Markus 1:1-20
Samenvatting
Stel je voor dat Jezus opnieuw naar de wereld is gekomen. Hij blijkt te preken in het noorden van ons land, zoals Hij ook in het noorden van Israël preekte. Op zeker moment krijgt de kerkenraad het voor elkaar dat Hij ook een keer bij ons voor zal gaan. Daarom worden er vele verzoeken bij Hem neergelegd. De vraag is bijvoorbeeld of Hij ons in de dienst de weg wil wijzen naar de toekomst, en in wil gaan op hoe we moeten leven als christen in een geseculariseerd land. Maar waar zou Jezus werkelijk over gaan preken? Wat denkt u zelf?
Velen zullen waarschijnlijk zeggen dat het zal gaan over het kruis en hoe Hij de wereld met God verzoent. Maar er zijn nog meer accenten te leggen. Anderen zullen daarom antwoorden dat Hij zal spreken over Gods Vaderlijke zorg. En weer anderen zullen de liefde of sociale gerechtigheid noemen.
Uit deze antwoorden blijkt hoe je bent opgevoed, in welk land en welke tijd je leeft. Maar ook laat het je kennis van de Bijbel, je persoonlijkheid en je ervaringen zien. Dat leidt tot verschillende accenten die allemaal terug gaan op de Bijbel. Elk van deze accenten sluiten elkaar niet uit, maar sluiten elkaar juist in. Bij elkaar laten ze zien hoe groot God is. We kunnen zelf maar een klein stukje van God zien en begrijpen in ons leven.
Maar waar zou Jezus in een preek dan de nadruk opleggen? Eigenlijk weten we dat ook wel als we de Bijbel een beetje kennen. Hij heeft het eigenlijk zelf gezegd toen Hij op aarde was. In Markus 1 : 14-15 staat dat Jezus preekte en Hij sprak over de komst van het Koninkrijk van God en de bekering. Daarover ging het in al Zijn preken en Zijn wonderen.
De bedoeling is dat je je bekeerd. Bekeren wil zeggen dat je tot nieuwe inzichten komt. Dus ook je eigen ideeën over God en hoe het Evangelie in elkaar zit. We moeten luisteren naar wat Jezus te zeggen heeft over het Koninkrijk van God. Staan we daadwerkelijk open voor het werk van de Geest en ben je bereidt nieuwe inzichten toe te laten? Sta je toe dat Jezus je uitdaagt met Zijn woorden over het Koninkrijk van God?
Het begint dus met bekering en geloof in het Evangelie van het Koninkrijk van God. Maar wat is dan het Koninkrijk van God?
Jezus sluit daarmee aan bij het taalgebruik van de Joden uit die tijd en de beelden in het Oude Testament. Zo lezen we over het koningschap van David, waarvan is gezegd dat het eeuwig is. Maar ook komen we in de Psalmen God tegen als de Koning van deze wereld. Het woord koninkrijk kan je op het verkeerde been zetten door de gedachte aan een gebied, maar verwijst hier naar een persoon. Daarom zouden we misschien beter kunnen spreken over het koningschap van God.
Daarbij denken we aan woorden als gezag, macht en heerlijkheid. Jezus is een van de koningen in de lijn van David. En hoewel Hij zelf niet zegt dat Hij Koning is, toch verwijst Hij met de woorden over God uit het Oude Testament naar zichzelf. Mensen bemerken ook dat Hij op een andere manier spreekt dan de leraren die ze kennen, namelijk met gezag. Het koningschap uit het Oude Testament zet dan ook voort in het Nieuwe Testament.
Aanvaard jij Jezus ook als jouw Koning? Dat betekent allereerst dat je je onderwerpt aan Hem en zijn gezag over je leven accepteert. Als gelovige heb je daarvoor te buigen. Aangezien dat niet erg past bij onze gezag kritische maatschappij, vraagt dat om bekering.
De Bijbel is wel zo zwart wit om te zeggen dat het buigen of barsten is. Het is een keuze van dood of leven. De keuze om te buigen impliceert het eeuwige leven.
Het koningschap betekent ook ontspanning. Je leven ligt namelijk in de handen van je almachtige Schepper. Vertrouwend op Zijn woorden, weet je dat alles uiteindelijk goed komt, want God zorgt. Je hoeft dan ook niet meer per se mee te tellen in de samenleving: je hoeft niet de aller mooiste of slimste te zijn. Je hoeft niets meer. En dat heeft implicaties voor hoe we omgaan met elkaar en de wereld.