Over het Vaderhart van God
Samenvatting
Iemand zei eens: ‘Als ik God zou zien, als ik één keer met Hem zou mogen spreken, dan zou ik nooit
meer twijfelen.’ De vraag naar het zien van God is een vraag naar ervaring; een moderne vraag, maar
ook een vraag van alle tijden. Mozes vroeg het ook al: ‘Laat mij Uw heerlijkheid zien’, als een teken
dat U instaat voor Uw Woord. Job tobde ermee en ook de psalmdichters worstelden ermee. ‘Heere,
laat iets van U zien en horen’. Wij kunnen dat ook zo herkennen. Laat iets van U zien aan mijn
kinderen. Laat iets van U zien aan de mensen op de straat, die hunkeren naar een teken van liefde.
Laat zien dat U er bent.
En dan tot overmaat van ramp zegt deze tekst: ‘Niemand heeft ooit God gezien.’ Waarom dan niet?
Waar heeft dat mee te maken? Dat heeft te maken met de oneindige majesteit van God, met de
heiligheid van God, de stralende glans van Zijn heerlijkheid. Dat moeten we tot ons door laten
dringen. Calvijn zegt: ‘Onze God is een vuur en wij zijn als stro.’ De heiligheid van God mag echt een
plaats hebben. Daarom kunnen wij God niet zien en leven.
Waarom schrijft Johannes dit aan het begin van zijn evangelie? Johannes werkt met scherpe
tegenstellingen (licht en donker, bijvoorbeeld). In vers 17 zegt Johannes ‘de wet is door Mozes
gegeven’. Voor de joden stond Mozes bovenaan. Johannes laat hier zien dat we voor genade en
waarheid bij Christus moeten zijn. Christus is zoveel heerlijker en voortreffelijker. Zelfs Mozes heeft
nooit God gezien. Maar Christus kent de Vader als geen ander. Mozes was een knecht, maar Christus
is de Zoon. Hij kan alles over God vertellen. Wie soms denkt geen verbinding met God te hebben,
wordt hier uitgenodigd om naar Christus te gaan. Hij rust aan het hart van de Vader. In Johannes 17
zegt Jezus ’U hebt mij liefgehad vanaf de grondlegging van de wereld’. De Vader deelt alles met
Jezus. Vader en Zoon zijn één. De woorden in deze tekst herinneren aan een oosterse maaltijd
waarbij de gasten aanlagen. Wanneer iemand vertrouwelijk met een ander wilde spreken, kon
diegene zijn hoofd in de schoot van de ander leggen. Zo vertrouwelijk zijn de Vader en de Zoon.
De tekst begint met ‘Niemand heeft ooit God gezien’. Maar dan verandert de toon en spreekt
Johannes over God als Vader. Dat legt Jezus ons uit: Hij laat ons zien dat God de Váder is. In al onze
vragen over het handelen van God moeten we bij de Zoon zijn. Als we terugdenken aan het
verlangen om God te willen zien, dan is het bijzonder dat Jezus God als Vader verklaart. Verklaren is
meer dan zien. Als ik iemand zie, dan ken ik nog niet het hart en het karakter van diegene. Jezus legt
in Zijn woorden en handelen stukje bij beetje uit Wie de Vader is. Maar hoe kan ik ooit een kind zijn
van Die Vader, nu ik de liefde van God wegduwde? Hij zou mijn rechter moeten zijn. Maar dan laat
de Vader zien dat Hij alles gegeven heeft in Zijn eniggeboren Zoon. Ook als je ziel vol zit met vragen
en twijfels, dan brengt Johannes ons via de Zoon bij de Vader. Wij kunnen God op afstand houden,
maar in Christus komt Hij genezend en vergevend dichtbij. Als je vasthoudt aan je zonde, dan breekt
Gods Vaderhart. Maar Christus maakt de weg open naar het Vaderhart van God, naar de troon van
God en naar Gods Vaderhuis. Je schuld is groter dan je ooit kon denken, maar in Christus mag je ook
ontdekken dat je meer geliefd bent dan je ooit had durven hopen.