Op reis naar de koning
Samenvatting
1. ze verlangt naar de koning (1-2)
2. ze vraagt aan de koning (2-3)
3. ze verwondert zich over de koning (6)
Ze verlangt naar de koning
De koningin van Scheba komt naar Salomo. Zij is bezig met een geestelijke zoektocht. Ze komt ook voor in de Koran, zij als koningin Bilkis en Salomo als Suleiman. Ze hoort geruchten over de koning van Israël. Dat trekt als een magneet, ze wil naar hem toe. Het gerucht van Salomo trekt haar. Dat doet mij denken aan de Heere Jezus. Hij zegt: meer dan Salomo is hier. Het gerucht van de Heere Jezus is uitgegaan vanuit Jeruzalem. Tot aan de einden der aarde moesten Zijn ambassadeurs verkondigen wie Hij was. Dat gerucht is doorgedrongen tot aan Rotterdam toe. Dat de Heere Jezus een Koning is die regeert, rechtvaardig, wijs en zacht. Heerlijke dingen worden over Hem verteld. Het gerucht is tot ons doorgedrongen. Roept uit aan alle stranden, verbreid van oord tot oord, verkondigt alle landen het evangeliewoord. Het gerucht van de God van Israël gaat uit, ook in onze tijd. Men hoort ook nu flarden van het evangelie, zelfs via bijvoorbeeld de Mattheus Passion of zoiets omstredens als The Passion. Wat doen je met dat gerucht? Laat je het gaan of ga je persoonlijk op onderzoek uit? Ook al heb je veel vragen en geloof je niet alles wat de dominee zegt en neem je niet alles meteen over. Persoonlijk onderzoeken, kom en zie.
De koningin ging op reis. Ze nam haar raadsels mee. Regeringsvragen, zingevingsvragen, vragen over de werkelijkheid, levensvragen, hartevragen etc. Ze liep er mee en kon geen bevredigende antwoorden vinden, niet met haar denken en niet bij haar goden, evenmin als bij haar adviseurs. Ze had zeer veel goud, maar ook dat kon haar vragen niet wegnemen noch beantwoorden. Met heel veel geld kon je geestelijke vragen niet oplossen en daarom was ze ten diepste ongelukkig.
Toen kwam dat gerucht. Dat is het werk van de Heilige Geest natuurlijk. Er komt belangstelling, nieuwsgierigheid. Ze komt in beweging, ze verlaat haar land en gaat op zoek naar een koning die ze nog niet persoonlijk kent. Zo gaat het vaak met de bekering van een zondaar. Vragen als waar leef ik voor, waar kom ik vandaan, wat doe ik hier, zulke vragen zijn vaak het begin.
Ze gaat op reis, met een grote lijfwacht, knechten en dienstmeisjes, mensen uit het bedrijfsleven. Alles gaat mee, kamelen met knikkende koppen. Ze hebben weken gereisd door die zandbak, die zandwoestijn, met striemende zandstormen en hete woestijnwinden, koude nachten en snikhete dagen. Ze heeft er een paar schoenen bij versleten. Ongeloof houd je onbewogen, maar bekering begint met belangstelling. Hoe is dat gegaan bij u, avondmaalganger, voordat het vindenstijd werd? Is er een periode van zoeken en vragen aan vooraf gegaan? Is it well with my soul? Dan begint de zoektocht. Misschien heeft ze de moed wel eens laten zakken. Misschien heeft u ook wel eens gedacht: ik denk dat ik maar eens terug ga. Ik weet het niet meer....heerlijk als je dat tegen de Heere Jezus zegt. Dan kan God wat met je beginnen.
Ze vraagt aan de koning
Ze kwam bij Salomo en spreekt met hem over alles wat ze op haar hart heeft. Vanuit het zuiden; Jeruzalem ligt op een berg; ze ziet al vanuit de verte de prachtige witmarmeren tempel.....Het zilver was gelijk aan straatstenen, en overal cederbomen, een schitterend huis van God en dan het paleis.....
