Liefde was het, onuitputtelijk!
Samenvatting
- Verschijnende liefde
- Eeuwige liefde
- Trekkende liefde
Inleiding
Jeremia wordt wel een wenende profeet genoemd, de profeet van de klaagliederen. Jeremia wijst de zonden aan, waarschuwt de mensen en kondigt het oordeel aan. In de hoofdstukken 30 tot en met 33 vinden we echter het troostboek van de profeet Jeremia. De troostliederen zijn heel lang. In ons gedeelte gaat het over het nieuwe verbond. Israël is in de ballingschap: het oordeel is gekomen, de tempel verwoest en de joden in ballingschap. Dan gaat God spreken en belooft dat de Joden weer zullen terugkeren naar het beloofde land. De prins der predikers, Spurgeon, zegt dat we veel na moeten denken over onze tekst. Die eeuwige liefde moet ons verblijden en verrijken.
Verschijnende liefde
Vers 3 begint met de woorden “Van verre tijden af is de Heere aan mij verschenen”. Het woordje tijden staat schuin gedrukt en staat dus niet in de grondtekst. Het woordje “tijden” kan dus ook weggelaten worden, want de Joden waren ver weg van Israel: in ballingschap in Babel. Daarnaast is er door de zonden een grote afstand gekomen tussen God en Zijn volk. We kunnen hier ook denken aan de verloren zoon die terug ging naar zijn vader. Toen zijn vader hem van veraf zag, rende hij naar zijn zoon toe en omhelsde hem. De liefde geeft vleugels. Dan zegt de vader “ik heb je liefgehad met een eeuwige liefde”, ook al heb je me verdriet gedaan en op mijn hart getrapt. We kunnen ook denken aan het Hooglied. Als de bruid de bruidegom kwijt is zegt ze “zie hij komt op de hevels”.
Door Zijn woord komt God telkens naar ons toe. Is de Heere ook heel persoonlijk aan jou verschenen? Voor Israel was het 70 jaar geleden dat God aan hen verschenen was. Als God dichtbij komt smelt je hart en wordt je eigen troon, rijk en wereld afgebroken. Je houdt God over en er komt een grote vreugde over je. Jezus klopt met Zijn gewonde hand aan de deur van ons hart, met brood en wijn in Zijn andere hand. Als wij de deur niet opendoen blijft er wel een bloedvlek achter op de deur van ons hart.
Eeuwige liefde
Vers 3 vervolgt met de woorden “Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde”. Hoe kan God een afvallig en overspelig volk nu liefhebben? Liefde is dat Gods hart verbonden wordt met zondige mensen. Dat is een groot en aanbiddelijk wonder. God verklaart Zijn liefde rechtstreeks, wat ons grote zekerheid geeft. Als God ons kust of omarmt, dan merken we dat. Op die momenten zouden we zo kunnen sterven om naar de Heere toe te gaan. Die liefde is geworteld in God en is van eeuwigheid. Die liefde was er voor mijn bekering, voor mijn geboorte, voor de geboorte van de Heere Jezus, ja al voor de schepping van deze wereld. De liefde van God verflauwt niet, zelfs niet door mijn zonden. God haat mijn zonden maar heeft mij lief. Hierin heeft Hij zijn liefde verklaard: door Zijn Zoon te geven tot vergeving der zonden. Hoe wordt Gods liefde nu mijn persoonlijk bezit? Door een persoonlijk geloof en overgave aan de Heere Jezus. Als gevolg van geloven, ga je ook loven en komt er wederliefde. God blijft ons liefhebben. Dat heeft Petrus ook na zijn verloochening mogen ervaren. Mensenliefde is maar tijdelijk, maar de liefde van de Heere is eeuwig. God spreekt Zijn “ja” uit tegen mensen die “nee” zeggen.
Trekkende liefde
Een lied van Johannes de Heer (497) geeft het mooi weer:
Zijn liefde zocht mij teder,
Hij riep mij dag en nacht.
Hij vond en trok mij weder
uit ‘s duivel zonde macht.
Hij legde m’op Zijn schouders neer
en bracht mij op de kudde weer.
Ja, Zijn liefde zocht mij
en Zijn bloed, dat kocht mij;
door genade ben ‘k een kind van God.
Door Gods liefde worden we naar God toe getrokken. Als de Heere trekt is er sprake van afstand en weerstand. Waarom heeft de Heere getrokken? Niet omdat wij Hem eerst liefhadden. Vanuit ons is er geen enkele reden te geven. Er is maar één reden te geven: Jezus, omdat hij voor ons geboren is, geleden heeft en gestorven is.
In vers 8 staat dat God ervoor zorgt dat de mensen komen, met de lammen blinden en zwangeren er bij. In 1948 kwamen de Joden weer aan Israel, met tranen. Droge bekeringen bestaan niet, want er zit smart in. Petrus weende bitter. Naast tranen zit er echter ook vreugde in.
Wie trekt er aan ons hart: de hemel of de hel? Als we steeds verder verwijderd worden van God, dan trekt de hel aan je. Als de hemel aan je trekt, ben je hier vanmorgen aan zijn tafel. Zo mag je als de verloren zoon binnengaan en aanschuiven aan de tafel, waar het gemeste kalf geslacht is.
Leid mij aan Uw hand terug naar u toe.
Amen.