Oefening in verwachten
Samenvatting:
Samenvatting
Dezen bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers.(vers 14)
In oude kerken, in het hemelgewelf, zit een ‘hemelgat’; een luik in het dak. Het bijgeloof leerde dat door dit luik een Christusbeeld moest worden getrokken op hemelvaartsdag en dat de geest daardoor op Pinksteren binnenkwam. Tegenwoordig zijn de gaten dichtgetimmerd. Hoe dicht of open is ons ‘hemelgat’?
Wat hebben de discipelen veel meegemaakt: lijden, sterven en opstanding. En nu staan ze op de Olijfberg en Jezus wordt zegenend door een wolk aan hun ogen onttrokken. Een wolk; in de bijbel een symbool van de heerlijkheid van God. Jezus laat hen niet alleen: maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal. De belofte wordt niet alleen gegeven, maar ook in hun harten gelegd. Die belofte schept verwachting, maakt hen gaande. Ze moeten getuigen zijn van Jezus.
In het geloof moeten zij en wij volharden, staande en gaande blijven. Geloven gaat niet vanzelf, daar is de Geest voor nodig, zeker in de tijd van aanvechting en tegenwerking.
In vers 14 staat dat de discipelen, vrouwen en broers bij elkaar zijn. De broers geloofden niet in Hem, maar nu, na de opstanding, zijn ze erbij. Ze zijn tot geloof gekomen. Met elkaar bidt en verwacht deze groep. Bidden en verwachten in de bijbel is meer dan zomaar hopen, het is een zeker weten, de eerste en hoogste activiteit. De Geest zal komen en alles nieuw maken.
Als je vroeger vuurtje stookte zocht je hout dat goed brandde, stro brandde ook wel, maar dat was even en dan was het weg, een houtblok bandde erg lang. Zo is het ook in het geloof; het gaat om een lang brandend vuur van gebed en verwachting.
In dit wachten en bidden zit een actief verlangen. De mensen bidden eensgezind; ze zijn het misschien niet over alles eens, maar het gebed bindt hen samen. Verwachten is een kostbaar thema in de bijbel, in Psalm 5, 27, 40 en 130 gaat het over verwachten: ‘Ik blijf de Heer verwachten’, ’Ik verwacht het van Hem’, ‘Wacht op de Heer...’. Het wachten kan lang duren, zeker in onze eeuw waarin alles snel en direct moet gebeuren. In het geloof gaat het niet zo, we moeten leren in vertrouwen te wandelen. We zitten niet stil, blijven in beweging. In verlangen bidden we om vergeving en ontmoeting. We verlangen naar God omdat we Hem ( een beetje) kennen, Hij kent ons en zal zich openbaren door Zijn Geest.
De discipelen zijn in afhankelijkheid bij elkaar, ze kunnen het niet van zichzelf, maar hebben Gods Geest nodig. Verwachten en bidden is de grondhouding van het geloof, afhankelijkheid van Hem. Niet alleen voor, maar ook na Pinksteren. God moet onze handen en leven vervullen, niet alleen op Weeszondag, maar elke dag.
Maria bidt hier met haar kinderen, wat een mooi beeld van samenbinding. Ook een voorbeeld voor ons, bidden met onze kinderen, met elkaar als gemeente om vervulling met Gods Geest.
Er staat iets nieuws te beginnen. Dat is niet niks! Voelt u al wat? Merkt u er al iets van? Geloven we er nog in dat God een krachtige herleving kan geven in deze tijd? ‘Volhard in het gebed’, zegt Paulus. De Geest gaat door, ook nu nog. God wil gevonden worden, zoek, bid en klop om Hem.
God heeft het beloofd: Hij komt! Een open hemelgat: de Geest komt en daalt neer in ons hart!