Ze vraagt audiëntie aan, ze klopt en de deur wordt opengedaan....ze komt bij de ingang van de troonzaal en ziet de koning in zijn schoonheid. Een live ontmoeting, oog in oog met hem gestaan... in de troonzaal staat een troon dat wil je niet weten. Ivoor, overtrokken met zuiver goud en zes treden, 2 leeuwen bij de leuningen op elke tree....Tussen 12 leeuwen...daar zat die koning. Hoe groot hoe schitterend is Zijn eer.....Hoe vergaat het een zondaar die voor het eerst de Heere Jezus ontmoet? Je bent welkom zondaar.....Hij reikt de gouden scepter van genade toe. Deze ontvangt zondaars.......en eet met hen. Geschenken zijn niet nodig om de koning gunstig te stemmen. Hij is al barmhartig uit zichzelf. Hij is al vol ontferming, Dan volgt een gesprek en ze laat in haar hart kijken. Al haar raadsels, al haar hartevragen stelt ze aan hem. Moeilijke vragen. Voor sommige vragen moet je niet bij een dokter of maatschappelijk werker zijn en ook niet bij een psycholoog. Voor sommige vragen moet je bij de Heere Jezus zijn. Die zitten dieper… Ik mis God, ik mis de rust in mijn hart. De koningin van Scheba ging niet naar een psycholoog maar naar de Heere Jezus. Bij U is raad, bij U alleen...stort voor Hem uit je hele hart. Er zit in ons hart een gat. Het eeuwigheidsbesef zit in ons hart. Je kunt er veel ingooien, zeer veel drank, vrouwen, etc. Maar dat kan het gat niet vullen. Als een mens sterft waar is hij dan?
Wat moet ik doen om zalig te worden? Jaren lang om een nieuw hart bidden? Doe ik al jaren en nog geen vrede met God...Je moet gewoon geloven....wat is dat dan en hoe doe ik dat dan? Zulke vragen daar moet je over nadenken. Ze ging er mee naar Salomo. Vroeger zeiden ze wel eens na een preek: u hebt mijn hart verklaard, dominee, het was helemaal voor mij. Geen ding was voor de koning te moeilijk. Er was geen één vraag waarop hij geen antwoord wist. Ze was zo verbouwereerd...Hoe komt hij aan al die wijsheid? Die heb ik van God gekregen. Daar heb ik om gevraagd toen ik jong was en dat heeft God me gegeven. En weet je wat het begin van die wijsheid is? De vreze des Heeren. Als je die God gaat vereren dan heb je het begin van die wijsheid ook te pakken. En nou is de Heere Jezus nog meer dan Salomo. Ik had 1000 vragen tot ik Hem ontmoette. Wonderlijk, raad, sterke God vredevorst. Bij Hem is raad. Zijn mond brengt niets dan loutere wijsheid voort.
Naast zijn troon moest altijd een tora liggen. Dus Salomo heeft ook de tora erbij gepakt en haar daaruit antwoord gegeven. Dat doet de Heere Jezus nog steeds. Hij geeft antwoord op al je vragen. Alle antwoorden op vragen die nodig zijn om te kunnen leven en sterven staan in de Bijbel.
Ze verwondert zich.
Toen ze alle wijsheid van Salomo zag, kreeg ze een rondleiding door het paleis. Daar ziet ze zoveel mooie dingen...ze komt ook in de eetzaal. Ze ziet het voedsel op zijn tafel. Een staatsiebanket, gouden schalen bekers. Wat een kwaliteit van eten....de mond van het geloof, als je daarmee dat slokje wijn en brood proeft, dan proef je iets van de genade van je Heiland. Hoe zijn dienaars aanzaten.....ze benijd zijn knechten. De Heere verheft Zijn volk, Zijn kinderen. Het staan van zijn bedienden....bereid om hem met blijdschap te dienen....Gods kinderen zijn blij als ze hem mogen dienen. Over hun kleding: als ik kijk naar die prachtige uniformen dan word ik jaloers. Wat geeft de Heere aan Zijn kinderen prachtige kleding. De mantel van de gerechtigheid, de klederen des heils...Kunnen ze dat volgende week ook aan uw kleding zien? Dat u bij de Koning der Koningen hoort?
Betoon deftigheid, staat er in de Bijbel in het Bijbelboek Titus. Er is een bepaalde stijl die past bij een paleis. Er is ook een bepaalde stijl die past bij de tafel van de Koning der koningen.
We gaan nu naar het voorhof van de heidenen...daar mag ze nog net komen. Salomo legt haar uit hoe onze God vergeving geeft. Hij legt uit waarom en hoe het offer gebracht wordt. Hoe de gelovigen die gezondigd hebben hun hand op de kop leggen van zo'n diertje. Zo krijgt ze niet alleen antwoord op haar vragen, maar ook vergeving van haar zonden, legt Salomo uit.
Vrees God, en onderhoud Zijn geboden, want dat betaamt alle mensen. En dan staat er “er was geen geest meer in haar”. Het was toch waar. Ik dacht dat het overdreven was. Maar het was nog overweldigender dan ik ooit kon vermoeden.
