11 juli 2021

Psalm 8

Bijbeltekst: Psalm 8:1-10
Dienstsoort:

Samenvatting

Van kinderen kun je leren. In hun wereld kan nog van alles en hun vragen zijn heel open. Een klein kind stond boven aan een rechte trap en sprong zomaar naar beneden naar zijn vader. Het was maar net goed gegaan. Die gebeurtenis maakt diepe indruk op zijn vader: zijn kind riep “pappa” en sprong, zonder enige aarzeling: wat een vertrouwen in zijn vader! Zouden wij ook in vol vertrouwen op onze hemelse Vader in het diepe durven te springen? De Heere Jezus spreekt hier ook over het kinderlijk vertrouwen. De schriftgeleerden vinden het niet passend dat kinderen “Hosanna” roepen. De Heere Jezus citeert als antwoord uit psalm 8: “uit de mond van kinderen zal Gods lof verkondigd worden”. De Heere Jezus zegt als het ware tegen de overpriesters en schriftgeleerden dat ze daar wat van kunnen leren. Ze hadden kunnen weten dat kinderen God loven. Daarom staan we in deze dienst stil bij lovende kinderen.

Loven is belijden wie God (voor je) is. Loven is erkennen dat God de scheper en regeerder van jou en de wereld is. Daar gaat het in psalm 8 over. God wil dat we, net zoals de kinderen, voor God leven. Zij geven de toon aan (“voor de opperzangmeester” staat er in het begin van de psalm). Het gaat er om dat we tot dezelfde conclusie komen: “O, Heere onze Heere, hoe heerlijk is uw naam op de hele aarde”. Loven is dus met zoveel woorden zeggen wie God is.

Het loven van de kinderen doet iets met je, want er gaat iets van uit. In vers 3 staat

“Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders, om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden.” Bij een baby zien we de kwetsbaarheid en de gaafheid. Het is zo mooi en puur, dat we er van af blijven. De psalmdichter gaat echter nog verder, want bij vijanden kan door de aanblik van een kind de wraak weggenomen worden. Zelf in criminele kringen geldt de regel dat je van kinderen afblijft. God heeft er zelf voor gezorgd dat het zo werkt.

Wat is de inhoud van de lof? De psalm gaat over de schepping en onze plaats erin. In vers 4 en 5 staat: “Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?” David is onder de indruk van de schepping van God: alleen maar met Zijn vingers tot stand gebracht! God Heeft de hemel en de aarde gemaakt en de lampen (zon, maan en sterren) opgehangen. God bepaalt hiermee wanneer de mensen opstaan en naar bed gaan. Elke keer als we naar een kind, een zuigeling kijken, zien we iets van die macht van God. Wij hebben die macht niet. Wij kunnen heel veel maken: auto’s, vliegtuigen, robots, en dergelijke. Een kind of een nieuw leven kunnen we echter niet maken. Daarom eindigt David de psalm met de woorden “HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!” (Vers 10).

God is de schepper van de hemel en de aarde, maar ook de schepper van alle mensen. We kunnen ons afvragen wie wij dan wel zijn, als klein mens, in die grote schepping. Die vraag komt bij David boven (vers 4 en 5): wat is de sterveling, dat U aan hem denkt en naar hem omziet? Er zijn bijna 8 miljard mensen, wie zou er dan naar mij omzien? Je kunt klein denken van zelfelf, zodat je denkt dat je voor God niet de moeite waard bent. In Gods ogen is er geen enkel mens klein. Kijk naar de kinderen en je kunt leren dat je niet klein bent, wart in vers 6 staat: “Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond.” In het Hebreeuws staat zelfs dat we op God lijken. Wij zijn geschapen naar het beeld van God. Vanuit God gezien ontbreekt er aan de mens maar heel weinig. Je zou het kunnen vergelijken met een kaas: als we er 1 klein plakje van af halen, heb je een mens. Als mens ben je gekroond alsof je koningskind bent (met eer en glorie gekroond). God kent je en kroont je. Niet om op deze aarde groot te zijn in uiterlijkheden. Kijk zo eens naar je kinderen en jezelf, vooral als je somber of ontevreden bent. Het is onbegrijpelijk, maar waar, want het staat hier.

Het zijn van koningskind brengt wel verantwoordelijkheid met zich mee, zie vers 7 t/m 9.

HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!

Amen.

Categorieën