Lijdenstijd; een voorbereiding van 40 dagen
Samenvatting
Het getal ’40’ is een belangrijk getal in de Bijbel. Mozes woonde veertig jaar in Egypte, veertig jaar in de woestijn als voorbereiding op de uittocht. Vervolgens zwerft het volk Israël ook veertig jaar in de woestijn. Ook bij Noach, Elia en Jezus komt het getal ‘40’ terug. Jezus was veertig dagen in de woestijn. Dit markeerde een nieuw begin: na deze dagen begint Jezus aan Zijn taak.
De veertigdagentijd is voor veel Christenen een voorbereidingstijd op het lijden en sterven van Jezus. Een tijd van intensief zoeken naar God; Zijn weg in jouw leven of Zijn nabijheid. Voor Jezus was deze veertigdagentijd in de woestijn niet bedoeld om God te ontmoeten, maar om verzocht te worden door de duivel.
God heeft ons in de woestijn gebracht, omdat Hij niet wilde dat we in Egypte (het leven zonder God) omkomen. Hij zal ons dwars door de woestijn heen naar het Beloofde Land leiden. Jezus is in onze woestijn gekomen en loopt voor ons uit. We hoeven Hem alleen maar te volgen.
De duivel zoekt geen mensen die als een Egyptenaar leven, maar mensen die God willen volgen. Hij richt zich tijdens zijn verzoekingen op drie dingen:
- Op onze relatie met God (vers 3)
De duivel probeert ons te verleiden om Gods gaven alleen voor onszelf te gebruiken en dus op een verkeerde manier. Zo probeert hij afstand te creëren tussen God en ons. Jezus antwoordt de duivel dat we bij God Woord moeten leven (vers 4). We moeten onze talenten goed gebruiken. De duivel is bang voor de talenten die God aan zijn kinderen geeft.
- Op Gods gave en ons vertrouwen in God (vers 6)
De duivel is uit op twijfel en ongeloof. Jezus antwoordt de duivel dat we God niet moeten verzoeken (vers 7). We kunnen vragen hebben en maar geen antwoorden krijgen. Verzoek God niet met deze vragen, maar leg ze bij God neer en aanvaard dat Hij God is (denk daarbij aan Paulus en de doorn in zijn vlees). Je kunt God vertrouwen op Zijn Woord!
- Op Gods weg in en met ons leven
De duivel biedt Jezus een alternatief voor de weg die God met Jezus voor heeft. Zonder lijden, maar met één knieval voor de duivel is alles onder de heerschappij van Jezus (vers 9). Jezus antwoordt de duivel dat we alléén God zullen aanbidden en dienen (vers 10). In onze dagen gaat het veel over zelfbeschikking (euthanasie, abortus). Maar daarnaast is het knielen voor de duivel ook zichtbaar in kleine dingen (liegen, stelen). Om uit de schemerwereld te stappen moeten we gehoor geven aan de roep van Jezus om Hem te volgen in deze woestijn. Om Hem te laten vergeven wat vergeven moet worden. Jezus heeft ons woorden gegeven die we tegen de duivel kunnen spreken: “Alleen God zal ik aanbidden en Hem alleen bidden”. Daar kan de duivel niet tegenop (vers 11).
Veertig dagen was Jezus in de woestijn om voor jou een weg te banen. Hij versloeg de satan: Veertig dagen na Zijn opstanding stond Hij weer op de olijfberg om op te varen naar de hemel.
We hebben de veertigdagentijd om Jezus’ lijden en sterven te herdenken en te komen tot aanbidding. Jezus heeft alle macht, ook in worstelingen en verzoekingen. Hoe moeilijk het in ons leven ook kan zijn, houd je vast aan deze woorden dat aan Hem gegeven is alle macht in hemel en op aarde.