Kom en zie. Onderzoek het zelf. Je mag me dan persoonlijk ontmoeten. Als je de heerlijkheid en de schoonheid van de Heere Jezus ziet word je terstond van een minachter een minnaar en van een vervolger een aanbidder.
Hoe groot is het goed dat U geeft aan degene die U liefhebben....in vers 8 zegt ze: gelukkig zijn uw mannen....Ik zou liever een slaaf van u zijn dan een koningin in mijn land.....Meer dan Salomo is hier. Als je door het geloof een glimp mag zien van de koning in zijn schoonheid...dan heb je volgende week een goede zondag. Wat ben je dan gelukkig. Kunnen ze aan je zien dat je bij Hem hoort?
Die dominee staat niet alleen zijn geld te verdienen maar hij heeft er zin in. Dat het niet alleen lippentaal is van die avondmaalgangers, maar ze hebben er zin in om gedurig U te dienen.
Ze eindigt in de lof aan God. Geloofd zij de Heere. Prijs Adonai. Geloofd zij de Heere die behagen in u heeft gehad. Wat moet de Heere ontzettend veel van u en van uw volk houden dat Hij zo’n koning geeft aan zijn volk.
Lof zij de God van Israël. En dan gaat de beurs open. Ze gaat hem huldigen en eren, dankbaarheid. Hij krijgt van haar veel cadeau's. Maar hij geeft nog meer aan haar dan zij aan hem geeft. Hij gaf de koningin van Scheba overeenkomstig haar wens, meer dan zij aan hem gegeven had. Arme kamelen....ze hebben nog een zwaardere last op de terugweg. Zo rijk, zo heerlijk geeft koning Jezus. Ze reisde haar weg met blijdschap. Haar vragen zijn beantwoord, vrede in haar hart. Duizend jaar later was er een kamerling dezelfde eis. Hij vond ook antwoord op de vragen van zijn hart en reisde uiteindelijk zijn weg met blijdschap. Hij vond het lam dat geslacht was. De kamerling die 1000 jaar later terugging was nog blijer en rijker. Hij had niet alleen de God van Israël leren kennen, maar was ook verzoend met die God. In Mattheus 12 geeft de Heere Jezus een uitleg. Die koningin is een voorbeeld voor jullie allemaal, ze zegt de Heere Jezus over haar. Ze kwam tot de koning. Van de einden der aarde.
Meer dan Salomo is hier, zegt de Heere Jezus. Je hoeft geen lange reis te maken, je hoeft hem alleen te erkennen als jouw Heer. Ze had niet eens een uitnodiging alleen een gerucht en toch kwam ze. De Heere Jezus zegt jullie komen met strikvragen. Ik hoef niet te wachten op een bijzondere openbaring een droom. Ze had alleen een gerucht. En wij hebben een Bijbel voor ons. Vol uitnodigingen van de Heere Jezus. Op de oordeelsdag zullen we haar zien, zegt de Heere Jezus. En dan zal ze jullie veroordelen. Je had toch het woord van de Heere vanaf je kinderjaren? Waarom ben je dan niet naar Hem toegegaan? Dan zal je rechtvaardig verloren gaan als je niet naar Hem toekomt. Zij kwam en wij blijven zitten....ook dan is de helft je niet aangezegd hoe verschrikkelijk het is om verloren te gaan onder zo’n goed gerucht van de Heere Jezus. Ze kwam allemaal alleen voor die persoon van de Heere Jezus. Zullen dan de kinderen van het koninkrijk uitgeworpen worden? Deze geschiedenis wijst heen naar de Heere Jezus, naar straks als Hij terugkomt. Straks zal Hij de troon van David beklimmen en Zijn rijk oprichten. Ik denk aan het nieuwe Jeruzalem in de hemel, nog veel mooier dan het aardse Jeruzalem ten tijde van Salomo. Wat zal ik dan verwonderd zijn over het staan van Zijn dienaren en het voedsel van Zijn tafel. Over de kleding van de zondaren, witgewassen in het bloed van Christus. Ook daarvan is de helft me niet aangezegd.
Jacqueline van der Waals.
Waar gouden de portalen zijn,
Hoe zullen daar de zalen zijn!
Ik zag aan 't einde van mijn pad
Een kleine ronde poort,
Als blauw saffier in goud gevat,
En haastig, vol verlangen trad
Ik door de gangen voort.
Ik sprak: "Als bij mijn aankomst wijd
Die poorten openstaan,
In welk een groote heerlijkheid
Zal ik dàn binnengaan,
Indien van goud de gangen zijn,
Hoe groot moet mijn verlangen zijn,
De zalen in te gaan!"
En het heerlijkste daarvan is: daar zien wij Jezus.