Pasen op de werkvloer
Samenvatting
1. De opgestane Heere verschijnt op de werkvloer / 2. Doen wat Hij zegt
Petrus had zijn oude werk weer opgepakt na Pasen. Samen met zes andere discipelen zijn ze de hele
nacht bezig met vissen, maar ze vangen niets. Ze zwoegen zonder resultaat. En waar is de Heere? Na
een nacht van vergeefs zwoegen, staat er bij het ochtendgloren een man aan het strand. Hij vraagt of
ze iets gevangen hebben. De discipelen herkennen de man niet en antwoorden dat ze niets hebben
gevangen. Op advies van de man gooien ze het net aan de andere kant overboord, wat resulteert in
volle netten. Dan realiseren ze zich dat de man op de oever de Heere Jezus is. De discipelen
herkennen Jezus als ze het advies opvolgen en zegen ervaren als ze doen wat Hij zegt. Dat is een les
voor later. Ook al is de Heere niet meer lijfelijk aanwezig, Hij zal ze door de Geest bijstaan. Als de
discipelen dan de opdrachten van hun Heere uitvoeren, zullen ze ervaren dat Hij voor de zegen zorgt.
Dat juist daar de opgestane Heere verschijnt bij de zee van Tiberias, dat is veelzeggend. Hij verschijnt
in het gewone leven, op de werkvloer. De kerk is er meestal wel bij ziekte of overlijden. Maar waar is
de kerk bij moeiten op het werk of als er ontslag of faillissement dreigt? Werk en geloof zijn vaak
gescheiden werelden. Als christenen leggen we ons doorgaans bij deze scheiding neer. Het gevolg is
dat we vaak als gespleten mens door het leven gaan, soms zelf zonder het door te hebben. Bijbels
gezien is zo’n scheiding tussen geloof en werk echter ondenkbaar. ‘En alles wat u doet, doe dat van
harte, als voor de Heere en niet voor mensen.’ (Kolossenzen 3:23)
3. Doe je werk met plezier alsof het voor de Heere is
Werken; waar doe je het eigenlijk voor? Voor jezelf of voor de mensen? Wij zijn geroepen om God te
dienen in deze wereld. Doe je werk alsof het voor de Heere is! De Heere Jezus verschijnt aan de
discipelen bij de zee van Tiberias om hen te ondersteunen in hun dagelijks leven. Misschien staan de
lege kerkgebouwen wel symbool voor de geestelijke leegte. En moeten we ons de vraag stellen: waar
kunnen wij de levende Christus ontmoeten? Juist als de discipelen informeel samenzijn en zwoegen
in hun vergeefs getob, dan openbaart de levende Heere Zich. Bij het binnenhalen van de vangst roept
Johannes plotseling: ‘Het is de Heere!’. Ook wij hebben er vaak behoefte aan om oog te hebben voor
de Heere in het gewone leven.
Paulus spoort ons aan om met bereidwilligheid de Heere te dienen. Maar wat hebben die woorden
ons te zeggen? Hij geeft aanwijzingen hoe mensen met elkaar om kunnen gaan als slaven en heren,
als werknemer en werkgever. Als je je werk doet als voor de Heere, dan ga je anders naar je werk
kijken en ga je anders met mensen om op het werk. Het lukt ons lang niet altijd om in de zakelijke
wereld voor de zaak van de Heere op te komen. Maar waarom zou je het niet proberen? Zo kan je
werk een oefenplek zijn voor waar je in gelooft.
4. Je werk doet er toe, maar is niet zaligmakend
Maar laten we het belang van werk ook niet overdrijven. Werk is geen evangelie. Je waarde ligt niet
in werken, maar in je band met de Heere. Vandaag de dag bepaalt werk waar het in je leven om
draait. Maar werk is een wankele basis voor je identiteit en zingeving. Als werk wegvalt, wie ben je
dan nog? Paulus’ woorden zetten werk in perspectief. Het leven met de Heere is zogezegd je echte
carrière. De Heere is onze echte baas.
Als je werk je heer en meester is, dan zal het werk je verslinden. Laat daarom niemand jouw baas zijn
dan Jezus Christus alleen. Dat komt aan het licht aan de zee van Tiberias. Als de discipelen aan land
komen, zien ze een vuurtje met daarop brood en vis. De Heere Jezus heeft de maaltijd al gereed, Hij
heeft de vangst van de discipelen niet nodig. Jezus zet Zijn discipelen aan het werk, maar
ondertussen zorgt Hij er Zelf voor dat alles tot zijn bestemming komt. Wij hebben onze taak te doen,
maar de Heere is echt niet van ons afhankelijk.