Luister naar het verbond!
Samenvatting
Het woord ‘luisteren’ komt in dit gedeelte vaak voor. Waarom vraagt God zo vaak om te ‘luisteren’? Blijkbaar zijn er veel mensen die dat niet doen. Luisteren is lastig. Als je samen met God wilt optrekken, dan is dat wel nodig. Gaan wij naar de kerk om te luisteren naar Gods stem? Zit je er met de vraag wat God tegen je wil zeggen? En wat is uw houding in uw stille tijd? Staan we open voor Gods stem of zit er bij ons een bepaalde weerstand tegen Zijn Woord?
Door de hele Bijbel heen en ook in onze tijd is er weerstand. De mensen in Jeremia’s tijd waren zijn gepreek ook zat. Ze maakten plannen om hem te doden. Dat lukt niet, maar later bij Jezus lukte dat wel. Ben je dus bereid om te luisteren naar Gods woorden, ook al vind je die woorden vreemd of staan ze haaks op je leven?
Leggen we even alles aan de kant om Zijn woorden open te ontvangen? We richten ons op wat God te zeggen heeft. God heeft vandaag heel wat te zeggen. Jeremia moet spreken van God en spreekt over het verbond.
God heeft ons niet alleen het leven gegeven, maar wil ons ook redden. Hij is voortdurend bezig om een verbond te sluiten. Dat gebeurde al in het Oude Testament, ook al was dat toen nog wat bedekt. Maar in het Nieuwe Testament wordt dat openlijker. Vandaag wil God een verbond met je sluiten, ongeacht wat je er van vindt.
Het leidt de gedachten naar de doop. We hoeven niet aan toe te zijn aan een volgende geloofsstap in ons leven, maar ongevraagd komt God ons leven binnen. God komt naar ons toe met de woorden van Zijn verbond in de kerk en in de doop.
We zijn geen gelijkwaardige partners in dit verbond. God kiest onvoorwaardelijk voor mensen. Hij is de handelende Persoon. Hij kiest niet voor jou, vanwege iets in jou. Hij kiest altijd voor jou en is trouw aan Zijn verbond. De reden daarvoor weten we niet. We zouden kunnen zeggen: Hij doet dat, omdat Hij God is.
God stapt met Zijn idee je leven binnen. Dan komt het er wel op aan dat we niet slechts horen, maar luisteren naar de woorden of bepalingen van het verbond, zoals staat in vers 6. Bij een verbond horen namelijk zegeningen en vervloekingen, ofwel voordelen en nadelen (vers 3). In het boek Deuteronomium staan hele lijsten van vervloekingen, dat moet de mens toch wel aan het luisteren brengen. Maar, het volk is niet geïnteresseerd in de zegeningen en vreest de vervloekingen niet, volgens vers 9. Hoe komt een mens hier toe?
Men creeërt andere zaken waarop men vertrouwt. Het aantal afgoden is evengroot als het aantal steden (vers 13). De een vertrouwt op zijn geld, een andere heeft een goede functie, de ander redt zich met zijn verstand. Zo offeren we aan onze afgoden. Maar, dan kom je er opeens niet meer uit met je afgoden. Gelukkig heb je nog een plan B, je kunt altijd nog terug naar God.
Dan komt iets schokkends, als we weten Wie God is. Als men daar toch in vast is gelopen en terug wil keren naar God, blijkt God niet meer te willen luisteren naar je (vers 14). We stapten uit het verbond en kozen jarenlang voor de afgoden. Nu het je niet meer lukt, wil je weer terugkeren. De enige die wat te verwijten valt, zijn wij dan zelf, want we kozen voor de afgoden. Een ergere vervloeking bestaat er niet. Je blijft alleen over, zonder God.
Maar toch, er klopt iets niet in dit Bijbelgedeelte. In vers 4 en 5 lezen we de bepalingen van het verbond. Je kunt meedoen en van de zegeningen genieten, of je kunt kiezen om niet mee te doen en delen in de vervloekingen. Israël heeft zich daar al honderden jaren niet gehouden aan dit verbond. God bleef echter trouw. Ze mochten steeds in het land blijven wonen. God houdt zich al die tijd al wel aan het verbond. In het boek Jeremia lezen we meerdere malen God een reddingspoging ondernemen en hier wordt een laatste poging ondernomen om het volk terug bij het verbond te krijgen. Ze kennen die woorden wel, zoals kerkmensen die jarenlang geen gehoor geven aan de boodschap. En ook nu nog staat God open voor terugkeer.
Als je naar God luistert, dan ben je Gods Kind en is Hij jouw God. Of in Nieuw Testamentische termen: Als je gelooft in Jezus is God je Vader en jij Zijn Kind. In het bijzonder zegt God dit tegen de kinderen bij de doop.