. De
hoeksteen is een belangrijke steen in het gebouw. Het is de steen die alles draagt, waarop alles rust.
Jezus is deze Hoeksteen. Op hem kun je bouwen. Hij is de vaste Rots van ons behoud.
Petrus zegt in vers 4 dat we naar Hem toe moeten komen. Door alle tegenslag waren de mensen aan
het aarzelen geraakt. Petrus gaat hierop in. Ze moeten niet vreemd opkijken dat mensen niets van
Jezus willen weten en ook niets van Zijn volgelingen. Petrus spoort deze mensen aan om tot Jezus te
blijven komen. Hebt u / heb jij dat al gedaan? Vanuit onszelf willen we dit niet, maar door de Geest
worden we naar Hem getrokken. Hij roept ons tot Hem! En dan mogen we zelf ook een levende
steen worden. Dat is de belofte als we tot hem komen. Als we op Hem leren bouwen gaat God met
ons aan het werk. Hij bouwt een nieuwe tempel waar de gelovigen stenen in mogen zijn.
Van nature zijn we zo hard als steen voor de Heere, voor Zijn dienst en voor elkaar. Maar als we het
zoeken bij de Levende Steen en onze zonden belijden aan Hem worden we tot levende stenen
gemaakt. Met dat jij met Hem in aanraking komt, komt het leven van de Heere ook in jou. Dan ga je
God aanbidden en komt er leven in de steen. Net zoals bij Livingstone: hij kwam in de kerk en kreeg
Jezus lief. Hij ging de zending in naar Afrika om het Evangelie te delen en stelde de slavernij aan de
kaak.
Zijn wij zo ook al tot een levende steen geworden? Om zo ook anderen met Hem bekend te maken.
Als je jezelf nog als baksteen ziet: je krijgt nog een kans. Als de liefde voor Jezus er is, is er leven in de
steen. Dan mogen we de Heere in ons lied verheerlijken. Misschien zeg je dat er nog weinig leven is:
bid God dan om meer. Vers 6 is ook een belofte.
Misschien zie je jezelf als kiezelsteentje ‘wat ik gedaan heb is zo weinig’. Let dan op het slot van vers
5: onze offers zijn voor God welgevallig, niet omdat wij zo goed ons best doen of omdat onze offers
voor de Heere zo indrukwekkend zijn, maar door Jezus Christus. Onze tekorten vult Hij aan en onze
gebreken neemt Hij weg.

 

Categorieën