Opgewekt leven
Samenvatting
Paulus is er heel duidelijk over in Romeinen 3: er is geen eer te behalen aan ons, want wij missen de heerlijkheid van God en komen tekort in liefde. De glans is er compleet vanaf. Alle rottigheid wordt opgesomd in Romeinen 3: niemand die goed doet. Ondanks dat kunnen we toch bij God terecht, want we worden om niet gerechtvaardigd. Al de ongerechtigheid en zonden gaan mee aan het kruis. In Romeinen 5 schrijft Paulus dat God Zijn liefde aan ons bevestigde toen wij nog zondaren waren. Dit is een grote en onbegrijpelijke genade waar we alleen maar vrolijker van kunnen worden. Hij heeft het gered en ook ik ben gered in Hem. Hierdoor hebben we vrede met God, als een kind van God. Niets kan me meer veroordelen. Je zou dan kunnen denken: als het zo zit, kun je maar raak leven. Als je gered bent, ga je echter in dankbaarheid leven. Dankbaarheid is eten van wat je wordt voorgezet en daaruit leven.
In Romeinen 6 vers 1 stelt Paulus de vraag “Wat zullen wij dan zeggen, zullen wij in de zonden blijven opdat de genade toeneemt?” Kunnen we in de genade blijven leven terwijl er verder niets verandert? Paulus antwoordt met “volstrekt niet!” Helaas is het niet zo dat als je bekeerd bent je alleen maar voor Hem wil leven. Het oude blijft zich aandienen. De Bijbel zet de bekeerde mens niet op een voetstuk. Jezus zegt zelfs dat als je niet blijft in Mij je verdort en verrot: geen vrucht draagt. Paulus zegt echter: ”hoe zullen wij die aan de zonden gestorven zijn, nog daarin leven?” (Vers 2). Het gaat dus niet om een vroom gevoel in ons, maar om wat er met je gebeurd is. Toen je gedoopt werd ben je betrokken geraakt op Christus. Je bent met Christus mee de dood in gegaan en met Hem mee opgewekt. Daar heb je zelf niets voor gedaan: het is een eenzijdig Godswerk. Dat is de basis, de nieuwe werkelijkheid.
Paulus schrijft “Zo dient u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.” Dat is je nieuwe bestaan. Als je ’s morgens voor de spiegel staat en denkt: “laat mij uw dierbare goedheid prijzen, wanner ik het morgenlicht zie rijzen” (psalm 143: 8). Die oude mens bestaat niet meer, want die is met Christus mee de dood in gegaan. De mens die leefde voor de zonde is dood. Zodra je met Christus bent opgewekt staat er een nieuw mens op. Paulus wil dat we ons dit indenken, dat is dus een bewust iets en geen gevoel. Dan kun je elke dag beginnen met het zingen van een lied. Dan is het logisch dat je gaat leven in lijn met die werkelijkheid. Dan besef je dat het oude niet meer kan. Je leven is dan met Christus. Het is dan als het aantrekken van de goede kleren: liefde, goedheid, geduld enzovoorts. Dan word je niet meer gedomineerd door de zonde. Je leeft niet meer onder de wet, maar onder de genade. Het kan niet bestaan dat ik zomaar aanrommel. Het voornaamste stuk van de dankbaarheid is dat je dankt en bidt.
We zijn dan een plant met Christus en gaan bloeien zoals Hij bloeit. We kunnen veel vechten tegen bepaalde zonden, maar we vechten ons dood. We zijn geen heilige, maar we gaan wel elke dag als opgewekt mens het leven met Christus in. De Chinese theoloog Watchman Nee vergelijkt het met een huwelijk tussen de zonden en de oude mens. Omdat de oude mens niet meer leeft, ben je niet meer met de zonde getrouwd. Als de zonde dan voorbij komt kun je zeggen dat hij hier niets meer te zoeken heeft. Stel uw leden dan niet ter beschikking aan de zonden als wapen van ongerechtigheid. Het is goed daar vandaag goed over door te denken. Leg je leven maar eens naast de woorden van Kolossenzen 3. Laten we een wapen van gerechtigheid zijn. Hang de woorden van Romeinen 6: 11 maar op je spiegel, zodat je er elke morgen aan denkt en je er elke dag uit leeft.
Ik dank u, Heer, in opgetogenheid.
Mijn hart verheugt zich over uw bevelen,
U wil ik, die de allerhoogste zijt,
In alles volgen, niets voor U verhelen,
Verlaat mij niet, ik ben U toegewijd,
Verlaat mij niet, laat in Uw gunst mij delen.
Psalm 119: 3 (Weerklank)
Amen.